Categorie: Jongeren

  • 26 december

    Openbaring 20:1-6 Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven
    (2) En hij greep den draak, den oude slang, welke is de duivel en satanas,
    en bond hem duizend jaren; (3) En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geëindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden.
    (5) Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding. (6) Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren.

    We hebben bij 23 december gezien dat het 1000-jarig vrederijk begint zonder ongelovigen. Maar God heeft nog iets anders gedaan om de beste voorwaarden te scheppen voor dat vrederijk. Hij heeft namelijk satan (die we kennen als “de oude slang” uit de hof van Eden) genomen en hem geketend in de afgrond. Daar wordt hij in opgesloten. En dan heeft hij niet meer de mogelijkheid om de mensheid te verleiden. Tot nu toe heeft hij dit altijd kunnen doen, maar vanaf het begin van het 1000-jarig vrederijk zal hij dat niet meer kunnen doen. Dat betekent ook dat de mens, als hij zondigt in het vrederijk, de schuld niet kan leggen bij de verleiding door de satan. Dat gebeurde wel in de hof van Eden. Daar sprak hij tot de mens en verleidde Eva, maar dat is in het vrederijk niet meer mogelijk. Maar wat wel overblijft is de zondige natuur van de mens. Dat zit als het ware in de mens ingebakken. God zal laten zien wat de invloed ervan is op de mens. Hoe zijn keuze daardoor bepaald wordt.

    In dat vrederijk zal ook geregeerd moeten worden op aarde. En daarin krijgen de gelovigen, die in de verdrukking gedood zijn, verantwoordelijkheid. Met name zij die tijdens de grote verdrukking trouw zijn gebleven aan de Here Jezus Christus en daarvoor ook gedood zijn. Zij zijn niet bezweken voor het beest en hebben niet hun knieën gebogen voor het beeld. Zij worden opgewekt om met Christus te regeren in die 1000 jaar. Want het is niet de bedoeling dat gelovigen zouden sterven in de verdrukking, maar dat ze het Koninkrijk zouden binnengaan. De overige doden zullen pas opgewekt worden voor de grote witte Troon.

  • 27 december

    Jesaja 2:1-5
    (1) Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Denwelken Mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal het recht den heidenen voortbrengen. (2) Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten. (3) Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht voortbrengen. (4) Hij zal niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar Zijn leer wachten. (5) Alzo zegt God, de HEERE, Die de hemelen geschapen, en dezelve uitgebreid heeft, Die de aarde uitgespannen heeft, en wat daaruit voortkomt; Die den volke, dat daarop is, den adem geeft, en den geest dengenen, die daarop wandelen:

    Het 1000-jarig vrederijk zal bestuurd worden vanuit Jeruzalem, want van daaruit wordt de wet, namelijk het Woord van de Heere uitgedragen. Israël zal aan het hoofd der volken staan, de leider zijn van het wereldrijk. Het Koninkrijk van Christus staat vast en heerst. Dat zegt ook vers 2, want daar staat “de berg” (een hoog gelegen plaats) als beeld voor het Koninkrijk. Het zal geen democratisch bestuur zijn, ook geen dictatoriaal bestuur, maar een theocratisch bestuur. Het bestuur van het Koninkrijk van Christus gebeurt vanuit Jeruzalem, waar de troon van de Zoon van David staat. Daar regeert Christus met Zijn Gemeente. De gelovigen uit de grote verdrukking, die gedood zijn vanwege het evangelie, krijgen ook een positie in dat bestuur. Als loon voor wat zij geleden hebben. En dan is het vervuld wat we in Éfeze 1 lazen, dat alles onderworpen is aan de Zoon. Hij regeert als de tweede Adam over de wereld, zoals God dat bedoeld had in Genesis 1. Want Hij heeft de heerschappij over de vissen van de zee en over de vogels in de lucht. Hij heerst over het vee, alle kruipende dieren en over heel de aarde. Dat heeft de eerste Adam nooit voor elkaar gekregen. Zelfs wij kunnen dat tegenwoordig nog niet. Zelfs de dieren die we in huis hebben, hebben we niet in de hand. We kunnen ze soms een bepaald gedrag aanleren, maar daar blijft het bij. En ondanks onze techniek en wetenschap kunnen wij de krachten van het water en van de aarde niet onder controle krijgen. Maar de Here Jezus hoeft slechts te spreken en al die krachten gehoorzamen Hem. En dat zal ook zijn uitwerking hebben op deze aarde!