Categorie: Jongeren

  • 16 februari

    2 Petrus 3:13
    Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelken gerechtigheid woont.

    We hebben nu inmiddels geleerd dat wedergeboorte allereerst van toepassing is op de Here Jezus. Zonder Hem was er geen sprake geweest van wedergeboorte, op grond van Zijn dood en opstanding is wedergeboorte mogelijk geworden. (Zie 7 februari). Lees:

    Matthéüs 19:28
    Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte.

    Hier wordt wedergeboorte vervolgens toegepast op de Gemeente van Christus, die zowel uit Joden als heidenen bestaat. Daarna zal ook de staat Israël wedergeboren worden, wel met een andere bestemming, zoals we in het voorgaande hebben gezien.

    Als laatste zullen ook de hemelen en de aarde veranderd worden. Het begrip wedergeboorte wordt van toepassing gebracht op de gehele oude schepping. De komst van de nieuwe hemelen en aarde is ook het resultaat van de opstanding van de Here Jezus. “Want wij weten, dat het ganse schepsel tezamen zucht, en tezamen in barensnood is tot nu toe”. (Romeinen 8:22) De geschiedenis van de schepping zoals we die in de Bijbel vinden, is vergelijkbaar met een zwangerschap. De oude schepping, zoals wij die kennen, vervult de rol van moeder, uit wie straks het nieuwe leven zal geboren worden. Hetzelfde beeld dus als de oude mens, die de nieuwe mens in zich draagt.

    Net zoals de oude mens, is ook de oude schepping niet volmaakt. Sterker nog, omdat we geboren zijn uit deze oude schepping kunnen we het koninkrijk van God niet binnengaan. Morgen wil ik graag verder gaan met de vraag wat er mis is met de oorsprong van deze wereld.

  • 17 februari

    Genesis 1:1-2
    1 In den beginne schiep God de hemel en de aarde. 2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op de afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.

    Er is in het boek Genesis maar één vers dat spreekt over de schepping van hemel en aarde en dat is hier in Genesis 1:1. Het idee dat in de volgende verzen beschreven wordt hoe God deze schepping tot stand heeft gebracht, berust op een groot misverstand. De Bijbel vermeldt dit namelijk niet, omdat het voor ons niet van belang is.

    De zin “De aarde nu was woest en ledig en duisternis was op de afgrond”, vertelt iets dat plaatsvond na vers 1, dus na de schepping van hemel en aarde. Aan deze gedachte moet je eerst even wennen, omdat het vaak anders geleerd wordt. Maar dat God eerst chaos zou scheppen en vervolgens in zes dagen de hemel en aarde daaruit zou vormen, wordt niet door de Bijbel gesteund. Deze leer is een oude Griekse leer, die ook in de dagen van de Here Jezus bekend was en heeft veel mensen beïnvloed; helaas ook veel christenen in hun interpretatie van Genesis. De Bijbel leert dat God geen chaos schept; Hij is een God van orde en niet van wanorde.

    De correcte vertaling van vers twee is volgens mij als volgt: “Maar de aarde werd woestheid en ledigheid en duisternis wegens het verschijnen van de afgrond”. Wat hier vermeld wordt is geen vervolg van vers 1, maar het gevolg van een oordeel dat over de schepping is gekomen. Ik wil nu niet ingaan op wie of wat deze verwoesting heeft veroorzaakt, omdat dat een heel ander onderwerp is dan waar we nu mee bezig zijn.

    Vers 1 spreekt dus over de oorspronkelijke schepping en vers 2 over de gevolgen van een verwoestend oordeel, waardoor het een woeste, ledige en duistere wereld werd.