Categorie: Jongeren

  • 08 december

    Joël 2:1-14 (Niet alles van deze aanhaling is hier uitgeschreven)
    (1) Blaast de bazuin te Sion , en roept luide op den berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, want hij is nabij. (2) Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke duisterheid, als de dageraad uitgespreid over de bergen; een groot en
    machtig volk, desgelijks van ouds niet geweest is, en na hetzelve niet meer zal zijn tot in jaren van vele geslachten. (3) Voor hetzelve verteert een vuur, en achter hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als een lusthof, maar achter hetzelve een woeste wildernis, en ook is er geen ontkomen van hetzelve. (10) De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht, de hemel beeft; de zon en maan worden zwart, en de sterren trekken haar glans in. (11) En de HEERE verheft Zijn stem voor Zijn heir henen; want Zijn leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot en zeer vreselijk, en wie zal hem verdragen?

    Die dag van de Heer komt. Dat kondigden alle profeten al aan. En die dag heeft een aantal kenmerken. Die vind je steeds bij elke profetie omschreven. Ook Joël 2 schrijft daarover. Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van dikke wolken, zegt vers 2. En ook zoals vers 10 beschrijft, een dag dat de aarde beroerd wordt, de hemel beeft. Dit zijn uitdrukkingen van wat er gebeuren zal, namelijk een aardbeving. Ook zal de zon en maan zwart worden, en de ster­ren trekken hun glans in. Als er ergens een vulkaanuitbarsting is geweest, dan komen er zoveel donkere wolken in de lucht dat de zon en de maan verduis­terd worden. Dat betekent dat er weinig licht is op die dag des Heeren. Deze kenmerken vind je steeds genoemd in de Bijbel. En als je daarover leest, dan moet je direct denken aan deze dag. Deze verschijnselen zijn onlosmakelijk verbonden met deze dag des Heeren. Iedere keer roept de profeet op tot bekering, want die dag is heel belangrijk en tegelijk een vreselijke dag. Dan kun je je niet anders voordoen dan je bent. God ziet daar dwars doorheen. Doen alsof je je bekeerd hebt, heeft geen nut. Je kleren scheuren als teken van rouw is niet genoeg. De Heere ziet het hart aan. En als je je oprecht tot Hem keert, zal blijken dat Hij een genadige en barmhartige God is. Hij is lankmoedig (dat wil zeggen: Hij heeft veel geduld) en is rijk aan genade. Dat is Hij nu ook voor ons, maar dan zal Hij dat ook aan Zijn volk Israël laten zien.

     

  • 07 december

    Joël 1:15-20
    (15) Ach, die dag! want de dag des HEEREN is nabij, en zal als een verwoesting komen van den Almachtige. (16) Is niet de spijze voor onze ogen afgesneden? Blijdschap en verheu­ging van het huis onzes Gods? (17) De granen zijn onder hun kluiten verrot, de schathuizen zijn ver­woest, de schuren zijn afgebroken, want het koren is verdord. (18) O, hoe zucht het vee, de runderkudden zijn bedwelmd, want zij heb­ben geen weide, ook zijn de schaapskudden verwoest. (19) Tot U, o HEERE! roep ik; want een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd, en een vlam heeft alle bomen des velds aangestoken. (20) Ook schreeuwt elk beest des velds tot U; want de waterstromen zijn uitgedroogd, en een vuur heeft de weiden der woestijn verteerd.

    De profeet Joël klaagt hier over de verwoesting die de dag des Heeren met zich mee zal brengen. Het is een dag van oordelen. Daarom komen er ook zoveel profeten erop terug. Het oordeel begint bij het huis van God. Het (be)oordelen van de Gemeente van Christus, heeft vóór het begin van de 70e week van Daniël al plaats gehad. En nu volgt het oordeel over Israël aan het einde van die week. Aan het einde van die week zal er geen voedsel meer in het land zijn. Alles is vernietigd. Alle vijandige legers zijn opgetrokken naar Jeruzalem. En bij hun tocht laten ze niets heel of met rust. Voor de ogen van het volk gebeurt het en ze kunnen er niets tegen doen. Alles wordt in de brand gestoken (daarom is vuur ook een uitbeelding van oordeel). Een oordeel dat de Heer Zelf voltrekt door middel van vijandige legers.

    Dat oordeel heeft maar één doel: om de mens te behouden, zalig te maken. Dat hij erkent dat er maar één God is die verlossen kan. Dat de mens roept tot de Heere zijn Schepper. Hem erkent als zijn Schepper. Alleen wie de Naam des Heeren aanroept zal verlossing vinden! Dat geldt nu, maar ook straks voor het volk Israël.