Categorie: Jongeren

  • 18 september

    De volgorde
    Je hebt gezien dat je natuurlijke – door God geschapen en bedoelde (zie dag 14 en 17) – leven tot Zijn eer kan zijn. Wat is nu je eerste praktische verantwoordelijkheid, het natuurlijke of het nieuwe?

    De natuurlijke dingen zijn een uitbeelding van hogere geestelijke zaken (zie dag 10). De natuurlijke dingen zijn dus lager en staan in feite in dienst van de geestelijke dingen. Het is een Bijbels principe dat het natuurlijke eerst komt en daarna het geestelijke. (1) Enkele duidelijke voorbeelden: God geeft je het ware (een geestelijke taak), nadat je trouw in het minste (een materiële taak) gebleken is. (2) Je moet je eigen gezin in goede harmonie op orde hebben, dan pas kun je verantwoordelijkheid dragen binnen Gods huisgezin. (3) Slechte verhoudingen in een huwelijk leiden tot slechter geestelijk leven. (4) Als liefhebben op het zichtbare niveau niet lukt, zal het je op het onzienlijke niveau ook niet lukken. (5) De Bijbel leert dus éérst trouw te bewijzen in je natuurlijke verantwoordelijkheden en relaties. Wat de Heer je daarna wil toevertrouwen ontdek je te Zijner tijd wel!

    1. 1 Korinthe 15:46: “Doch het geestelijke is niet eerst, maar het natuurlijke, daarna het geestelijke”. 
    2. Lukas 16:10-11: “Die getrouw is in het minste, die is ook in het grote getrouw; en die in het minste onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig. Zo gij dan in den onrechtvaardigen Mammon niet getrouw zijt geweest, wie zal u het ware vertrouwen?” 
    3. 1 Timótheüs 3:4-5: “Die zijn eigen huis wel regeert, zijn kinderen in onderdanigheid houdende, met alle stemmigheid; (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?)” 
    4. 1 Petrus 3:7: “Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook mede-erfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden”. 
    5. 1 Johannes 4:20: “Indien iemand zegt: Ik heb God lief; en haat zijn broeder, die is een leugenaar; want die zijn broeder niet liefheeft, dien hij gezien heeft, hoe kan hij God liefhebben, Dien hij niet gezien heeft?” 

    Vraagje: Vind je trouw zijn op het natuurlijk niveau moeilijk? 

  • 24 september

    Ongeloofwaardige ontrouw
    God is nooit ontrouw, wij mensen helaas wel. God doet altijd wat Hij beloofd heeft, wij mensen vaak niet. God hecht veel waarde aan gedane beloftes, wij mensen verwaarlozen ze gemakkelijk. We worden dan ontrouw aan wat we beloofd hebben. God houdt ons echter aan onze beloftes en verwacht dat we ze nakomen.(1)

    Een huwelijk wordt onder meerdere getuigen met een plechtig jawoord bezegeld en ook God is hiervan Getuige. Zonder te beseffen dat “liefhebben een werkwoord is” waar je samen mee moeten leren spelen, laten we onbedoeld onze eerste liefde bekoelen. Als dat vuur gedoofd is, zijn de mogelijkheden om op avontuur te gaan ongekend. Velen lonken naar “het groene gras van de overkant” en spelen op het glibberige pad van flirten, overspel en hoererij. Velen laten zich een rad voor ogen draaien door het gedachtegoed van een wereld die geïnspireerd wordt door de tegenstander. Die frivole wereld, die op allerlei manier tot ons komt en ons probeert te verleiden tot het najagen van onwerkelijke fantasieën. Hoe heeft dit zover kunnen komen? Omdat we verzuimd hebben te investeren in onze eigen relatie en we onze plechtig belofte met allerlei drogredenen terzijde menen te mogen schuiven. Voor God is dit ongeloofwaardig en zijn onze vindingrijke excuses onacceptabel.(2) Waar is de vastberaden wil om onze beloftes gestand te doen? Waar is onze zelfbeheersing om standvastig te proberen te leven tot Gods eer?(3)

    1. Prediker 5:3: “Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, stel niet uit dezelve te betalen; want Hij heeft geen lust aan zotten; wat gij zult beloofd hebben, betaal het”. 
    2. Jakobus 5:12: “Doch voor alle dingen, mijn broeders, zweert niet, noch bij den hemel, noch bij de aarde, noch enigen anderen eed; maar uw ja, zij ja, en het neen, neen; opdat gij in geen oordeel valt”. 
    3. 1 Korinthe 15:58: “Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere”. 

    Vraagje: Wat doe jij met het gezegde: “Belofte maakt schuld”?