Hanáneël


Naam van een toren

Betekenis: Toren van genade – die God genadig gaf

Een toren die deel uitmaakte van de muur van Jeruzalem samen met de toren Mea. De torens stonden dicht bij elkaar en tussen de schapenpoort en de vispoort.

Bijbelverzen:

(Nehémia 3:1) En Eljásib, de hogepriester, maakte zich op met zijn broederen, de priesteren, en zij bouwden de Schaapspoort; zij heiligden ze, en richtten haar deuren op; ja, zij heiligden ze tot aan den toren Mea, tot aan den toren Hanáneël.

(Nehémia 12:39) En van boven de poort van Efraïm, en boven de Oude poort, en boven de Vispoort, en den toren Hanáneël, en den toren Mea, tot aan de Schaapspoort, en zij bleven staan in de Gevangenpoort.

(Jeremía 31:38) Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden, van den toren Hanáneël af tot aan de Hoekpoort.

(Zacharia 14:10) Dit ganse land zal rondom als een vlak veld gemaakt worden, van Geba tot Rimmon toe, zuidwaarts van Jeruzalem; en zij zal verhoogd en bewoond worden in haar plaats; van de poort van Benjamin af, tot aan de plaats van de eerste poort, tot aan de Hoekpoort toe; en [van] den toren van Hanáneël, tot aan des konings wijnbakken toe.