Categorie: Jongeren

  • 13 februari

    Romeinen 1:16
    Want ik schaam mij des Evangelies van Christus niet, want het is kracht Gods tot zaligheid, een ieder, die gelooft, eerst de Jood, en den Griek.

    God heeft een plan met het Joodse volk, maar de uitvoering daarvan moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Veel mensen, ook gelovigen, hebben het idee opgevat, dat het niet nodig is dat Joden wedergeboren worden. Zij denken dat de Joden, omdat ze in het verleden het uitverkoren volk van God waren, automatisch behouden zijn. Dit is een groot misverstand en wordt ook niet zo geleerd in de Bijbel.

    We hebben in het voorgaande gezien dat in het Oude Testament al geprofeteerd wordt dat de dode beenderen eerst levend gemaakt worden. De wedergeboorte van Israël komt, net als de individuele wedergeboorte van een zondaar, tot stand op voorwaarde van geloof. Ook Paulus was zich bewust van deze waarheid. In Romeinen 9 tot 11 heeft hij dan ook geen andere boodschap voor Israël, dan dat de mens door alle bedelingen heen slechts gerechtvaardigd wordt door geloof. Dit geldt zowel voor jood als heiden.

    Op de vraag, waarom Israël nog steeds niet is wedergeboren, antwoordt hij: “Waarom? Omdat zij die zochten niet uit het geloof, maar uit de werken der wet; want zij hebben zich gestoten aan den steen des aanstoots”. (Romeinen 9:32)

    De fout van Israël was dat zij gerechtvaardigd wilden worden uit de werken der weten, niet uit geloof. Men wilde zich zelf verlossen en dat is niet mogelijk. De natuurlijke mens heeft een Verlosser nodig. In Romeinen 9:33 haalt Paulus een citaat uit het Oude Testament aan, waaruit we kunnen concluderen dat rechtvaardiging door geloof ook in het Oude Testament al werd geleerd.

    Een ongelovig Israël werd door God terzijde gezet, een gelovig Israël zal weer worden aangenomen.

  • 12 februari

    Ezechiël 37:9
    En Hij zeide tot mij: Profeteer tot de geest; profeteer, mensenkind en zeg tot de geest; Zo zegt de Here HERE: Gij geest kom aan van de vier winden, en blaas in deze gedooden, opdat zij levend worden.

    Hier wordt dus duidelijk aangegeven dat het initiatief tot overgave niet van Israël maar van God uitgaat. Hij zal zijn Geest sturen. Voordat deze profetie vervuld wordt, moet eerst het volk tot bekering komen. God komt met een oordeel, ook wel grote verdrukking genoemd. Dit oordeel zal er uiteindelijk toe leiden, dat het Joodse volk in hun benauwdheid de Heer zal aanroepen. “. . . het zal Mijnen Naam aanroepen, en Ik zal het verhoren; Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De Heere is mijn God”. (Zacharia 13:9)

    Daarna zal de bovenstaande profetie uit Ezechiël eindelijk vervuld worden. Het gaat dan niet alleen over de twee stammen, waaruit de Joodse staat momenteel bestaat, maar over alle twaalf stammen van Israël.

    Markus 13:24-27
    24 Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven. 25 En de sterren des hemels zullen daaruit vallen, en de krachten, die in de hemelen zijn, zullen bewogen worden. 26 En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien, komende in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. 27 En alsdan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en zal Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels.

    Dat zal een geweldige gebeurtenis zijn! Zo zal de wedergeboorte van de staat Israël plaatsvinden. De Geest zal komen in de verstrooide Israëlieten over de gehele aarde en van daar uit zullen ze verzameld worden, om een levend lichaam te worden in het beloofde land.