Zo wordt een huwbare prinses genoemd, de hofdame, vriendin van de koningin (Ps. 45:15; Jes. 7:14; KI. 2:21). In de bekende Immanuël-profetie wordt de moeder van de Messias ook jonkvrouw genoemd (Jes. 7:14; in Matt. 1:23 op grond van de LXX: maagd). De jonkvrouw is de personificatie van het volk van Jeruzalem, de ‘dochter’ van Sion (2 Kon. 19:21; Jer. 14:17), maar ook van Juda of Israël (KI. 1:15; Amos 5:2) en van Babel (Jes. 47:1) of Egypte (Jer. 46:11). De figuur is te vergelijken met de voorstelling van bv. het Franse volk als de maagd van Frankrijk, Marianne.