Bijwoner


Een bijwoner is de vreemdeling, die hoewel geen Jood geworden, in de samenleving of een familie is opgenomen, zonder zijn eigen identiteit te verliezen. Hij is geen slaaf of slavin. Zijn plaats wordt door bepaalde voorschriften duidelijk aangewezen (Ex. 12:45; Lev. 22:10; 25:6). In overdrachtelijke zin noemt David zich en zijn volk bijwoner, d.w.z. geen rechthebbende bezitter van het land, maar als vreemdeling is er hun een tijdelijke plaats gegund (1 Kron. 29:15; vgl. Ps. 39:13; Hebr. 11:13). Zo was Mozes een bijwoner in het land Midjan (Hand. 7:29). Paulus zegt tot de heidenen, hen die veraf waren, dat zij door het geloof in Jezus de Messias, de plaats van bijwoner hebben ingeruild voor die van burger in Israël en huisgenoot van God (Ef. 2:19).