Heber


H2268 – חֶבֶר (cheber)

Eigennaam ♂

Betekenis:
Voorbijgaan – gezelschap – verbintenis

Omschrijving

  1. Zoon van Beria en kleinzoon van Aser;
  2. De Keniet, een afstammeling van Hobab. Zijn vrouw Jaël een pin door de slaap van ontving Sisera sloeg;
  3. De vader van Socho uit de stam Juda;
  4. Een zoon van Elpáäl uit de stam Benjamin;
  5. De laatstgenoemde van de zeven mannen van de Gadieten in Basan;
  6. De vader van Falek uit het geslachtsregister in het evangelie van Lukas.

Bijbelverzen

Genesis 10:21, Genesis 10:24, Genesis 10:25, Genesis 11:14, Genesis 11:15, Genesis 11:16, Genesis 11:17, Genesis 46:17, Numeri 24:24, Numeri 26:45, Richteren 4:11, Richteren 4:17, Richteren 4:21, Richteren 5:24, 1 Kronieken 1:18, 1 Kronieken 1:19, 1 Kronieken 1:25, 1 Kronieken 4:18, 1 Kronieken 5:13, 1 Kronieken 7:31, 1 Kronieken 7:32, 1 Kronieken 8:17, Nehémia 12:20, Lukas 3:35