Categorie: Jongeren

  • 30 maart

    Hoe ziet een levenswandel uit Gods Geest er dan wel uit? Nou, zoals we al hadden gezien leidt de Geest ons tot volwassenheid in het geloof. Dit is een proces dat gedurende ons leven plaatsvindt.

    Vol met de Geest is gelijk aan: vol met het Woord. Vergelijk Éfeze 5:17-21 met Kolossenzen 3:12-17. Het Nieuwe Testament geeft ons genoeg adviezen, waardoor we kunnen weten in welke richting de Heer ons opvoedt: liefde met Hem en met elkaar (Galaten 5:22). We zijn geschapen in Christus tot goede werken, die God voorbereid heeft (Éfeze 2:10). Wat zijn goede werken? Werken van het opstandingsleven van Christus, in ons.

    Leven in de liefde van Christus komt erop neer, dat we de verbondenheid met onze broeders en zusters niet ontkennen. Al onze broeders en zusters, ook de zwakke, onaardige, behoren bij Christus en dus bij ons. We zouden onder elkaar onrecht niet aanrekenen, elkaar vergeven, helpen, steunen. We zouden meeleven met elkaar, elkaar vertroosten.

    We zouden elkaar niet tergen, bedriegen en ook niet elkaar bekritiseren. We zouden de armen en de gevangenen niet vergeten. We zouden zorg dragen voor financiën van predikers en andere behoeftige broeders en zusters. We zouden ons huis openstellen voor elkaar. We zouden vrede bewaren met de buitenwereld, voor zover in ons vermogen ligt. En dat alles niet schijnheilig, maar echt. Onmogelijk? Voor ons wel, maar de Heer speelt het klaar.

    Leven uit geloof komt erop neer dat we de Heer de gelegenheid geven om tot ons te spreken. We zouden vasthouden dat we rein en volmaakt voor Hem zijn, in Christus. We zouden daarom altijd vrijmoedigheid hebben om tot God te naderen, en om ons niet schuldig te voelen. We zouden erop leren vertrouwen dat de Heer uit ons leven weg doet, wat Hij niet kan gebruiken.

    We zouden onze erfenis niet gering schatten. We zouden vrijmoedig spreken van de Heer, ook als het niet uitkomt en ondanks vervolging. De Heer geeft ons alle hulp die nodig is om Hem te dienen.

  • 31 maart

    Leven uit geloof houdt ook in dat we de nieuwe schepping steeds in het oog houden. Dus niet kijken naar de stijl van een spreker, maar naar de inhoud. Niet het Woord gebruiken voor ons eigen belang. We zouden niet de discussie zoeken, maar antwoorden proberen te geven tot stichting (=opbouw). We zouden ons inzetten om anderen te winnen voor het geloof. We zouden eerbied hebben voor de Heer en voor elkaar. We zouden rustig doorgaan met kennis vergaren en met bidden voor onszelf en de mensen om ons heen. We zouden rustig dienen en werken op de plaats die we hebben. We zouden niet bezwijken in verdrukking.

    Leven uit geloof is een leven losgemaakt van de wereld en gewijd aan de dienst van God. Daarom zouden we niet het menselijke vlees dienen. Niet dat van onszelf, noch dat van anderen. We zouden niet streven naar hoge dingen, maar we zouden onze plaats kennen als vreemdeling in deze wereld. Daar hoort bij dat we ons niet weer onder religie laten brengen. Dat we tevreden zijn met onze aardse situatie, en niet altijd druk zijn met veranderen. We zouden voor ons eigen levensonderhoud zorgen, op een eerlijke manier, trouw aan degenen die boven ons staan.

    We zouden weten dat onze aardse kwaliteiten ons niet dichter bij de Heer brengen, eerder er vanaf. We zouden onze plannen uitstippelen onder voorbehoud, omdat we niet precies weten wat de Heer met ons voorheeft. We zouden bereid zijn onze oude gewoontes los te laten. Leren om grenzen te stellen. Niet in alles meedoen met de egoïstische gewoontes van ongelovigen of ons vlees. Dit laatste niet onder druk van broeders en zusters of om het getuigenis, maar gewoon uit loyaliteit aan de Heer en zijn mening.

    Ons wordt geen wet gegeven. Ons is een voorbeeld gegeven. De Heere Jezus Christus (1 Petrus 2:21-25). Vergeet nooit dat het Woord dat je hoort of leest in de eerste plaats voor jezelf is, niet voor die ander.

    Tot slot heb ik nog één tekst voor je:

    Galaten 6:8
    Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien.

  • 07 april

    Het oude verbond der wet is beëindigd, ja het is zelfs vernietigd, zegt de Bijbel. Door beide partijen. Israël was de wet gegeven. De wet was voor haar van toepassing, voor zover men in Kanaän (het beloofde land) woonde. Israël, heeft de wet vernietigd door ontrouw.

    God heeft de wet beëindigd / vernietigd aan het kruis. De wet van God eiste de dood van de zondaar. De Heere Jezus stierf in plaats van de mensheid. (Romeinen 8:3) We lezen dan ook in de Bijbel dat de mens der wet gestorven is! Met Christus gekruist, zegt Galaten 2:20.

    Galaten 2:19-20
    (19) Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou. (20) Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; 

    Waarom zou hij dan nog daaronder moeten leven? Het is bewezen dat de mens met al zijn fouten en tekortkomingen niet in staat was/is, om aan de voorwaarden van de wet te voldoen (want weet je nog, het oude verbond was voorwaardelijk). Daarom werd het Oude Verbond ook door beide partijen beëindigd/vernietigd.

    En gelukkig kwam er een Nieuw Verbond voor in de plaats. Een eeuwig verbond, onvoorwaardelijk trouwens, zodat wij er met al onze fouten en gebreken toch deel aan kunnen hebben. Zo zijn wij dus naar het Oude Verbond gestorven en hebben door opstanding uit de dood met Christus nieuw leven verkregen (door God geschonken) en kunnen zo voor God leven (Romeinen 6:4-5, 11).

  • 06 april

    Het is heel belangrijk om de twee voornaamste verbonden die God gesloten heeft, namelijk het Oude en het Nieuwe Verbond, uit elkaar te houden, want zij zijn beslist niet hetzelfde.

    Als we over het Oude Verbond spreken, dus over het verbond der wet, moet men weten dat dit verbond beëindigd is. Dus het bestaat definitief niet meer! Er is dus ook geen enkele reden om onder dit oude verbond te willen of te moeten leven. En daar mogen we ook blij mee zijn, want als de mens onder de wet van Mozes zou moeten leven, moest hij ook de gehele wet houden, inclusief al de feesten die gehouden moesten worden.

    En daar komt nog bij dat als men één van de wetten, dus één enkele regel van het oude verbond, overtreden had, men daarmee de hele wet had overtreden en des doods schuldig was.

    Galaten 5:3
    En ik betuig wederom aan een ieder mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen.

    Dat lijkt mij beslist geen hoopvolle gedachte, toch?

  • 05 april

    In het boek Genesis vinden wij beloften die God bijvoorbeeld aan Abraham, Izak en Jakob gedaan heeft en die:

    1. onvoorwaardelijk waren en
    2. pas in het zaad van Abraham (dat is: in Christus, volgens Galaten 3:16) vervuld zouden worden.

    Het Mozaïsche verbond (dat wil zeggen: het verbond met Mozes), was daar tegenover het eerste verbond, dat voorwaardelijk was en dat we onder de namen het verbond der wet of het Oude Verbond kennen. In het verbond der wet stelt God duidelijke voorwaarden aan de mens. Bijvoorbeeld:

    Leviticus 18:5
    Ja, Mijn inzettingen en Mijn rechten zult gij houden; welk mens dezelve zal doen, die zal door dezelve leven; Ik ben de HEERE!

    Of door de apostel Paulus herhaald in:

    Romeinen 10:5
    Want Mozes beschrijft de rechtvaardigheid, die uit de wet is, zeggende: De mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven.

    Zo wordt de rechtvaardigheid beschreven die uit de wet is. De clou is nu dat aan de wet niets mis is, maar aan de mens wel. Want de Bijbel leert ons dat in de natuurlijke mens niets goeds woont en hij van zichzelf een zondaar is, die God niet kan behagen (Romeinen 7:7-14; Romeinen 8:7-8).

    Dus in de praktijk heeft de wet, dit voorwaardelijke oude verbond, geen nut!

  • 03 april

    Wat is eigenlijk een verbond?
    Een overeenkomst, een verbintenis, een belofte, toch? Het gaat om een overeenkomst, waarbij tenminste twee partijen betrokken zijn en dat voorwaardelijk of soms ook onvoorwaardelijk gesloten wordt. Voorwaardelijk is: dat er voorwaarden gesteld worden. Je weet wel: als jij dit of dat doet, geef ik je dit of dat of doe ik dit of dat.
    Maar soms is een verbond ook eenzijdig en zonder voorwaarde voor de andere partij. Als God bijvoorbeeld tot Abraham zegt in:

    Genesis 22:17
    Voorzeker zal Ik u grotelijks zegenen, en uw zaad zeer vermenigvuldigen, als de sterren des hemels en als het zand dat aan den oever der zee is; en uw zaad zal de poort zijner vijanden erfelijk bezitten.

    Dan is dat een belofte van God aan Abraham en daarmee een onvoorwaardelijk verbond. En als God zo’n belofte doet, betekent dat, dat Hij Zich verbonden heeft aan deze belofte om haar te vervullen; ook al is het een eenzijdige belofte.

    En reken maar, Hij doet dat ook zeker!

  • 04 april

    De meeste verbonden die wij in de Bijbel vinden, zijn verbonden tussen God en de mensen. Meestal gaat zo’n verbond van God uit, anders gezegd, God is meestal de initiatiefnemer.

    Als we nu de verbonden in de Bijbel onderzoeken, zien we dat altijd in de verbonden iets over de toekomst beloofd wordt en we zien ook hoe verschillend de beloften ook mogen zijn, dat ze in wezen allemaal op hetzelfde neerkomen.
    Dat kan ook niet anders, want de Schrift zegt: “Alle beloften Gods, zo velen als er zijn, zijn in Christus ja en Amen.”

    2 Korinthe 1:20-22
    (20) Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja en amen, Gode tot heerlijkheid door ons. (21) Maar Die ons met u bevestigt in Christus, en Die ons gezalfd heeft, is God; (22) Die ons ook heeft verzegeld, en het onderpand des Geestes in onze harten gegeven.

    God vervult dus in onze Heere Jezus Christus al Zijn beloften. Niet allemaal tegelijk, maar Hij, Christus, doet het, want Hij is de Bouwer, Hij is Degene die het uitvoert.

  • 10 april

    We kunnen concluderen dat de Schrift, vanaf Exodus tot het boek Maleachi, in wezen over de heerschappij van de wet gaat. Daartegenover hebben wij het Nieuwe Verbond of Nieuwe Testament, dat in wezen gaat over de heerschappij van de genade. Want genade is het belangrijkste kenmerk van het Nieuwe Verbond. De wet heeft daar dus niets mee te maken.

    Romeinen 3:21-22, 24
    (21) Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten: (22) Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want daar is geen onderscheid.
    (24) En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is.

    De wet spreekt wel over het Nieuwe Verbond (leven uit geloof), maar de wet is niet het Nieuwe Verbond.

    Als we nu het Nieuwe Verbond lezen en bestuderen, dan zien we zelfs dat het de verwerping van de wet inhoudt.

  • 09 april

    Onze Bijbel is dus grof onderverdeeld in het Oude en het Nieuwe Testament.

    Wanneer we spreken over “testament”, dan is dat in de praktijk volstrekt hetzelfde als een verbond! Een verbond is een testament en een testament is een verbond. Zowel in een testament als in een verbond wordt de wil van iemand vastgelegd. Het Nieuwe Verbond of Testament heeft te maken met onze Heere Jezus Christus, Die dan ook genoemd wordt “de Middelaar van het Nieuwe Verbond” of “de Hogepriester van het Nieuwe Verbond”.

    1 Timotheüs 2:5
    Want er is één God, daar is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus.

    Hebreeën 8:6
    En nu heeft Hij zoveel uitnemender bediening gekregen, als Hij ook eens beteren verbonds Middelaar is, hetwelk in betere beloftenissen bevestigd is.

    Lees ook Hebreeën 9:15 en 12:24.

    Het Oude Verbond is, zoals gezegd, het verbond met Mozes (het Mozaïsche verbond) en hetzelfde als het verbond der wet! De Bijbel gaat vanaf Exodus tot aan Maleachi over de wet. Alleen het boek Genesis niet, want toen bestond de wet nog helemaal niet.

  • 08 april

    In Psalm 89 vinden we een belofte die aan David gegeven werd. Die is ook vermeld in 2 Samuël 7.

    2 Samuël 7:11-13
    (11) Ook geeft u de Heere te kennen, dat de Heere u een huis maken zal. (12) Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen. (13) Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en Ik zal den stoel zijns konink­rijks bevestigen tot in eeuwigheid.

    Deze belofte heeft wel op de één of andere manier te maken met de belofte aan Abraham en zijn zaad, want David is zaad van Abraham. Alleen de belofte aan David hield in dat er een Koning of Koningshuis zou zijn, dat eeuwig zou blijven.

    Er zou dus een onwankelbaar Koninkrijk zijn, dat wil zeggen: een eeuwig Koninkrijk. David zou wel ontslapen, maar het zaad dat komen zou niet!

    Lees nog eens 2 Samuël 7:12 en Handelingen 13:36-37.

    Dus er zou een koning komen, die nooit zou sterven. Dat kan alleen de Heere Jezus Christus zijn, want in Zijn opstanding uit de doden ontving Hij eeuwig leven en een eeuwig Koninkrijk.