In Psalm 89 vinden we een belofte die aan David gegeven werd. Die is ook vermeld in 2 Samuël 7.
2 Samuël 7:11-13
(11) en sinds de dag waarop Ik richters aangesteld heb over Mijn volk Israël. Maar Ik heb u rust gegeven van al uw vijanden. Ook maakt de HEERE u bekend dat de HEERE voor ú een huis zal maken. (12) Die zal voor Mijn Naam een huis bouwen, en Ik zal de troon van zijn koningschap voor eeuwig bevestigen. (13) Wanneer uw dagen voorbij zijn en u met uw vaderen ontslapen bent, zal Ik uw nakomeling na u, die uit uw lichaam voortkomt, doen opstaan en Ik zal zijn koningschap bevestigen.
Deze belofte heeft wel op de één of andere manier te maken met de belofte aan Abraham en zijn zaad, nageslacht, want David is nageslacht en dus zaad van Abraham. Alleen de belofte aan David hield in dat er een Koning of Koningshuis zou zijn, dat eeuwig zou blijven.
Er zou dus een onwankelbaar Koninkrijk zijn, dat wil zeggen: een eeuwig Koninkrijk. David zou wel sterven, maar Iemand uit zijn nageslacht komen zou komen en eeuwig leven!
Lees nog eens 2 Samuël 7:12 en Handelingen 13:36-37.
Dus er zou een koning komen, die nooit zou sterven. Dat kan alleen de Heere Jezus Christus zijn, want in Zijn opstanding uit de doden ontving Hij eeuwig leven en een eeuwig Koninkrijk.