Categorie: Jongeren

  • 02 maart

    Johannes 3:8
    De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een ieder, die uit den Geest geboren is.
    Johannes 3:6
    Hetgeen uit het vlees geboren is, dat is vlees; en hetgeen uit den Geest geboren is, dat is geest.

    Twee teksten uit Johannes 3, even in de verkeerde volgorde, voor het gemak. We bespreken nu niet dit hoofdstuk, maar we willen iets over “geest” leren.

    Johannes 3:8 vergelijkt geest met de wind. Wind is een luchtstroom, waarvan je alleen iets merkt wanneer het langskomt. Waar het oorspronkelijk vandaan komt en waar het uiteindelijk heengaat, is onduidelijk. Zelf is het onzichtbaar. Het is er wel, zelfs merkbaar, maar zonder vorm. Je kunt het voelen, maar niet aanraken. Je kunt het niet betasten, vangen of vasthouden.

    De eerste keer dat we iets over geest horen in de Bijbel is in Genesis 1:2. Daar staat over de Geest van God dat hij zweefde op of boven de wateren. Zweven of waaien is ongeveer hetzelfde. De Geest, of gewoon geest, is iets wat we niet kunnen grijpen of begrijpen. Iets wat we niet zien, maar wel merken. Er wel is, maar niet in vaste vorm. We kennen eigenlijk best veel onzichtbare stromen in de wereld om ons heen. Of straling. Elektriciteit, microgolven van de magnetron, gsm. Zo vreemd is geest ook weer niet.

    Als we nog even aan wind terugdenken, dan is er nog iets belangrijks om te noemen. Wind beweegt, brengt dingen in beweging; is soms krachtig, soms zwak, maar staat niet stil. Het werkt iets uit. Zo is het met de Geest van God ook. Want er kan iets uit die Geest geboren worden.

  • 08 maart

    Niet bij alle werken staat erbij dat de Geest het deed. Wat er bijvoorbeeld tijdens de woestijntocht van Israël allemaal gebeurde, daar wordt geen enkele keer de Geest van God genoemd. Toch beschrijft de Bijbel het spreken van God en de aanwezigheid van God als activiteit van de Geest.

    Nehemia 9: 19, 20
    (19) Hebt Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, om hen op den weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin zij zouden wandelen. (20) En Gij hebt Uw goeden Geest gegeven om hen te onderwijzen; en Uw Manna hebt Gij niet geweerd van hun mond, en water hebt Gij hun gegeven voor hun dorst.

    Haggai 2: 4, 5
    (4) Doch nu, wees sterk, gij Zerubbabel! spreekt de HEERE; en wees sterk, gij Josua, zoon van Jozadak, hogepriester! en wees sterk, al gij volk des lands! spreekt de HEERE; en werkt, want Ik ben met u, spreekt de HEERE der heirscharen; (5) Met het woord, in hetwelk Ik met ulieden een verbond gemaakt heb, als gij uit Egypte uittrokt, en Mijn Geest, staande in het midden van u; vreest niet!

    Aan de wolk/vuurkolom, die steeds bij Israël was, kennen we de relatie die er was tussen God en het volk. Hij was hen nabij. Hij onderwees hen, onderhield hen en leidde hen naar het land. De heerlijkheid van God woonde op de ark des Verbonds, die zijn plaats had in het midden van Israël. Het is niet nodig om overal erbij te zeggen dat Gods Geest er was, want het is overduidelijk dat er geen verschil is tussen God en Gods Geest.

    Gods Geest is de aanduiding voor al wat de onzichtbare God doet. Als je in één woord moet zeggen wat de Geest van God is, kun je het beste zeggen: Gods leven. Als Gods leven in mensen werkt, deelt Hij uit van Zichzelf. Van Zijn hoger leven deelt Hij uit, zonder dat Hij het zelf kwijtraakt.