Categorie: Jongeren

  • 20 april

    Als het zo is dat men door de wet niet gerechtvaardigd kon worden, wat was dan het nut van de wet? Galaten 3 geeft daar een antwoord op.

    Galaten 3:19
    Waartoe is dan de wet? Zij is om der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad zou gekomen zijn, dien het beloofd was; …
    (Het Zaad is Christus; zie vers 16)

    De wet was dus niet van het begin aan, maar is pas later daarbij gekomen, om der overtredingen wil. De functie van de wet was namelijk dat men door de wet “goed en kwaad” zou kennen. De wet laat zien dat de mens een zondaar is, die niet anders kan dan de wet overtreden. De wet zegt: doe dit, doe dat, dit mag, dit mag niet, enzovoorts.

    Eerst is het belangrijk om te weten dat de wet / het oude verbond niet voor iedereen was, maar speciaal voor Israël, want de Heere maakte alleen met het volk Israël dit verbond. En dat was ook nog eens 430 jaar na Abraham (vers 17), zodat in de tijd van Abraham geen wet bestond.

    Lees dan Galaten 3:23 en 24, en je ziet dat Israël onder de wet in bewaring gesteld was tot het “tot geloof” zou komen. Het leuke nu is dat “het geloof” gewoon onze Heere Jezus Christus is.

  • 19 april

    Rechtvaardigheid is niet uit de wet, maar uit het geloof! Dat is het thema uit Galaten hoofdstuk 3.
    Ook hier gaat het weer om het oude verbond en daar tegenover “geloof”, namelijk Christus en het Nieuwe Verbond.

    Galaten 3:10-11
    (10) Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een ieder, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. (11) En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven.

    Zo is dat! Leven onder de wet is een vloek, is een last. Het drukt op ons en maakt het leven loodzwaar. Leven onder de wet is een last die wij niet kunnen dragen. Dat was in oudtestamentische tijd zo en dat is in onze dagen nog net zo!

    Daarom zijn wij blij dat Christus ons verlost heeft van den vloek der wet (Galaten 3:13). Daarom zijn wij blij dat Christus ons heeft geplaatst in de vrijheid van het Nieuwe Verbond.

    Als dat niet zo was, was het leven niet het leven waard. Dan hadden wij door de wet alleen maar schuldgevoelens en waren in onze gewetens zwaar belast. Deze zware last heeft de Heere Jezus van ons afgenomen – wij zelf konden dat niet – en Hij heeft ons in de vrijheid van het Nieuwe Verbond geplaatst.

  • 25 april

    De priesters uit de oudtestamentische tijd moesten voor de verzoening van de zonden van het volk offers brengen. In Hebreeën 8:5 wordt duidelijk dat de beschrijvingen uit de wet (uit het Oude Verbond) voorbeelden en schaduwen van de hemelse dingen van het Nieuwe Verbond zijn.

    Hebreeën 8:5
    Welke het voorbeeld en de schaduw der hemelse dingen dienen, gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op de berg getoond is.

    Zo is dan ook de tabernakel die Mozes maakte slechts een afbeelding. Een afbeelding van wat God heeft laten zien van het Nieuwe Verbond en niet meer dan dat. Want er staat in:

    Hebreeën 8:7
    Want indien dat eerste verbond onberispelijk geweest ware, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest.

    Nu (na de opstanding van de Heere Jezus) leven wij onder het Nieuwe Verbond en dat is een beter verbond dan het Oude, zegt:

    Hebreeën 8:6
    En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.

    En daar mogen wij deel aan hebben!

  • 26 april

    Was het Nieuwe Verbond eigenlijk in het Oude Testament aangekondigd? Het antwoord is “jawel”, want in Hebreeën 8 vinden wij een verwijzing naar Jeremia 31.

    Hebreeën 8:8-9
    (8) Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israëls, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten; (9) Niet naar het verbond, dat Ik met hen vaderen gemaakt heb (dat is het Oude Verbond), ten dage als Ik hen bij de hand nam, om hen uit Egypteland te leiden; want ze zijn in dit Mijn verbond (Oude Verbond) niet gebleven, en Ik heb op hen niet geacht, zegt de Heere.”

    Dan is het toch duidelijk dat men vanuit het Oude Testament al had kunnen weten dat God met Israël een Nieuw Verbond had willen maken. Zij, Israël, heeft al onder het Oude Verbond niet naar God geluisterd, en daarom heeft God aan hen geen aandacht meer gegeven toen zij de Messias verwierpen.

    Als er dan nu, na de opstanding van de Heere Jezus, een Nieuw Verbond is, dan is het eerste verbond automatisch verouderd, niet meer geldig en speelt het geen rol meer. Daarom heet dat eerste verbond ook: het Oude Verbond.

    Hebreeën 8:13
    13 Als Hij zegt: Een Nieuw Verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt;

  • 24 april

    De positie van de Heere Jezus is dus die van de Hogepriester en Middelaar van het Nieuwe Verbond. Hij zit in de hemel op de hoogste troon. Onder het Oude Verbond waren er ook hogepriesters en priesters, maar die hadden een aardse positie en geen eeuwig leven. Er moesten dus steeds weer nieuwe priesters en hogepriesters onder het Oude Verbond komen, die voor hun volk zorgden.

    Hebreeën 7:23-24
    (23) En genen zijn wel vele priesters geworden, omdat zij door de dood verhindert werden altijd te blijven; (24) Maar Deze (onze Heere Jezus Christus), omdat Hij in der eeuwigheid blijft, heeft een onvergankelijk priesterschap.

    De Heere Jezus zorgt daarom altijd voor ons, want Hij heeft eeuwig leven, en wij, die op Hem vertrouwen, ook. Daarom kan Hij ons ook volkomen zalig maken en kan Hij altijd voor ons bidden. (Hebreeën 7:25)

    Bidt Hij dan voor ons? Ja! Lees maar eens:

    Romeinen 8:34
    Wie is het, die ons verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt.

    Wat een voorrecht dat wij ons vertrouwen mogen stellen op de Hogepriester van het Eeuwige Nieuwe Verbond.

  • 23 april

    In de brief van de apostel Paulus aan de Hebreeën wordt ons de Heere Jezus voorgesteld als de Hogepriester van het Nieuwe Verbond en als de Middelaar van het Nieuwe Verbond. Hebreeën 8:1 zegt zelf dat het de hoofdsom is van wat wij spreken.

    Hebreeën 8:1
    De hoofdsom nu der dingen, waarvan wij spreken, is, dat wij hebben zodanigen Hogepriester, Die gezeten is aan de rechterhand van den troon der Majesteit in de hemelen.

    Het belangrijkste in ons geloofsleven is dus te aanvaarden dat Jezus Christus onze Heere is, Die in Zijn opstanding is gesteld tot Erfgenaam van God en daarmee tot Koning en Hogepriester. Als Koning zit Hij op de troon, in de hemel; als Hogepriester zorgt Hij voor de Zijnen, voor Zijn volk, de Gemeente. Dus Hij zorgt ook voor jou en voor mij.

    Als Hogepriester van het Nieuwe Verbond is de Heere Jezus de Middelaar tussen God en de mensen. Zonder Hem kan niemand tot God komen. Als men niet wil geloven en vertrouwen in de Heere Jezus Christus, dan komt men nooit tot God, dan krijgt men nooit deel aan het Nieuwe Verbond.

    Maar dat weten wij inmiddels: Nieuw leven, eeuwig leven is alleen onder het Nieuwe Verbond mogelijk en niet onder het Oude Verbond.

  • 29 april

    Galaten 5:25
    Indien wij door de Geest leven, zo laat ons ook door de Geest wandelen.

    Als wij dus kinderen Gods zijn, dan is het ook vanzelfsprekend de bedoeling dat wij ons in het dagelijks leven als kinderen Gods gedragen. Maar wat houdt dat in? Wat moeten wij dan doen? Wij zijn toch niet meer onder de wet? Wij leven toch niet meer onder het Oude Verbond met al die wetten, regels en geboden? Wij zijn toch als kinderen Gods onder het Nieuwe Verbond geplaatst? Wat vraagt de Heer dan van ons, als leden van het Nieuwe Verbond? Het antwoord vinden wij natuurlijk in Gods Woord, onder andere in de eerste brief van de apostel Johannes.

    1 Johannes 3:23-24
    (23) En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander lief hebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft. (24) En die Zijn geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven.

    Dat is toch niet zwaar? Dat is toch geen juk, zoals het Oude Verbond? Wat de Heer wil, is dat wij in Hem geloven en dat wij die geloven, elkaar liefhebben. Dat betekent dat wij het geloof in Hem met elkaar delen en dat wij gemeenschap (= eenheid) met elkaar hebben in Zijn Naam.

  • 30 april

    De inhoud van het Nieuwe Verbond bestaat maar uit één regel of gebod. Dat is niet moeilijk. Wij hebben al kunnen zien dat de regels, wetten en geboden van het Oude Verbond veel te zwaar waren en dat niemand in staat was om al die wetten te houden en te vervullen. Bij het Nieuwe Verbond is dat anders.

    In het Johannes Evangelie zegt de Heere Jezus tot Zijn discipelen:

    Johannes 13:34
    Een nieuw gebod (het Nieuwe Verbond) geef Ik u, dat gij elkander lief­hebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat ook gij elkander liefhebt.

    De Heere Jezus heeft ons lief. Hij wil onder het Nieuwe Verbond als Hogepriester voor ons zorgen en gemeenschap (eenheid, contact) met ons hebben. Daarom woont Hij door en met Zijn Woord in ons hart.

    Wat kunnen wij dan doen? Nou ja, Hem liefhebben, toch?

    Wij stellen ons hart in zachtmoedigheid open voor Hem en Zijn Woord. En als wij dat doen, dan hebben wij ook automatisch elkaar lief en zoeken wij de gemeenschap van broeders en zusters, die de Heere Jezus Christus ook liefhebben.

    Dit is precies de enige opdracht van het Nieuwe Verbond.

  • 28 april

    Als leden van het Nieuwe Verbond, zijn wij door de Heere Jezus Christus in de vrijheid geplaatst. Het Oude Verbond daarentegen was een gevangenis. Men was gevangen onder een juk, onder een zware last van het Oude Verbond/de wet. Hieronder had men geen hoop op eeuwig leven, dus geen toekomst.

    De Heere Jezus als onze Hogepriester en Middelaar van het Nieuwe Verbond, zorgt natuurlijk ook alleen voor degenen die zich onder het Nieuwe Verbond plaatsen en Hem willen gehoorzaam zijn. Doe je dat als gelovige niet, dan zorgt Hij ook niet voor jou.

    De gelovigen onder de Galaten waren zulke mensen, die wel in de opstanding van de Heere Jezus geloofden, maar toch niet onder het Nieuwe Verbond wilden leven. Paulus schrijft daarom in de brief aan de Galaten in:

    Galaten 5:1-2
    (1) Staat dan in de vrijheid (van het Nieuwe Verbond), met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid (Oude Verbond) bevangen. (2) Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden (zo gij onder het Oude Verbond leeft), dat Christus u niet nut zal zijn.

    Dus, wij mogen dan door geloof eeuwig leven hebben, maar in de praktijk hebben wij daar niets aan als wij niet ook onder het Nieuwe Verbond leven. Dan doen we dat toch gewoon en staan elke dag vast in het geloof in onze Heere Jezus Christus en stellen ons vertrouwen op Hem! Toch?

  • 04 mei

    Jakob en Ezau

    Hebreeën 12:17
    Gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weg­gaf. Want gij weet, dat hij ook daarna, de zegening willende beërven, verworpen werd; want hij vond geen plaats des berouws, hoewel hij dezelve met tranen zocht.

    In Ezau vinden we, net als in Ismaël, de oude wereld uitgebeeld. Deze oude schepping is weliswaar als eerste geboren, maar zal niet als erfgenaam aangesteld worden. Immers “die het langst leeft, erft alles” en de langstlevende is degene die eeuwig leeft. En dat is onze Here Jezus Christus, de eerstgeborene van de nieuwe schepping. Ook hier wordt Jakob gezegend boven zijn oudere broer, net zoals gebeurde bij Seth en bij Izak. Telkens opnieuw leert God ons in Zijn Woord dat hij het eerste dat geboren wordt wegneemt en het tweede dat daarna komt laat bestaan. Hetzelfde geldt voor ons. Wij moeten leren dat: “Gij zoudt afleggen… den ouden mens… en gij zoudt vernieuwd worden in den geest… en den nieuwen mens aandoen”. (Éfeze 4:22-24)

    Rebekka is, net als Sara, eerst onvruchtbaar. Dat betekent: Er komt niets uit, het is leeg. (Een oud Nederlands woord hiervoor is “ijdel”; daarover spreekt het boek Prediker: “het is alles ijdel onder de zon”). Het duurt lang, net als bij Sara. Toch wordt ook Rebekka uiteindelijk zwanger, maar zelfs voordat de tweeling geboren wordt, hebben ze al ruzie. God voorspelt dan ook: “Twee volken zijn in uw buik, en zullen zich. . . vanéén scheiden; en het ene volk zal sterker zijn dan het andere volk; en de meerdere zal den mindere dienen”. (Genesis 25:23) Ezau wordt als eerste geboren, Jakob komt er vlak achteraan, maar zal door het leven gaan als de jongste, de kleinste. Toch zal Jakob erven boven Ezau en de belofte van God aan Abraham en Izak verder dragen. God kiest Jakob.

    Hier zien we opnieuw dat de eerste, het oude, Ezau, verdwijnt in de historie; maar dat de laatste, het nieuwe, Jakob, blijft bestaan. Hoewel Jakob in kracht de mindere is van Ezau, zal uiteindelijk toch Ezau, Jakob dienen. Zo is en zal het gaan met Israël en alle andere volkeren. Israël wordt nu (door de omliggende Arabische volkeren) gepest als het jongere broertje, maar zal uiteindelijk door de genade van God boven zijn broer verheven worden.