Bedelaar


Het zijn vooral de lammen en de blinden, die moeten bedelen. Zij worden samen genoemd (Luc. 14:13-21) Bar-timeüs de blinde bedelaar (Mare. 10:46). De bedelende Lazarus is overdekt met zweren (Luc. 16:20). De verlamde bij de Schone Poort moet aalmoes|aalmoezen vragen van de tempelgangers (Hand. 3:2 v).