In Jesaja 11:1 zien we het beeld van de wortel en zijn scheuten of takken. Een knoestige tronk krijgt, zodra hij water ruikt, nieuwe loten (Job 14:8). De ontluisterde en naar het schijnt uitgestorven familie Isaï zal een nakomeling voortbrengen die er wezen mag! (vgl. Dan. 11:7). In Jes. 11:10 verspringt het beeld omdat daar de toekomstige heerser niet de scheut of de tak, maar zelf ‘wortel’ wordt genoemd naar zijn stamvader Isaï. De Messias zal zelf het begin zijn van een nieuw geslacht, dat zoals de tekst suggereert onder de volken wordt gevonden. Zo interpreteert Paulus dit woord: de Christus, de wortel Isaï, de eigenlijke draagkracht van het geslacht, zal komen en opstaan om over de volken te regeren (Rom. 15:12). Elders is de wortel ‘Israël’, waarop de heidenen als loten worden geënt (Rom. 11:16 v). De christelijke gemeente kent Israël als haar voedings-grond.