Categorie: Jongeren

  • 04 februari

    1 Korinthe 15:44
    Een natuurlijk lichaam wordt er gezaaid een geestelijk lichaam wordt er opgewekt. Er is een natuurlijk lichaam, en er is een geestelijk lichaam.

    We hebben al eerder gezien dat wat hier een natuurlijk lichaam wordt genoemd, ook wel vlees en bloed genoemd, niet kan binnengaan in het Koninkrijk van God. Toch zien we in de praktijk vaak dat mensen, met de beste bedoelingen, zichzelf willen verbeteren. Iedereen maakt zich daar wel eens schuldig aan, ook gelovigen. Door vroom en religieus te leven en zichzelf bepaalde regels op te leggen, hoopt men toch binnen te gaan in het Koninkrijk.
    Maar hoe goed we ook ons best doen, we kunnen op deze manier niet met God verzoend worden. Het is gedoemd om te mislukken, we blijven namelijk vlees en bloed. Denk maar eens aan alle goede voornemens die we soms hebben. In de praktijk komt er vaak niets van terecht, wat meestal tot veel frustraties leidt. Het is daarom belangrijk dat we de oorzaak kennen van ons gedrag. Deze ligt namelijk in onze afkomst. Ook Paulus komt tot deze conclusie in:

    Romeinen 7:18, 19
    Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want
    het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. 19 Want het goede, dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.

    Als we dus eerlijk naar onszelf kijken, moeten we net als Paulus erkennen dat we niet in staat zijn ons zelf te verlossen, zoals hij zegt in:

    Romeinen 7:24
    Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods.

    We moeten namelijk verlost worden van onze oude natuur om een nieuwe te kunnen ontvangen.

  • 05 februari

    Jesaja 53:5
    Maar Hij is om onze overtredingen verwond; om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.

    Zoals ik al eerder heb aangeduid, is er verschil tussen zonde en zonden. Dit vers in Jesaja spreekt over zonden (meervoud). Het gaat hier niet over de zonde, onze oude natuur, maar over onze daden of de vruchten van onze zondige natuur. In het Oude Testament wordt al geprofeteerd dat de Here Jezus zou komen om onze zonden op zich te nemen. Het gaat hier over het lijden van de Here Jezus. Het lijden dat op de Here Jezus kwam, was een gevolg van de toorn van God, vanwege onze zonden. “Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout”. (1 Petrus 2:24)

    Omdat God rechtvaardig is, is het noodzakelijk dat de zonden bestraft worden. Deze straf is door de Here Jezus op Zich genomen en gedragen. “. . . zodat Hij [God] Zelf rechtvaardig is, ook als Hij [God] hem rechtvaardigt die uit het geloof van Jezus is…”. (Romeinen 3:26; vertaling N.B.G.)

    De Here Jezus is dus het middel, waardoor God onze zonden kan vergeven. Het resultaat hiervan is: “Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; Zalig is de man, welken de Here de zonden niet toerekent”. (Romeinen 4:7, 8; Psalmen 32:1)
    Als we begrijpen dat de gehele mensheid van nature verloren is, moeten we ons afvragen voor wie we verloren zijn. We zijn niet het eigendom van onszelf, maar Gods eigendom. Daarom is het in de eerste plaats Gods zaak. Hij voorziet dan ook in een verlossingsplan voor deze wereld. Wedergeboorte heeft een belangrijke plaats in dit verlossingsplan. We worden wedergeboren met als bestemming, niet de oude schepping, maar de nieuwe schepping.