Categorie: Jongeren

  • 18 december

    Éfeze 1:10
    Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot een te vergaderen in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is;

    In de periode na de grote verdrukking voor Israël begint de wederopbouw van het land. Men heeft eerst al zeven maanden nodig om de doden te begraven en het land te reinigen. Daarna kan de opbouw beginnen. Men heeft brandstof genoeg voor de volgende zeven jaar. Deze periode duurt 33 jaar. Dit staat nergens in de Bijbel letterlijk zo beschreven. Maar aan de hand van de typologie kun je dit concluderen.

    In deze periode gaan de oordelen van God over de wereld door. Deze periode wordt hier in de Éfezebrief door Paulus de “bedeling van de volheid van de tijden” genoemd. En het is de bedoeling van deze periode dat “het al”, dus alles wat geschapen is, de gehele schepping onder één gezag geplaatst wordt. En dat gezag is Christus. En “het al” houdt dus in: alles wat in de hemel is en alles wat op aarde is. Satan en zijn handlangers erkenden Christus’ macht niet en worden daarom uit de hemel geworpen. Dat gebeurt wanneer de Gemeente opgenomen wordt. Daarmee wordt alles wat er in de hemel is, onderworpen aan Christus.

    Het volgende dat onderworpen moet worden, is de aarde. Dat begint met het volk Israël en daarna de rest van de wereld. En dat moet aan het einde van deze periode gebeurd zijn. En als dat niet vrijwillig gebeurt, dan moet het onder dwang. Daarvoor komen de oordelen van God over deze wereld. Dat geldt voor het volk Israël, maar ook voor de overige volken. Gelukkig hebben wij, als gelovigen van deze bedeling van de genade, ons vrijwillig onderworpen aan het gezag van de Here Jezus Christus en treffen deze oordelen ons niet.

     

  • 17 december

    Openbaring 14:1-5
    (1) En ik zag, en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden. (2) En ik hoorde een stem uit den hemel, als een stem veler wateren, en als een stem van een groten donderslag. En ik hoorde een stem van citerspelers, spelende op hun citers; (3) En zij zongen als een nieuw gezang voor den troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon dat gezang leren, dan de honderd vier en veertig duizend, die van de aarde gekocht waren. (4) Dezen zijn het, die met vrouwen niet bevlekt zijn, want zij zijn maagden; dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Het ook heengaat; dezen zijn gekocht uit de mensen, tot eerstelingen Gode en het Lam. (5) En in hun mond is geen bedrog gevonden; want zij zijn onberispelijk voor den troon van God.

    Naast het feit dat het land weer opgebouwd moet worden, zal ook het volk Israël het evangelie moeten verkondigen. Dit hebben ze tot nog toe nooit gedaan. Israël beschouwde de Heere als hun privé-God. Kijk maar naar het verhaal van Jona. Jona moest naar Ninevé gaan om het oordeel van God aan te kondigen. Tenzij ze zich zouden bekeren. Jona ging in eerste instantie precies de andere kant op. Hij vluchtte weg. Maar dan grijpt God in. En Jona wordt door de grote vis op het strand uitgespuugd en hij gaat alsnog naar Ninevé. En dan gebeurt het, waar Jona uiteindelijk boos om werd. Hij vreesde dat God jegens de stad Ninevé genadig en barmhartig zou zijn. En dat gebeurde ook. Jona wilde dus niet dat de Heere God Zijn barmhartigheid en genade zou bewijzen aan heidenen.

    In dit verhaal is Jona een beeld van het volk Israël. Dat volk zal alsnog de wereld intrekken om de blijde boodschap van het evangelie te verkondigen. Daarvoor wordende 144.000 uitgezonden uit het volk van Israël. Zij zijn verzegeld. En van hen wordt verteld dat zij maagden zijn, terwijl het mannen zijn. Hoe kan dat? Zij worden maagden genoemd, omdat zij het Lam volgden waar Het hen ook heen zond. In hun mond werd geen bedrog gevonden en zij waren onberispelijk voor de troon van God. Zij geloven hun Messias en zij gaan voor de taak die zij hebben gekregen. Zij moeten die blijde boodschap brengen aan heel de wereld. Zo wordt, in de periode na de 70-ste week van Daniël, het evangelie verkondigd aan de gehele wereld, net zoals dat gebeurde in de tijd van Handelingen.

  • 16 december

    Ezechiël 39:7-13 (Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven)
    (7) En Ik zal Mijn heiligen Naam in het midden van Mijn volk Israël bekend maken, en zal Mijn heiligen Naam niet meer laten ontheiligen; en de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, de Heilige in Israël. (8) Ziet, het komt en zal geschieden, spreekt de Heere HEERE; dit is de dag, van welken Ik gesproken heb. (9) En de inwoners der steden Israëls zullen uitgaan, en vuur stoken en branden van de wapenen, zo van schilden als rondassen, van bogen en van pijlen, zo van handstokken als van spiesen; en zij zullen daar­van vuur stoken zeven jaren;
    (13) Ja, al het volk des lands zal begraven, en het zal hun tot een naam zijn, ten dage als Ik zal verheerlijkt zijn, spreekt de Heere HEERE.

    De profeet Ezechiël beschrijft in dit hoofdstuk het begin van de oorlog tegen Israël. De tegenstanders Gog, Mesech en Tubal worden door God Zelf naar Israël toegetrokken. Het gebruik van een zeshaak geeft aan dat ze in eerste instantie niet willen, maar ze moeten of ze willen of niet. En als ze dan gekomen zijn in het beloofde land dan worden die legers verslagen. God Zelf oordeelt deze legers en er blijft niets van hen over. Overal in het land zullen de soldaten gedood worden en de lijken zijn een prooi voor de roofdieren. (En dit zal gebeuren, zegt de Heere Heere, omdat Hij gesproken heeft van die dag (vers 8). Die dag kan geen andere dag zijn dan de dag des Heeren. Dat is de dag waarop dat allemaal vervuld zal worden. Zo treft men het land aan als het volk Israël, onder aanvoering van hun Messias de Jordaan oversteekt.

    De stank van rottende lijken zal niet aangenaam zijn. En het volk zal, staat er, zeven maanden bezig zijn om de doden te begraven en het land te reinigen. Zeven maanden lang moet men doden begraven, elke dag weer. Dat betekent dat het vijandige leger een enorme grote legermacht moet zijn geweest. De invasiemacht die Koeweit bevrijdde telde 430.000 man. In Irak zitten 235.000 Amerikaanse soldaten. Dit zijn enorme aantallen, en als zo’n leger verslagen is, zul je maar zoveel mensen moeten begraven! Geen wonder dat ze er zeven maanden over doen. Het voordeel dat het volk Israël daarvan heeft is, dat ze zich voorlopig geen zorgen hoeven te maken over de voorraad brandstof. Er zal genoeg voorraad zijn om zeven jaar lang vuur te stoken, zodat men het niet koud zal krijgen.

  • 22 december

    Openbaring 16:17-21 Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven
    (17) En de zevende engel goot zijn fiool uit in de lucht; en er kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van den troon, zeggende: Het is geschied! (18) En er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen; en er geschiedde een grote aardbeving, hoedanige niet is geschied van dat de mensen op de aarde geweest zijn, namelijk een zodanige aardbeving en zo groot. (19) En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap.
    (21) En een grote hagel, elk als een talent pond zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen; en de mensen lasterden God vanwege de plage des hagels; want deszelfs plage was zeer groot.

    In dit gedeelte wordt de laatste oorlog beschreven, voordat het vrederijk begint. Het gaat over de vernietiging van Babylon (= Babel). Babylon is de hoofdstad van het laatste wereldrijk, hetgeen door Daniël al voorzegd was, in de geschiedenis van het beeld van Nebukadnezar. Dit rijk zal de kenmerken dragen van alle voorafgaande wereldrijken. En dit rijk zal worden bestuurd vanuit Babylon. Daar woont dan de grote tegenstander van Christus, de oude slang. Hij leidt de mensheid in de oorlog. En dan voltrekt de zevende engel het oordeel. Vanuit de hemel komen er bliksemschichten en donderslagen en grote hagelstenen, zo groot als keien en brengen het oordeel van God. Ook is er een grote aardbeving, zoals er ook nog nooit geweest was. Die aardbeving splitst de stad in drie delen en eilanden en bergen vind je niet meer. En dan nog lasteren de mensen God vanwege dit oordeel. Ondanks dat God deze teke­nen laat zien, wil de ongelovige mens zich niet buigen voor God. Men dacht dat Babylon een grote sterke en onoverwinnelijke stad was. Babylon was een stad geworden, die bekend was om haar specerijen, haar gouden en zilveren voorwerpen. Het wordt een stad, die met geweld geoordeeld zal worden. Een stad die in één uur vernietigd zal worden. En daarna zal er ook niets van enige waarde in haar gevonden worden. Die stad moet vernietigd worden, omdat vanaf dat moment, een nieuwe stad het centrum van de wereld zal zijn, namelijk Jeruzalem. De stad van David. Vanaf dat moment zal het nieuwe wereldrijk gerealiseerd zijn, namelijk het Israëlitisch wereldrijk, met Jeruzalem als hoofdstad. Daar zal Christus regeren vanaf de troon van David.

  • 21 december

    Jesaja 9:1-6 Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven
    (1) Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen. (2) Gij hebt dit volk vermenigvuldigd, maar Gij hebt de blijdschap niet groot gemaakt; zij zullen nochtans blijde wezen voor Uw aangezicht,
    gelijk men zich verblijdt in den oogst, gelijk men verheugd is, wanneer men de buit uitdeelt.
    (5) Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; (6) Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.

    Deze tekst wordt altijd rond Kerst gelezen, want het gaat over de geboorte van een Kind. De profeet Jesaja mocht al vertellen dat er een Kind geboren zou worden. Ten tijde van de geboorte van Jezus wandelt het volk Israël in duisternis. Dat wil zeggen dat hun pad niet verlicht is. Het Woord van God leefde niet onder het volk. Maar dan verschijnt hun een Licht. Dat Licht zal hen leiden. Dat Licht is de Messias. Maar die is pas de Zoon geworden bij Zijn Opstanding! Hem werd de heerschappij gegeven, toen Hij opstond uit de dood. Daarom past deze tekst uit Jesaja 9 beter bij Pasen. Want het spreekt van de opgestane Heer. Een Heer die heerschappij voert over Zijn Koninkrijk en zitten zal op de troon van David. Die Zoon zal aan Israël gegeven worden bij hun bekering. Zijn heerschappij zal leiden tot vrede, echte vrede. Een vrede die de wereld nooit zelf tot stand zal kunnen brengen. Alleen de Vredevorst zal die vrede echt brengen. Rond Kerst worden er vaak diverse vredesbestanden afgesloten. Een staakt het vuren. Het zijn altijd tijdelijke overeenkomsten van hooguit een paar dagen, maar daarna is het gedaan met de rust en de vrede. En zelfs de vrede, die gesloten wordt nadat de Gemeente is opgenomen, zal slechts 3,5 jaar duren. Daarna wordt dat verbond opgezegd. Maar als de echte Vredesvorst straks zal regeren, dan zal er pas echt vrede zijn. Geen kortdurende vrede, maar een vrede die duizend jaar zal duren. Maar dat vrederijk breekt pas aan na de grote verdrukking.

  • 20 december

    2 Samuël 7:12-16
    (12) Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen. (13) Die zal Mijn Naam een huis bouwen; en Ik zal den stoel zijns koninkrijks bevestigen tot in eeuwigheid. (14) Ik zal hem zijn tot een Vader, en hij zal Mij zijn tot een zoon; dewelke als hij misdoet, zo zal Ik hem met een mensenroede en met plagen der mensenkinderen straffen. (15) Maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, gelijk als Ik die weggenomen heb van Saul, dien Ik van voor uw aangezicht heb weggenomen. (16) Doch uw huis zal bestendig zijn, en uw koninkrijk tot in eeuwigheid, voor uw aangezicht; uw stoel zal vast zijn tot in eeuwigheid.

    De belofte van de éne Koning, die regeren zal zoals Psalm 2 ook zegt, is al aan David aangekondigd. David, de schaapsherder, de man naar Gods hart, zou een Zoon krijgen en Hij zou Koning zijn in eeuwigheid. Die zoon was niet Salomo, want hij is gestorven, net als zijn vader David. Hij was wel een beeld van de Zoon van David, die Koning zou worden. Die Zoon zou uit het geslacht van David komen. Maar het kwam niet via Salomo tot stand, maar via Nathan (Lukas 3). Deze Zoon zal een troon in het Koninkrijk bezitten, die zal blijven bestaan. Dat zegt vers 12 ook. God bevestigt dat Koninkrijk. Hij maakt het vast, zodat het onwankelbaar is. Ja, dat Koninkrijk blijft tot in eeuwigheid. Als dat Koninkrijk van Christus is opgericht, dan zal daar geen einde aan komen. En die Zoon zal een huis bouwen voor God. Dat wil niet zeggen dat Hij een stenen gebouw zal maken. Huis staat ook voor een volk. Zo wordt ook het volk Israël wel aangeduid met “huis van Israël”, of “het huis van Jakob”. Zo is het ook met de Gemeente van Jezus Christus. Daarvan wordt door Petrus gezegd dat het een geestelijk Huis is. De Zoon is een Bouwer. Hij bouwt een geestelijk Huis, de Gemeente nu, in de bedeling van de genade, en Hij gaat daarna het Huis van Israël bouwen. En deze twee huizen zullen één worden. Ook als aan deze wereld een einde komt, en er een nieuwe hemel en aarde gemaakt worden, blijft dat. De Gemeente en het Huis van Israël zullen samen deel uitmaken van die nieuwe schepping, want Christus is Koning over deze twee huizen. Dat had God al aan David beloofd. Want het zal worden zoals Johannes 10 het zegt: “één Herder en één kudde”.

  • 26 december

    Openbaring 20:1-6 Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven
    (2) En hij greep den draak, den oude slang, welke is de duivel en satanas,
    en bond hem duizend jaren; (3) En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geëindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden.
    (5) Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding. (6) Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren.

    We hebben bij 23 december gezien dat het 1000-jarig vrederijk begint zonder ongelovigen. Maar God heeft nog iets anders gedaan om de beste voorwaarden te scheppen voor dat vrederijk. Hij heeft namelijk satan (die we kennen als “de oude slang” uit de hof van Eden) genomen en hem geketend in de afgrond. Daar wordt hij in opgesloten. En dan heeft hij niet meer de mogelijkheid om de mensheid te verleiden. Tot nu toe heeft hij dit altijd kunnen doen, maar vanaf het begin van het 1000-jarig vrederijk zal hij dat niet meer kunnen doen. Dat betekent ook dat de mens, als hij zondigt in het vrederijk, de schuld niet kan leggen bij de verleiding door de satan. Dat gebeurde wel in de hof van Eden. Daar sprak hij tot de mens en verleidde Eva, maar dat is in het vrederijk niet meer mogelijk. Maar wat wel overblijft is de zondige natuur van de mens. Dat zit als het ware in de mens ingebakken. God zal laten zien wat de invloed ervan is op de mens. Hoe zijn keuze daardoor bepaald wordt.

    In dat vrederijk zal ook geregeerd moeten worden op aarde. En daarin krijgen de gelovigen, die in de verdrukking gedood zijn, verantwoordelijkheid. Met name zij die tijdens de grote verdrukking trouw zijn gebleven aan de Here Jezus Christus en daarvoor ook gedood zijn. Zij zijn niet bezweken voor het beest en hebben niet hun knieën gebogen voor het beeld. Zij worden opgewekt om met Christus te regeren in die 1000 jaar. Want het is niet de bedoeling dat gelovigen zouden sterven in de verdrukking, maar dat ze het Koninkrijk zouden binnengaan. De overige doden zullen pas opgewekt worden voor de grote witte Troon.

  • 27 december

    Jesaja 2:1-5
    (1) Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Denwelken Mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal het recht den heidenen voortbrengen. (2) Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten. (3) Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen. (4) Hij zal niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar Zijn leer wachten. (5) Alzo zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen, en dezelve uitgebreid heeft, Die de aarde uitgespannen heeft, en wat daaruit voortkomt; Die den volke, dat daarop is, den adem geeft, en den geest dengenen, die daarop wandelen:

    Het 1000-jarig vrederijk zal bestuurd worden vanuit Jeruzalem, want van daaruit wordt de wet, namelijk het Woord van de Heere uitgedragen. Israël zal aan het hoofd der volken staan, de leider zijn van het wereldrijk. Het Koninkrijk van Christus staat vast en heerst. Dat zegt ook vers 2, want daar staat “de berg” (een hoog gelegen plaats) als beeld voor het Koninkrijk. Het zal geen democratisch bestuur zijn, ook geen dictatoriaal bestuur, maar een theocratisch bestuur. Het bestuur van het Koninkrijk van Christus gebeurt vanuit Jeruzalem, waar de troon van de Zoon van David staat. Daar regeert Christus met Zijn Gemeente. De gelovigen uit de grote verdrukking, die gedood zijn vanwege het evangelie, krijgen ook een positie in dat bestuur. Als loon voor wat zij geleden hebben. En dan is het vervuld wat we in Éfeze 1 lazen, dat alles onderworpen is aan de Zoon. Hij regeert als de tweede Adam over de wereld, zoals God dat bedoeld had in Genesis 1. Want Hij heeft de heerschappij over de vissen van de zee en over de vogels in de lucht. Hij heerst over het vee, alle kruipende dieren en over heel de aarde. Dat heeft de eerste Adam nooit voor elkaar gekregen. Zelfs wij kunnen dat tegenwoordig nog niet. Zelfs de dieren die we in huis hebben, hebben we niet in de hand. We kunnen ze soms een bepaald gedrag aanleren, maar daar blijft het bij. En ondanks onze techniek en wetenschap kunnen wij de krachten van het water en van de aarde niet onder controle krijgen. Maar de Here Jezus hoeft slechts te spreken en al die krachten gehoorzamen Hem. En dat zal ook zijn uitwerking hebben op deze aarde!

  • 25 december

    Lukas 2:8-14
    (8) En er waren herders in diezelfde landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hun kudde. (9) En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze. (10) En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal; (11) Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids. (12) En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe. (13) En van stonde aan was er met den engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God en zeggende: (14) Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.

    We vieren vandaag Kerstfeest. Wij denken aan de geboorte van de Here Jezus, iets meer dan 2000 jaar geleden. Zijn geboorte was door de engel Gabriël aangekondigd, en hier was die dag aangebroken. De geboorte werd door engelen aangekondigd aan de herders. Zij waren degenen die het verkondigden aan wie het maar horen wilde. De belofte, die God gedaan had in de hof van Eden werd vervuld. De Zaligmaker was geboren. Hij zou het volk verlossen van hun zonden. Hij was de Zoon van David, de komende Koning. Hij zal regeren tot in eeuwigheid. Zijn Koninkrijk zal een Koninkrijk van vrede zijn. Vrede op aarde, zoals de engelen ook gesproken hadden. Vrede is niet op de eerste plaats een toestand waarin geen oorlog heerst. Vrede, zegt Paulus in Romeinen 5, hebben wij bij God door de Here Jezus Christus. Omdat Hij de Rechtvaardige is, kunnen wij rechtvaardigheid verkrijgen door het geloof van Hem. Zijn rechtvaardigheid wordt ons toegerekend, omdat wij geloven in de Zoon van de levende God. Dat geeft vrede. Vrede in ons hart, omdat wij door Christus weer kunnen naderen tot God. Vrede op aarde zal straks ook realiteit zijn, maar nu nog niet. Dat komt omdat de duivel nu nog deze wereld regeert. Straks wanneer de echte Vredevorst regeert, zal Zijn invloed ook merkbaar zijn in de wereld. Dan zal dat allemaal veranderen. Maar willen we nu vrede met God hebben, moeten we kijken naar het open graf. De loopbaan van de Here Jezus op aarde begon in Bethlehem in een stal en eindigde voorlopig bij het open graf, bij Zijn Opstanding. Maar straks zal Hij Zijn taak verder uitvoeren, om op aarde als Koning te regeren over deze wereld.

  • 24 december

    Matthéüs 13:24-30, 36-43 Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven
    (24) Een andere gelijkenis heeft Hij hun voorgesteld, zeggende: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mens, die goed zaad zaaide in zijn akker. (25) En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg.
    (30) Laat ze beiden te zamen opwassen tot den oogst, en in den tijd des oogstes zal ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt het in busselen, om hetzelve te verbranden; maar brengt de tarwe samen in mijn schuur.
    (41) De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen;

    De Here Jezus sprak tot de Joden in gelijkenissen. Eén ervan is de gelijkenis van het onkruid uit Matthéüs 13. Het onkruid werd door de tegenstander gezaaid tussen de tarwe. Dat groeide samen op. Het was niet mogelijk die twee soorten te scheiden. Dat was pas mogelijk bij de oogst. De Here Jezus legt deze gelijkenis uit aan Zijn discipelen. Bij deze gelijkenis gaat het ook om de scheiding tussen gelovigen (kinderen des Koninkrijks) en ongelovigen. Over die scheiding lazen we ook in Matthéüs 25. Daar ging het om de scheiding tussen de bokken en de schapen. De schapen zijn hetzelfde als de kinderen van het Koninkrijk en zullen blinken als de zon in dat Koninkrijk. Dit gebeurt bij de oogst, of zoals de Here Jezus uitlegt bij de “voleindiging van deze (opstandige) wereld” (= einde bedeling van de volheid der tijden; zie 18 december). Dan zullen de kinderen in het Koninkrijk gebracht worden en begint het vrederijk van 1000 jaar met allemaal gelovigen op aarde. Dan zal er geen ongerechtigheid meer zijn. Daarom zullen zij ook blinken als de zon. Blinken als de blinkende Morgenster, namelijk Jezus Christus.

    De duivel is nu nog de machthebber over de tegenwoordige wereld. Maar daar komt een einde aan. Dat was al aangekondigd in de hof van Eden. Op Golgotha is hij definitief verslagen. Daar werd zijn kop vermorzeld. Daar werd de overwinning behaald. Die overwinning wordt aan het einde van deze periode in praktijk gebracht. Dan is de satan geen machthebber meer in deze wereld. Aan zijn heerschappij is dan definitief een einde gekomen. Wel wordt hij aan het einde van de duizend jaar nog even los gelaten om de mensheid nog één keer te verleiden. Maar daarna wordt hij in de poel van vuur geworpen.