Categorie: Jongeren

  • 17 oktober

    Lees 1 Korinthe 10:1-13

    Gedoopt in de zee
    In dit Schriftgedeelte vinden we Israël als voorbeeld voor ons. Israël was gedoopt in Mozes, in de wolk en in de zee. Waar Mozes ging, ging het volk ook. Hetzelfde gold voor de wolk. 

    Israël was verlost uit Egypte. Na de laatste plaag (de dood van al het eerstgeborene) waarbij het Pascha ingesteld werd, ging Israël door de zee heen. Dezelfde zee, die de legers van farao verzwolg, werd de redding voor de Israëlieten. God maakte een uitweg, waar die eerder niet was. De zee is hier een type van de dood. Het volk van God ging met Mozes (beeld van de Here Jezus) de dood in, maar kwam er ook weer uit (beeld van opstanding). Trouwens, Mozes had ervaring met water. Als baby’tje in het rieten mandje had hij dit al meegemaakt. De naam Mozes betekent ook: “uit het water getrokken”. 

    En wat denk je van Noach met de ark. Het zijn dezelfde beelden, die je steeds weer herhaald ziet in de Bijbel. De gedachte is dat je het water in gaat en er weer uit komt. 1 Petrus 3:20, 21 legt de link tussen Noach en de doop. Voor een gelovige is er verlossing door de dood heen. 

    Het volk Israël ging daarna de woestijn in, geleid door Mozes. Overdag was er een wolkkolom en ‘s nachts een vuurkolom op weg naar het beloofde land. Ook de gelovige van vandaag heeft na zijn verlossing nog een woestijntocht te gaan. 

    Gedoopt in de zee komt in het nieuwe testament terug in de doop en wordt daar verder duidelijk, omdat de “doop in water” eigenlijk verreweg het meest voorkomt. Daarnaast komen ook “doop in Christus” en “doop met de Geest” voor. 

    De gedachte aan water komt nogmaals terug in het gedeelte van vandaag. Er wordt namelijk gesproken over water uit de steenrots, een type van Christus, de Rots die ons als gelovigen in de woestijn, het levende water geeft. Hij geeft ons Zijn Woord. Daar zouden wij uit leven. 

  • 16 oktober

    Lees 1 Korinthe 1:10-16

    De doop
    Net als bij het avondmaal geldt ook voor de doop dat het, als het goed is, een uiterlijk teken is van wat inwendig gebeurd is. Doop is zinloos als je je hart niet aan de Heer gegeven hebt. Net als bij het avondmaal is er ook rond de doop soms veel verwarring. De toepassing is vaak niet Bijbels. Op zich is dit wel logisch. Je moet je voorstellen dat de tegenstander (satan) alles in het werk stelt om ons te beletten de Heer te dienen. Als we tot geloof gekomen zijn, kan hij aan de wedergeboorte niets meer doen. Je wedergeboorte kan niet ongedaan gemaakt worden. Maar hij zal alles wat in zijn vermogen ligt doen om ons te verlammen. Hij verdraait het Woord en probeert ons een schuldgevoel aan te praten (dat is natuurlijk niet zo moeilijk). Of hij probeert een andere betekenis aan het Woord te geven, zodat we de werkelijke inhoud ervan niet zien. 

    Dat verdraaien van het Woord vind je onder andere terug bij de tekenen van brood en beker en de doop. In het vervolg van deze studie staan we ook stil bij de misvattingen omtrent de doop. Doop is de uitbeelding van de eenmalige algehele reiniging van de zondaar – via dood en opstanding – bij zijn persoonlijke bekering tot God. 

    Dat de doop zelf een betrekkelijke waarde heeft, vind je hier terug bij Paulus. Hij maakt duidelijk dat het niet om de rituele handeling gaat maar om de betekenis er van. Het is ook van geen enkel belang, bijvoorbeeld, door wie je gedoopt bent. Het gaat er om dat je door de “innerlijke doop” één bent geworden met Christus. Dat betekent het woord “dopen” ook eigenlijk! Het woord “baptizo” (doop) betekent dat je één wordt met datgene waarin je gedoopt wordt. 

    Zoek 1 Korinthe 12:13 ook nog maar even op. De betekenis blijkt duidelijk vanuit dit vers. Je wordt ergens mee vereenzelvigd. Op andere plaatsen gebruikt de apostel synoniemen als “één plant met” of “gemeenschap met”.