Buidel


Het buidelje of zakje van leer of linnen dat om de hals of aan de gordel werd gedragen. Geld werd erin bewaard (Gen. 42:35; Spr. 1:14; Luc. 10:4) of gewichtsstenen (Deut. 25:13; Mich. 6:11). De geldbuidel werd wel verzegeld. Zo kon men ook spreken van de verzegeling van de buidel/ bundel der levenden (1 Sam. 25:29 binden) of van de overtreding (Job. 14:17).