Categorie: Jongeren

  • 28 november

    De zoon van …, de zoon van …, de zoon van …

    Kon de Here Jezus alle zonden van de hele mensheid betalen in een paar uur tijd? Veel mensen denken van niet, omdat het niet in verhouding lijkt te staan tot de grootte van de schuld van de mensheid. Tóch heeft Hij het gedaan. Hij was ook de enige op de wereld die het kón doen. Dat had alles te maken met het recht op plaatsvervanging, dat geregeld is in Gods wet. De Here Jezus stierf (betaalde met zijn leven) in plaats van de mensheid. Om dat beter te kunnen begrijpen vandaag een stukje genealogie, oftewel: stamboomkennis.

    Je kent vast Willem van Oranje wel. Hij was de grondlegger van het huis van Oranje. Zijn zoon erfde van hem de titel en functie “Prins der Nederlanden”, diens oudste zoon erfde zijn titel weer, enzovoorts. Als er geen zoon was om de titel aan over te dragen, ging de titel over naar de dichtstbijstaande mannelijke bloedverwant, dus een neef of broer. Onze koningin Beatrix is zodoende de meest directe afstammeling van Willem van Oranje (want sinds iets meer dan 100 jaar kunnen ook vrouwen de titel erven). Als Koningin der Nederlanden is zij het hoofd van de koninklijke familie en de vertegenwoordigster van het Nederlandse volk.

    Wist je dat de Here Jezus toen Hij hier op aarde leefde de meest directe afstammeling was van Adam, de allereerste mens? Lees er Lukas 3:23-38 maar eens op na. Daar staan alle voorouders van de Here Jezus genoemd, helemaal terug in de tijd tot aan “Adam, den (zoon) van God”. Als directe afstammeling van de eerste mens, en dus als “hoofd van de mensheid” of “Zoon des mensen”, kon de Here Jezus de mensheid vertegenwoordigen naar God toe. Als hoofd van de mensheid had hij de mogelijkheid en het recht om de mensheid te lossen (lees Leviticus 25 maar eens over de situaties waarin lossing toegepast werd). De Here Jezus was vanwege Zijn afstamming in staat om de mensheid vrij te kopen van de grote schuld die zij had bij God. En gelukkig heeft Hij dat ook gedaan! Hij is naar God toe als onze Losser opgetreden en heeft betaald voor ons, zodat wij nu vrij -verlost- van zonde zijn.

    En wat zo mooi is, is dat Hij door Zijn opstanding uit de doden voor eeuwig onze vertegenwoordiger naar God toe kan blijven. “Ik weet dat mijn (Ver)losser leeft!” (Job 19:25)

  • 27 november

    Straf voor onze zonde?

    Vroeger, en tegenwoordig helaas ook nog wel eens, zei men als iemand getroffen werd door tegenspoed, zoals ziekte: “Het is een straf van God. Hij heeft die en die zonde begaan, en God laat hem daar nu voor boeten.” Je zou er bang van worden, als je niet wist dat de Bijbel iets anders zegt.

    Gods Woord zegt dat de Heer eens en voor altijd voor onze zonden geboet heeft aan het kruis. Alle zonden van de mensheid zijn sindsdien weggedaan, “zo ver als het oosten verwijderd is van het westen.” (Psalm 103:12). Er is al gestraft, dus dat hoeft gelukkig niet nog eens gedaan te worden. Als we iets verkeerd doen, straft de Heer ons niet. Hij ziet onze nieuwe mens aan, die volmaakt is in Christus. Hij voedt ons op, wat soms zwaar is, maar laat ons niet meer boeten voor zaken waar lang geleden al voor geboet is.

    Maar hoe kan het dan dat ook gelovigen nare dingen zoals ziekte overkomen? Volgens de Bijbel is de mens uit de aarde, aards (1 Korinthe 15:47) en dus per definitie vatbaar voor alles wat daar aan nare dingen bij hoort. Die nare dingen worden niet door God gegeven, maar zijn een gevolg van het feit dat onze oude natuur nog hoort bij deze oude, onvolmaakte schepping. De satan is op dit moment nog de overste der wereld, en dat verklaart waarom het hier nog niet volmaakt is. Dáár is veel ellende op terug te voeren.

    Daarnaast is het niet de bedoeling dat je als gelovige vanuit je oude natuur blijft leven, dus gericht op de wereld en niet op de Heer. Als je dat doet, zal de Heer zich op dezelfde manier met je bemoeien als Hij zich met de wereld bemoeit: niet dus. Hij laat je als het ware in je sop gaarkoken en je ervaart geen zegen. Dat is dan geen straf van Hem, maar een gevolg van jouw eigen keuze.

    Geef de Heer in dagen van ziekte of tegenspoed dus niet de schuld. Kijk liever over de narigheid heen naar wie je bent in Christus en leef daar uit. Hij is de eersteling van die nieuwe, volmaakte schepping, waar jij als gelovige ook deel van uitmaakt!