Categorie: Jongeren

  • 14 maart

    Jesaja 42 wordt nog vaker aangehaald in het Nieuwe Testament. Als de oude man Simeon in Lukas 2 de pasgeboren Jezus in zijn armen houdt, betuigt hij zijn blijdschap, omdat Hij het voorrecht had om de geboorte van de Messias nog mee te maken. Simeon verwachtte de geboorte van de Messias (Lukas 2:25-32). Simeon looft God, omdat God zijn belofte vervult over de komst van de Messias. Simeon wist dat God zaligheid (verlossing) en verlichting zou brengen via dit kind. Zaligheid en verlichting voor alle volkeren, met in het bijzonder heerlijkheid (= eer) voor het volk Israël.

    Lees Jesaja 42:610 (De Heer spreekt hier tot de Messias).

    De zaligheid die God geeft, heeft niet alleen te maken met bevrijding van vijanden, maar ook met bevrijding op geestelijk niveau en van de banden van zonde en dood en van Gods vijand, satan.

    “Nieuwe dingen” spreken van het Nieuwe Verbond, dat de Heer ging brengen. En de Messias staat borg voor dat Nieuwe Verbond. Hij wordt gegeven tot een “verbond des volks”. Aan de Messias heeft God vele beloften gedaan. Jezus werd deze Uitverkorene, omdat Hij trouw was. Daarom wil God via Hem mensen zegenen.

    Dat is een verschil met het Oude Verbond. Daar werd een afspraak gemaakt tussen God en een heel volk. Het Nieuwe Verbond lag vast in beloften van God aan de Messias. Eerst moest de Heere Jezus een afschuwelijk dienstwerk doen (sterven aan het kruis). Dan zou Hij verlost worden (opstanding). Dan zou Hij de Middelaar worden tussen God en mensen, om mensen te zegenen. Het Nieuwe Testament bevestigt deze waarheid op veel plaatsen (Galaten 3:14, 17, 22; Hebreeën 7:21, 22; 8:14, 6). De uitverkoren, opgestane Messias stelde Zich beschikbaar om Gods wil te doen. Hij beloofde God om Hem te dienen. Veel Psalmen spreken hiervan.

    Ik denk dat je nu wel begrijpt dat de beloften over de Geest van God te maken hebben met de komst van het Nieuwe Verbond en met de komst van de Messias.

    Lees eventueel nog Jesaja 9:16 en Jesaja 59:15; 60:2.

  • 13 maart

    Zacharia 12:10 is ongetwijfeld een verwijzing naar de Heere Jezus. Hij is degene die doorstoken is met een speer aan het kruis (Johannes 19:32-37). Over Hem wordt gerouwd als spijtbetoning van het feit dat men Hem niet herkend heeft als Messias.

    Ook in de profetieën die we al gelezen hebben, zien we de Verlosser aangekondigd. “Zo zegt de Heere, de koning Israëls en zijn Verlosser…” (Jesaja 44 :6) “…en zij zullen allen te zamen eenen eenigen koning tot koning hebben. . . “ (Ezechiël 37:22) “. . . en mijn knecht David zal koning over hen zijn, en zij zullen allen te zamen een Herder hebben…”;“. . . en mijn knecht David zal hunlieder vorst zijn tot in eeuwigheid” (Ezechiël 37:24, 25).

    Lees Jesaja 11:110

    Het rijsje of de scheut uit Isaï is een verwijzing naar de Heere Jezus, die uit de geslachtslijn van David is. Op Hem zal de Geest des Heeren rusten. Hij zal met gerechtigheid komen. Voor de gelovigen ten zegen en voor de ongelovigen ten oordeel, zegt vers 35. De Heere Jezus wordt aangesteld als een pilaar voor rust, dat wil zeggen vrede voor de volkeren der aarde, volgens vers 10.

    Lees Jesaja 42:14.

    Nadat Jezus op de sabbatdag een man met een verdorde hand heeft genezen, willen de farizeeërs hem doden. De Heer vervolgde zijn weg, zonder de Farizeeën te bestraffen. Matthéüs getuigt hierover in hoofdstuk 12:16-21, dat het de vervulling is van de profetie van Jesaja 42.

    Ook deze profetie zegt dat de Messias gerechtigheid zal brengen.