Hebr. Jehosjoea of Jesjoea = De HEER is redding, Gr. Jésoes Jezus.
- Zoon van Nun en opvolger van Mozes. In het boek Jozua wordt over de verovering van het Land verteld die onder zijn leiding geschiedde (Joz. 112). Hij verdeelt Kanaan onder de stammen (13-19) en sterft na een plechtige verbondsvernieuwing bij Sichem (Joz. 24).
- Een leider van ballingen die terugkeerden uit Babel (Ezra 2:2) en hogepriester in de tweede tempel (Hagg. 1:1; Zach. 6:11).