Hanníël


Eigennaam ♂

Betekenis: Genade van God – barmhartigheid van God

  1. De zoon van Efod en een prins van Manasse die hielpen bij het verdelen van Kanaän onder de stammen.
  2. Een zoon van Ulla en een prins en held van de stam Aser.

Bijbelverzen:

(Numeri 34:23) Van de kinderen van Jozef: van den stam der kinderen van Manasse, de overste Hanníël, zoon van Efod;

(1 Kronieken 7:39) En de kinderen van Ulla waren Arah, en Hanníël, en Rizja.