Categorie: Jongeren

  • 16 december

    Ezechiël 39:7-13 (Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven)
    (7) En Ik zal Mijn heiligen Naam in het midden van Mijn volk Israël bekend maken, en zal Mijn heiligen Naam niet meer laten ontheiligen; en de heidenen zullen weten, dat Ik de HEERE ben, de Heilige in Israël. (8) Ziet, het komt en zal geschieden, spreekt de Heere HEERE; dit is de dag, van welken Ik gesproken heb. (9) En de inwoners der steden Israëls zullen uitgaan, en vuur stoken en branden van de wapenen, zo van schilden als rondassen, van bogen en van pijlen, zo van handstokken als van spiesen; en zij zullen daar­van vuur stoken zeven jaren;
    (13) Ja, al het volk des lands zal begraven, en het zal hun tot een naam zijn, ten dage als Ik zal verheerlijkt zijn, spreekt de Heere HEERE.

    De profeet Ezechiël beschrijft in dit hoofdstuk het begin van de oorlog tegen Israël. De tegenstanders Gog, Mesech en Tubal worden door God Zelf naar Israël toegetrokken. Het gebruik van een zeshaak geeft aan dat ze in eerste instantie niet willen, maar ze moeten of ze willen of niet. En als ze dan gekomen zijn in het beloofde land dan worden die legers verslagen. God Zelf oordeelt deze legers en er blijft niets van hen over. Overal in het land zullen de soldaten gedood worden en de lijken zijn een prooi voor de roofdieren. (En dit zal gebeuren, zegt de Heere Heere, omdat Hij gesproken heeft van die dag (vers 8). Die dag kan geen andere dag zijn dan de dag des Heeren. Dat is de dag waarop dat allemaal vervuld zal worden. Zo treft men het land aan als het volk Israël, onder aanvoering van hun Messias de Jordaan oversteekt.

    De stank van rottende lijken zal niet aangenaam zijn. En het volk zal, staat er, zeven maanden bezig zijn om de doden te begraven en het land te reinigen. Zeven maanden lang moet men doden begraven, elke dag weer. Dat betekent dat het vijandige leger een enorme grote legermacht moet zijn geweest. De invasiemacht die Koeweit bevrijdde telde 430.000 man. In Irak zitten 235.000 Amerikaanse soldaten. Dit zijn enorme aantallen, en als zo’n leger verslagen is, zul je maar zoveel mensen moeten begraven! Geen wonder dat ze er zeven maanden over doen. Het voordeel dat het volk Israël daarvan heeft is, dat ze zich voorlopig geen zorgen hoeven te maken over de voorraad brandstof. Er zal genoeg voorraad zijn om zeven jaar lang vuur te stoken, zodat men het niet koud zal krijgen.

  • 22 december

    Openbaring 16:17-21 Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven
    (17) En de zevende engel goot zijn fiool uit in de lucht; en er kwam een grote stem uit den tempel des hemels, van den troon, zeggende: Het is geschied! (18) En er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen; en er geschiedde een grote aardbeving, hoedanige niet is geschied van dat de mensen op de aarde geweest zijn, namelijk een zodanige aardbeving en zo groot. (19) En de grote stad is in drie delen gescheurd, en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babylon is gedacht geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn des toorns Zijner gramschap.
    (21) En een grote hagel, elk als een talent pond zwaar, viel neder uit den hemel op de mensen; en de mensen lasterden God vanwege de plage des hagels; want deszelfs plage was zeer groot.

    In dit gedeelte wordt de laatste oorlog beschreven, voordat het vrederijk begint. Het gaat over de vernietiging van Babylon (= Babel). Babylon is de hoofdstad van het laatste wereldrijk, hetgeen door Daniël al voorzegd was, in de geschiedenis van het beeld van Nebukadnezar. Dit rijk zal de kenmerken dragen van alle voorafgaande wereldrijken. En dit rijk zal worden bestuurd vanuit Babylon. Daar woont dan de grote tegenstander van Christus, de oude slang. Hij leidt de mensheid in de oorlog. En dan voltrekt de zevende engel het oordeel. Vanuit de hemel komen er bliksemschichten en donderslagen en grote hagelstenen, zo groot als keien en brengen het oordeel van God. Ook is er een grote aardbeving, zoals er ook nog nooit geweest was. Die aardbeving splitst de stad in drie delen en eilanden en bergen vind je niet meer. En dan nog lasteren de mensen God vanwege dit oordeel. Ondanks dat God deze teke­nen laat zien, wil de ongelovige mens zich niet buigen voor God. Men dacht dat Babylon een grote sterke en onoverwinnelijke stad was. Babylon was een stad geworden, die bekend was om haar specerijen, haar gouden en zilveren voorwerpen. Het wordt een stad, die met geweld geoordeeld zal worden. Een stad die in één uur vernietigd zal worden. En daarna zal er ook niets van enige waarde in haar gevonden worden. Die stad moet vernietigd worden, omdat vanaf dat moment, een nieuwe stad het centrum van de wereld zal zijn, namelijk Jeruzalem. De stad van David. Vanaf dat moment zal het nieuwe wereldrijk gerealiseerd zijn, namelijk het Israëlitisch wereldrijk, met Jeruzalem als hoofdstad. Daar zal Christus regeren vanaf de troon van David.