Belijden


Mensen belijden hun zonden, verwoorden hun ongerechtigheden (Lev. 5:5; Ps. 32:5; Hand. 19:18), maar zij belijden ook de God van Israël, zij spreken zijn Naam uit (1 Kon. 8:33, 35; Jes. 48:1), zij betuigen hun aanhankelijkheid jegens de Zoon (Luc. 12:8; Fil. 2:11) en de Vader (1 Joh. 2:23).