AKH-Series

Het einde der eeuw C002
12345678910

Het model der schepping C003
1234

De typologie der sterren C004 (Sterrenkaart v2.0)
123456

De “restitutie-leer” C005
123

De steenrots C006
1 Aanschouw de Rotssteen2 De Rotssteen3 De 12 opgerichte stenen4 De uiterste hoeksteen5 De grondsteen6 De Steen7 Petra8 De ontastelijke berg9 Steen van Jacob10 De Steenrots11 De Stenen tafelen12 Goliath en David 113 Goliath en David 214 Hagelstenen15 Stenen mes

Typologie in de natuur C007
123456789

De gezette hoogtijden des Heeren C009
123456789

Ponden & Talenten
Oppervlakkig bezien, zijn de gelijkenissen over de ’tien ponden’ en de ’tien talenten’ synoniem. Wie ze zorgvuldig bestudeert, ontdekt essentiële verschillen. Bij de ponden gaat het over de gemeente, bij de talenten over Israël. Ieder gemeentelid ontvangt hetzelfde: één pond, het nieuwe leven. Met de opdracht en verantwoordelijkheid dat (geestelijk leven) te doen groeien. Wie dat niet doet, blijft wel behouden (in het hemelse koninkrijk), maar ‘als door vuur’ en ontvangt geen loon. Bij de ’talenten’ gaat het over de periode ná de opname van de Gemeente. Dan zal alleen wie ‘gelooft tot het einde’ (van de grote verdrukking) zalig worden en het (aardse) koninkrijk ingaan. “Gaat in, gij goede en getrouwe slaaf.” C010
12

De gelijkenissen van Mattheüs 13 C011
1234567

De levietische offers C012
1234567891011121314

Het werk en de werkers C013
1

De “verborgenheid” C014
123456789101112131415161718192021222324252627282930

Schaap, penning en zoon C015
123

Afval der heiligen? C016
1234

De schenker en de bakker C017
123

De opname van de Gemeente C018
123

De goddelijke drieëenheid C019
123

Op deze Petra….. C020
12

De bedelingen C021
12345678910111213141516171819202122232425262728293031

Gog en Magog C023
123

De verborgen Christus in het Oude Testament C024
123

Het huis Gods (De Gemeente) C025
12

De Heilige Geest C026
123

Het Woord of het Werk C028
1

Jeftha en zijn dochter C029
123

De bijbelse tijdrekening C030
123

Een samenvatting der bedelingen C031
1234

De mens: geest, ziel en lichaam C032
123

De Bijbelse betekenis van bloed C033
12 3

Elia & Elisa C034
123456789101112131415

De roeping van de gelovige C035
123

Dood en dodenrijk C036
123456

David en Jonathan C037
123

Gideon, Barak en Simson C038
1234567891011121314

Van Palmpasen tot Pinksteren C039
12345678910111213

Gelovigen, ongelovigen en kinderen C040
123

Jeruzalem C041
123

Liefde C042
123

Leven in ballingschap C043
123

De tabernakel C044
123456789101112131415

Gods werk in deze eeuw C045
12345678910111213

Letters en cijfers C047
1234567891011121314151617181920212223242526272829303132333435363738394041424344454647484950515253545556575859606162636465666768697071727374

Het onderpand van de erfenis C048
123

Het verbond met Adam C049
123

De 153 vissen C050
12

Negatieve typen: omgekeerde beelden
C051 1 – 2 – 3 Audio cassettes

Gezegend in Christus
C052 3 Audio cassettes

Johannes 3:16
C053 3 Audio cassettes

Efraïm, Dan, Juda en Benjamin (Richt. 17-21)
C054 14 Audio cassettes

De gelovige op weg naar morgen
C055 12 Audio cassettes

Alle gelijkenissen
C056 34 Audio cassettes

Het ontstaan van aarde en mensheid
C057 3 Audio cassettes

De mens in de tegenwoordige tijd
C058 3 Audio cassettes

Binden en ontbinden
C059 6 Audio cassettes

De toekomst van de mensheid
C060 6 Audio cassettes

Uitverkiezing
C061 7 Audio cassettes

Profetisch panorama
C063 14 Audio cassettes

Wonderen en tekenen in het Oude Testament
C064 36 Audio cassettes

De man Gods en de oude profeet
C065 3 Audio cassettes

Schepping en herschepping
C066 3 Audio cassettes

De Gemeente en de Hebreeënbrief
C067 5 Audio cassettes

Bouwen op de Rots
C068 3 Audio cassettes

Het laatste rijk van Babel
C069 11 Audio cassettes

De toekomst van de Gemeente
C071 13 Audio cassettes

De werking van het Woord
C072 3 Audio cassettes

Israël in de woestijn
C073 51 Audio cassettes

Elisa in Dothan
C074 3 Audio cassettes

Bileam en zijn profetieën
C075 11 Audio cassettes

De vrijmoedigheid en de toegang
C077 3 Audio cassettes

Uit het geloof van Jezus Christus
C078 5 Audio cassettes

De Bijbel en de Bijbelboeken
C079 54 Audio cassettes

Gij zijt mijn Zoon
C080 3 Audio cassettes

De 10 stammen en de Gemeente
CDC081 7 Audio cd’s; C081 5 Audio cassettes

Andere handelingen der apostelen
CDC082 10 Audio cd’s; C082 9 Audio cassettes

De Joden, de Grieken & de Gemeente Gods
C083 16 Audio cassettes

Jehovah en Jezus
C084 3 Audio cassettes

De geestelijke wapenrusting
C085 3 Audio cassettes

De brieven van Jakobus en Paulus
C087 5 Audio cassettes

De 10 geboden
C088 3 Audio cassettes

De betekenis van de Bijbelse doop
C089 2 Audio cassettes

Verzoening
C090 3 Audio cassettes

De brieven van Petrus en Paulus
C091 5 Audio cassettes

Geschapen tot goede werken
C092 6 Audio cassettes

Eeuwig of altoos?
C093 3 Audio cassettes

Het offer van Christus
C094 8 Audio cassettes

De Gemeente: Het Erfdeel des Heeren
C095 16 Audio cassettes

Het Evangelie van Petrus
C096 3 Audio cassettes

Van tijden en gelegenheden
C097 3 Audio cassettes

Het onderzoek der Schriften
C098 4 Audio cassettes

Veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid
C099 3 Audio cassettes

Jongerenweekend, nov. 1993
C100 4 Audio cassettes

De hoop van Zijn roeping
C101 4 Audio cassettes

Efeze en het Oude Testament
C102 9 Audio cassettes

Het eerstgeboorterecht
C103 7 Audio cassettes

Engelen?
C104 4 Audio cassettes

De doop met de Heilige Geest
C105 4 Audio cassettes

Godzaliglijk leven
C106 9 Audio cassettes

De Gemeente in het Oude Testament
C107 16 Audio cassettes

Hoe lang nog?
C108 4 Audio cassettes

De Gemeente en Israël
C109 4 Audio cassettes

Hem tegemoet, jongerenweekend nov. 1994
C110 5 Audio cassettes

Het werk van de Heilige Geest
C111 3 Audio cassettes

Denken en dienen (Rom.1-12)
C112 6 Audio cassettes

De opname der Gemeente; hoe en waarom?
C113 8 Audio cassettes

Dient elkander door de liefde
C114 7 Audio cassettes

De laatste Adam de nieuwe Mens
115 14 Audio cassettes

De 2000 jaren
C116 4 Audio cassettes

De 1000 jaren
C117 3 Audio cassettes

De 70-ste week van Daniël
C118 10 Audio cassettes

1260, 1290 en 1335 dagen
C119 2 Audio cassettes

Handelingen 28:28
C121 3 Audio cassettes

Een getrouw Hogepriester
C122 11 Audio cassettes

De toekomst; jongerenweekend nov. 1995
C123 5 Audio cassettes

De antichrist is onder ons
Het aftellen is begonnen. Binnenkort zal een geestelijke wereldleraar zich bekend maken. New Age masseert de mensheid tot ontvankelijkheid voor hem, die in de bijbel ‘antichrist’ wordt genoemd en al onder ons woont. De gebeurtenissen in de wereld komen huiveringwekkend exact overeen met de scenario’s die de bijbel aangeeft als voorspel tot het nieuwe tijdperk. Voordat het aanbreekt, verdwijnen zij die Jezus Christus kennen van de aarde. Deze cd’s vormen de weerklank van diepgaande studie over de komende gebeurtenissen.

CDC124 4 Audio cd’s; C124 4 Audio cassettes

Tussen 70-ste week en 1000-jarig rijk
C125 5 Audio cassettes

De vorst die komen zal
C126 4 Audio cassettes

Onze onderlinge bijeenkomst
C127 7 Audio cassettes

Als de dagen van Noach
C128 11 Audio cassettes

Wil de echte Lazarus opstaan
C129 4 Audio cassettes

Profetische feesten
C130 6 Audio cassettes

En God zwijgt…..
C131 4 Audio cassettes

De Gemeente in de profetie
C133 17 Audio cassettes

Op reis door Brittannië
CDC134 9 Audio cd’s; C134 5 Audio cassettes

Het Nieuwe Verbond
C135 4 Audio cassettes

Het Hogepriesterlijk gebed
C136 7 Audio cassettes

De Gemeente en de 1000 jaren; Jongerenweekend 1996
C137 4 Audio cassettes

De gaven van de Geest
C138 4 Audio cassettes

Geroepen uit Egypte
C139 3 Audio cassettes

Zo gij iets begeren zult
C140 2 Audio cassettes

Zin en onzin onder de zon
C141 9 Audio cassettes

Op reis door Egypte
C142 2 Audio cassettes

Uitgeleid uit het diensthuis
C143 3 Audio cassettes

Overzicht der bedelingen
C144 7 Audio cassettes

De mens in hof en stof
C145 3 Audio cassettes

Wat dunkt u van den Christus?
C146 17 Audio cassettes

Op reis door Gallië
C147 4 Audio cassettes

Gods akkerwerk; Gods gebouw
C148 4 Audio cassettes

Johannes over Jezus
C149 63 Audio cassettes

Verhandelingen in Handelingen
C150 23 Audio cassettes

Het voorbeeld van Jezus; jongerenweekend 1997
C151 4 Audio cassettes

Werken: der wet en des geloofs
Of kerkelijke leringen nu voorschrijven heel hard, of juist níet te werken, zonder werk komt niets tot stand. Wij zouden niet alleen werken in materieel opzicht omdat het plezierig is (indien met overgave gedaan), en om onafhankelijk te zijn van de wereld maar ook in geestelijk opzicht. Alleen werken uit geloof schenken werkelijk bevrediging. Werk kan immers ook middel zijn tot onderdrukking: de slavernij van de wet, waarin Israel rechtvaardigmaking zocht. Echter, omdat slechts geloof de mens rechtvaardigt, is de wet houden ijdel werk. De verlossing daarvan is het werk van God, tot stand gebracht door het geloof van de Heere Jezus Christus. De bedoeling is dat Zijn wil de werken van Zijn Vader te doen ook de onze wordt. Om God te verheerlijken, omdat de liefde Gods ons dringt; en ook om het loon. Hij maakt ons bekwaam om de levende en waarachtige God te dienen, en om te doen de goede werken des geloofs.
C152 4 Audio cassettes

De heerlijkheid van Christus
C154 4 Audio cassettes

De heerlijkheid van de Gemeente
C155 4 Audio cassettes

Het eenmalige werk van Christus
C156 4 Audio cassettes

Het avondmaal
C157 2 Audio cassettes

Het vaste profetisch Woord
Uit het eeuwig Woord van de Schepper is de schepping voortgekomen. Het was er lang voordat de huidige aarde werd geschapen. Het is het Woord van alle tijden en brengt een nieuwe schepping voort. En nieuw leven in gelovigen. Gods Woord is Licht, Leven, Waarheid. Zijn Geest komt er in tot uitdrukking en het stelt wie naar de Waarheid zoekt in staat Hem (beter) te leren kennen. Heel de Bijbel is door God tot één harmonieus geheel gemaakt en bestaat in feite volledig uit profetie, waarvan een deel is vervuld en de rest dat nog zal worden. Profeten spraken veelal over dingen die voor henzelf en hun generaties nog verborgen waren, maar in Jezus Christus zijn geopenbaard. Voor wie bereid is dat Woord te aanvaarden. Kom en Zie. “Mijn woorden zijn Geest en Leven.”

CDC158 18 Audio cd’s; C158 18 Audio cassettes

Christus als Profeet
C159 4 Audio cassettes

Goeie Genade!
Wilt u aan Gods oordeel ontkomen? Dat kan alleen door een beroep op Zijn genade, de basis van de christelijke ethiek. Hoewel genade de rijkdom van het geloof in Christus vormt, leven velen in armoede en de angst die de wet met zich meebrengt. Daarmee negeren zij de door God geboden gratie. Dat is even ondankbaar als hoogmoedig. Volgens de Bijbel leidt alleen genade tot eeuwig leven. “Als rechtvaardigheid van God uit de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven.” CDC160 3 Audio cd’s; C160 3 Audio cassettes

Gods rechterhand
De eeuwige Godheid is onzienlijk. Als Hij Zich toont aan gelovigen, zien zij de Heere Jezus Christus, Die in de Bijbel de Rechterhand Gods wordt genoemd. Aan Hem is alle macht in de hemel en op aarde gegeven, toen Hij uit de dood verrees. Hij is (nog) verborgen voor de wereld en Israël, maar gelovigen kennen Hem. De studie op deze cd’s toont aan dat het begrip rechterhand in de Bijbel de uitdrukking is voor kracht, vrede, heil. De Rechterhand is de maximale heerlijkheid van God. Nu nog manifesteert die kracht zich in de hemel, maar binnenkort ook op aarde. Zuchtend wacht de schepping tot Christus, de kracht Gods, zal verschijnen. “Uw Rechterhand is verheerlijkt.”
CDC161 3 Audio cd’s; C161 3 Audio cassettes

Het gelovig overblijfsel
Relatief weinig mensen ontvangen Gods erfenis. Hij stelt geloof als voorwaarde voor wie daarbij wil horen. Dat is iets anders dan religieuze of ethische traditie. De bijbelstudie op deze cd’s laat zien dat Jehovah Zich altijd exclusief verbond aan ‘een gelovig overblijfsel’. Abraham vertrouwde Hem op Zijn Woord en ging op reis, zonder te weten waarheen. Dat principe is nooit veranderd. Gelovigen begeven zich buiten de ‘legerplaats’. Zij verlaten de ongelovige massa. Worden vreemdelingen. Ook Gods redding van Israël geschiedt op voorwaarde van geloof in Hem. Aan een gelovig restant van dat volk schenkt Hij het beloofde land. Zoals de Gemeente van Christus een hemels erfdeel ontvangt. Gods principe verandert niet: Zonder geloof vaart niemand wel. “Zo is er dan altijd een overblijfsel geweest.”
CDC162 4 Audio cd’s; C162 4 Audio cassettes

Hervormd en Vrijgemaakt
Alleen de Waarheid verandert mensen. Als het Woord van God het hart van een mens raakt, ontstaat daar een compleet nieuw denken. Dat hoort bij het Nieuwe Verbond, waarin de gelovige is binnengegaan. En op die verandering (wedergeboorte) volgt de vrijmaking, samenhangend met de door Christus bewezen genade. Niet meer geketend aan de wet, geniet de gelovige volle vrijheid in Hem. Die is inherent aan de aanwezigheid van de Heilige Geest en bedoeld om onbekommerd, in volle vrijheid, de Heer te dienen. Niet in aards denken, maar omgevormd door de Geest en Zijn Woord. “Waar de Geest des Heeren is, daar is vrijheid.”
CDC163 4 Audio cd’s; C163 4 Audio cassettes

Is iemand ziek onder u?
C164 2 Audio cassettes

Het Evangelie der heerlijkheid van Christus
Het woord Evangelie betekent ‘blijde boodschap’. Dat is het goede nieuws van genade en kan dus per definitie geen knellend juk van wetten en regels inhouden, waarmee men de heerlijkheid van Christus mist. Dat Hij is verrezen, is het hart van het Evangelie. Zonder die opstanding was het leven ijdelheid. Nu ontvangen zondaren door geloof in Christus nieuw leven. Dat is meer dan toegang tot de hemel. Het is ook in het aardse bestaan al ‘zalig’ leven. Over die heerlijkheid spraken profeten in het Oude Testament en in het Nieuwe Testament wordt naar hen verwezen. In feite bevat de Bijbel dus maar één boodschap. Die van Christus’ heerlijkheid, waarin Zijn Gemeente zal delen. “Dat gij mag weten wat de rijkdom is van Zijn heerlijkheid.”
CDC165 4 Audio cd’s; C165 4 Audio cassettes

Het toekomstige werk van de Gemeente
C166 16 Audio cassettes

De Emmaüsgangers en de Schriften
C167 2 Audio cassettes

Gods beloften, Ja en Amen
Talloze door God gegeven beloften bevat de Bijbel. Vele daarvan zijn exact op het daartoe bestemde tijdstip vervuld. Dat sterkt de gelovige in het vertrouwen dat zijn Heer ook alle overige toezeggingen gestand zal doen. In essentie vloeien die allemaal samen in één Persoon, Die al aan de eerste mens op aarde werd beloofd: Jezus Christus, de Messias en Hogepriester van het Nieuwe Verbond. In en door Hem gaat alles in vervulling wat voor de schepping en Zijn gemeente in het verschiet ligt. En ook alles wat aan de individuele gelovige is beloofd, culminerend in de op grond van Zijn genade verkregen troost dat niets hem kan scheiden van Christus’ liefde. “Want de beloften zijn in Hem Ja en Amen, tot Gods heerlijkheid door ons.”
CDC168 17 Audio cd’s; C168 17 Audio cassettes

Wat is de hemel?
Volgens een hardnekkig misverstand zijn hemel, hel en hiernamaals hetzelfde. De Bijbel biedt voor die opvatting geen ruimte. Wie bij Christus’ Gemeente hoort, kreeg bij zijn wedergeboorte al deel aan eeuwig leven in de hemel. Gelovigen uit het Oude Testament en in de periode na de opname van de Gemeente wachten zoals alle mensen in het dodenrijk op de ‘Jongste Dag’. Gemeenteleden wachten óók (op hun verschijnen voor de rechterstoel van Christus), maar niet in het dodenrijk. Zij slaan na hun sterven de ogen op in de (derde) hemel. Die moet niet worden verward met de eerste en tweede hemel (kosmos), waarvan de Bijbel zegt dat zij samen met de aarde zullen worden vervangen door een geheel nieuwe schepping. “Van God is de hemel en de hemel der hemelen, de aarde en al wat daarin is.”
CDC169 4 Audio cd’s; C169 4 Audio cassettes

Niet tegen vlees en bloed (jongerenweekend 1999) Dat religie en geloof hetzelfde zijn, is een ernstig misverstand. Religie is ethiek en schept verplichtingen. De Bijbel noemt die de ‘wet’. Geloven is het (be)leven van de vrijheid in Christus. Die impliceert wel de verantwoordelijk de Heer te dienen. Door zich niet meer te richten op het menselijke en aardse, het ‘ijdele’ en de daarbij behorende wet, maar op het Geestelijke. Daartoe voedt de christen zich met Gods Woord. De door de Bijbel afgewezen ‘strijd tegen vlees en bloed’ is niet het onderdrukken van zonden en het naleven van regels, maar heeft te maken met concentratie op de “dingen die boven zijn’. En met negeren van wat daar niet bij hoort, inclusief de wet. In die context doet hij alles, ook gewone ‘aardse’ dingen, als ‘voor de Heer’. Met de passie die daarbij hoort! “Zoekt de dingen die boven zijn.”
CDC170 6 Audio cd’s; C170 6 Audio cassettes

Zonen van God
Met de term ‘Zonen Gods’ worden in de Bijbel onderling sterk verschillende categorieën schepsels aangeduid. Wie waren de gevallen hemelse wezens die volgens Gen.6 seksuele gemeenschap hadden met vrouwen op aarde en onvruchtbare ‘reuzen’ verwekten? Voor de christen impliceert het beloofde zoonschap, waarheen hij op weg is, deel hebben aan de erfenis van Christus. Die viel Hem ten deel na Zijn opstanding en weldra zal Hij Zijn rechten volledig opeisen. Zowel de Gemeente als geheel als de individuele leden zullen dan met zoonschap worden bekleed. Want zonen zijn erfgenamen. Christus erft niet alleen in de hemel, maar ook op aarde, als ‘Zoon van David’, uiteindelijk alle macht. En daarin speelt ook die andere zoon, het volk Israël, een exclusieve rol. Omdat God ook die belofte nakomt. Een veelzijdige, praktische studie. “Als u een zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van Christus.”
CDC171 4 Audio cd’s; C171 4 Audio cassettes

Hinderende distels
Dagelijkse beslommeringen, carrièredrang, streven naar rijkdom, zekerheden en status. Talrijke facetten van het menselijk bestaan kunnen de gelovige begenadigd met het eeuwige, nieuwe leven in Christus afleiden van zijn hemelse roeping. Daardoor zal hij minder vrucht dragen dan door het Woord in hem mogelijk is. Daarover spreekt de bijbelse gelijkenis van het zaad, waarin de “zorgvuldigheden dezer wereld” worden geschilderd als doornen en distelen, die het geestelijk leven krachteloos maken en afleiden van de bestemming van de gelovige. Hij wordt genodigd tot een onbekommerd leven. Dat impliceert het stellen van bijbels georiënteerde prioriteiten! “Werp al uw bekommernissen op Hem.”
CDC172 4 Audio cd’s; C172 4 Audio cassettes

Heerlijkheid!
De kracht van Christus’ opstanding bewerkt heerlijkheid in Zijn Gemeente. Het is de onmetelijke meerwaarde van het nieuwe leven, waarnaar zowel de wonderen die de Heere Jezus deed, als die vóór Zijn komst werden verricht, al verwezen. Hoewel nog niet openbaar, is Zijn eeuwige heerlijkheid nu al aanwezig in de leden van Zijn lichaam. Het is de bedoeling dat iedere individuele gelovige zich met de hem gegeven kracht van het nieuwe leven beschikbaar stelt aan zijn Heer. En Hem op die manier verheerlijkt. In afwachting van het moment waarop de volle heerlijkheid van Christus en Zijn gemeente zichtbaar zullen zijn. “Hem zij de heerlijkheid in de Gemeente.”
CDC173 4 Audio cd’s; C173 4 Audio cassettes

Woorden en werken van David (Wuppertal 2000)
C174 15 Audio cassettes

De Heer of de Leer?
“Wij hebben geen leer, maar een Heer,” lijkt een vrome uitspraak, maar verraadt een gevaarlijke geloofspraxis. Paulus drong er op aan te blijven bij “de gezonde leer”. Die is niets meer of minder dan het Woord van God, waarin de Geest spreekt. Alleen dááruit komt de prediking die tot geloof leidt. Door dát Woord ook leert de gelovige zijn Heer (steeds beter) kennen. Wie theorieën daarbuiten introduceert, hoe mooi en zelfs christelijk die ook lijken, bouwt per definitie op drijfzand. Niet voor niets toetsten de eerste christenen alles wat zij hoorden aan de Schriften. Zij controleerden of “deze dingen alzo waren”. De Heere Jezus Zelf bestudeerde (en kende daardoor) de Schriften en hanteerde die kennis tegen Satan en ongeloof. “Er staat geschreven.” Zelf wordt Hij het “Voorbeeld van de leer” genoemd. De Heer en de leer zijn niet te scheiden. De leer leidt naar Hem. En omgekeerd. “Heb acht op. de leer en volhard daarin.”
CDC175 4 Audio cd’s; C175 4 Audio cassettes

Aftellen voor de opname
Alle inspanningen van wereldheersers ten spijt, lukt het de mensheid niet vrede in het Midden-Oosten te bewerken. Het wachten is op de antichrist. Hij zal gedurende de eerste helft van een zevenjarige periode schijnbare rust brengen, maar daarna komt er verdrukking. Eerst 3,5 jaar voor Jeruzalem, daarna voor alle volken. Maar als die duisternis over de wereld komt, is de gemeente met haar Hoofd in het licht. Want vlak voor de twee fasen van 3,5 jaar van respectievelijk “vrede en geen gevaar” en de “benauwdheid” voor Israël vindt haar opname in de hemel plaats. Na de zeven jaar verschijnt zij mét de Koning op de Olijfberg. In de volle heerlijkheid, die nu evenals Christus Zelf nog voor de wereld is verborgen, maar dán wordt geopenbaard. Een troostrijke toekomst. Het aftellen is begonnen “Vertroost elkaar daarmee.”
CDC176 2 Audio cd’s; C176 2 Audio cassettes

Jezus en de wet (jongerenweekend 2000)
Hoewel de Bijbel zegt dat in Christus de werking van de wet ten einde is voor wie geloven, willen velen in christelijke kring daar niet aan. Zij blijven de wet prediken en manifesteren zich aldus als vijanden van wie louter uit genade en geloof leven. De Heere Jezus leerde tijdens Zijn aardse leven niet elke dag de wet te vervullen, maar Zijn geloof te voeden met het Woord Gods. Dát groeiende geloof in Hem werd de basis van de rechtvaardiging der christenen. Hun verantwoordelijk is het – evenals Hij – uit het woord der genade te leven. De Heere Jezus leefde (nog) wel onder de wet, maar heeft Zich daar evident niet fanatiek aan gestoord. Herhaaldelijk werd Hij door de toenmalige theologen beticht van “wetsovertreding”, dan wel het tolereren daarvan. In het door Hem bewerkte Nieuwe Verbond zijn de gelovigen tot vrijheid geroepen. Van onvrijen, de gebondenen door de wet, kunnen zij vervolging verwachten. Evenals hun Heer. “Gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.”
CDC177 6 Audio cd’s; C177 6 Audio cassettes

Het voorbeeld van Jezus
Dat de Heere Jezus een nieuwe godsdienst stichtte is een misverstand. Hij maakte juist een einde aan bestaande religie en provoceerde wie veinsden zich aan de wet te houden. Onder Zijn nieuwe verbond is die slavernij der uiterlijkheden verdwenen en geloof in genade het criterium. Dáárin vindt de mens rust, want Zijn juk is in tegenstelling tot het oude licht. Geloof van de Heere Jezus was de basis voor Zijn verlossingswerk. Hij verlangde de wil van de Vader te doen, Wiens Woord der Waarheid Hij bestudeerde en predikte. Daarin is Hij het voorbeeld voor alle gelovigen. Maar zij worden, evenals Hij, liefdeloos geacht als zij beweren de Waarheid in Hem en met Hem te hebben gevonden. “Het Voorbeeld der Leer aan Wie gij zijt overgegeven.”
CDC178 4 Audio cd’s; C178 4 Audio cassettes

Dit is mijn wereld niet
(Kerstviering 2000 met o.a. de BBC Combo) Gelovigen hebben hun bestemming of thuis nooit gevonden in deze wereld, waar tijdelijk voordeel maatgevend is. Ook voor hun Heer was hier geen plaats. Burgers van het hemelse koninkrijk kijken met toenemende verbazing om zich heen. Als vreemdelingen. Hun niet met aardse normen corresponderende boodschap wordt vaak nogal cynisch bevonden. Het oude verlaten, en op weg gaan naar een nieuwe bestemming blijkt in de Bijbel hét kenmerk van geloofsleven. Abraham, Noach, Mozes en alle anderen die in Hebreeën 11 ten voorbeeld zijn gesteld, kwamen buiten de gemeenschap te staan waartoe zij eerder behoorden. Zij sloten zich niet ergens bij aan, maar zonderden zich af “buiten de legerplaats”. Gelovigen blijven (in aardse ogen dwazen) reizigers met een eeuwige bestemming. In navolging van hun Heer. “Als gasten en vreemdelingen op de aarde.”
CDC179 2 Audio cd’s; C179 2 Audio cassettes

Losser en “Looser”
In overeenstemming met de oudtestamentische wetgeving had de Heere Jezus Christus het recht – niet de plicht – om tot “loosers” verworden mensen vrij te kopen uit slavernij. Daarvan maakte Hij gebruik. Als Losser nam Hij de schuld weg die op de wereld drukte. Maar alleen wie Hem in die hoedanigheid aanvaardt krijgt deel aan de vrijheid. En ook aan de door Christus, als Eerstgeborene, voor Zichzelf en Zijn “familie” veiliggestelde eeuwige erfenis. Gelovigen zijn nu al verlost van wet en dood. Zij mogen hun Heer onbekommerd en in vrijheid dienen. Hun huidige zaligheid is een garantie voor wat hen nog wacht nadat de lasten van het aardse lichaam zijn weggevallen. “Ik weet mijn Losser leeft.”
CDC180 4 Audio cd’s; C180 4 Audio cassettes

Licht uit de Honing
De natuurlijke voeding en spijsvertering van de mens is analoog aan de geestelijke. Wie pas is (weder)geboren, moet melk krijgen. Daarna volgt vaste voeding. In de Bijbel worden die vergeleken met respectievelijk melk en honing, de combinatie die de Israëlieten ook in Kanaän werd beloofd. Voor gezonde geestelijke groei is voeding met Gods Woord onmisbaar. Zoals Jonathan door het eten van honing “verlichte ogen” kreeg, verschaft het Woord inzicht aan de christen. Jonathan ging, toen hij de zoete voeding tot zich nam, regelrecht in tegen de wet van zijn vader Saul, die na een beperkte overwinning op de Filistijnen zijn strijders het eten verbood. Dode letter van de wet en het vrij uitzicht der genade staan tegenover elkaar. “Smaakt en ziet dat de Heere goed is.”
CDC181 4 Audio cd’s; C181 4 Audio cassettes

Ik zal zijn, Die Ik zijn zal
“Ik zal zijn, Die Ik zijn zal.” Met die woorden heeft de God van Abraham, Izaäk en Jakob Zich aan de mens voorgesteld. Een naam die weergeeft Wie Hij is, samengebald in de woorden Ik Ben. Die gebruikt de Heere Jezus ook in het Nieuwe Testament om te zeggen Wie Hij en wat Zijn missie was. Overal waar de Godheid, de Schepper, Zich manifesteert, wordt Christus openbaar. In Hem identificeert de Eeuwige Zich als Jehovah. De Naam des HEEREN boven alle namen. In tegenstelling tot wat religie vaak beweert, mogen wij die geloven Hem bij Zijn naam noemen. De naam van de Gezalfde, Die ook door Joden eens als hun Messias zal worden (h)erkend. “Eer Abraham was, Ben Ik.”
CDC182 4 Audio cd’s; C182 4 Audio cassettes

Leven uit geloof (Wuppertal 2001)
Eeuwig leven in Christus wordt alleen verkregen via de weg van geloof. Hij Zelf ging, als Eerste der eerstelingen, daarin voor. Zijn diepe persoonlijke geloof bracht Hem in de dood, maar Hij geloofde in de heerlijkheid die Hem daarna wachtte. Wie is wedergeboren, verrees met zijn Heer in het nieuwe, eeuwige leven. Dat is dus primair de vrucht van Zijn geloof. Evenals Hij zijn de verlosten geroepen tot leven uit geloof. Dat heeft consequenties voor hun praktische wandel. Een wandel in het volle vertrouwen op Christus en Zijn genade. In de zekerheid niet te zijn gerechtvaardigd door eigen werken, maar uitsluitend op grond van geloof. Het is de rijkdom van het al lang voor de komst van de Heiland beloofde Evangelie. “De mens wordt gerechtvaardigd uit het geloof van Jezus Christus.”
CDC183 16 Audio cd’s; C183 16 Audio cassettes

Hemel op Aarde
Burgerschap, toekomst, erfenis en bediening van de christen liggen in de hemel. Uit dat onzienlijke kwam ook het Woord naar de zichtbare aarde, die nu door de satan wordt geregeerd en door God dood is verklaard. Maar veel aardse symboliek, door de Schepper in Zijn schepping gelegd, verwijst naar hemelse realiteit. Naar de oorsprong van alles, inclusief het leven. Die ligt niet in de mens zelf, zoals door satan aangewakkerde filosofie beweert. Want uit hemelse sferen komen ook dwaallichten, zich manifesterend in valse profeten. Vooral herkenbaar aan het vervangen van Gods Woord door afwijkende inzichten. Daarom ligt de strijd van de gelovige in hemelse, in plaats van aardse sferen. Maar dáár ook mag hij zich eeuwige schatten verzamelen. “Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.”
CDC184 4 Audio cd’s; C184 4 Audio cassettes

De vrouw en het beest
C185 14 Audio cassettes

Wat verwachten wij nog? (Jongerenweekend 2001) In aanslagen en (godsdienst-)oorlogen tekenen zich de contouren af van het laatste wereldrijk. Daarvan zou Babel de hoofdstad zijn. Zoals in het verleden toen de verwarring daar rond de bekende toren symbool van hoogmoed toesloeg. Verscheidene grote wereldrijken volgden. Telkens was het streven gericht op eenheid van alle mensen, onder één bestuur en één religie: optimale machtsconcentratie. Onder de antichrist zou dat er van komen, naar oud grieks model, waarvan de islam de bewaarder is. Maar voordat “het beest” uit Openbaring dat rijk sticht zou Christus’ Gemeente zijn opgenomen. Die hemelvaart van Zijn lichaam is geen groter wonder dan het nieuwe leven dat zondaren door geloof in Hem hebben ontvangen. “Dat u niemand verleide op enigerlei wijze.” CDC186 6 Audio cd’s

Een teken van afwassing (doopdienst)
De doop is een uitwendig teken van het feit dat de gelovige met Christus niet alleen is gestorven, maar ook is opgestaan. Hij is uit de door de duivel geregeerde wereld getreden en maakt deel uit van een geestelijk, hemels volk. Dat vergt een keuze. Door het sterven van de Heere Jezus is voor God heel de mensheid dood. Op die manier is voldaan aan de eis van Zijn wet en is voor eens en altijd de straf gedragen voor de zonde van de wereld. Maar daarna is de mens nog niet behouden! Daarvoor is wedergeboorte in het nieuwe leven van de opgestane Christus nodig. Aan geestelijk doven en blinden wordt die boodschap gepredikt: kiezen voor het eeuwige leven in Christus. In wie dat doet begint de Heer een werk dat Hij naar Zijn belofte ook zal volbrengen. “Wij bidden u van Godswege: Laat u met God verzoenen.”
CDC187 2 Audio cd’s; C187 2 Audio cassettes

De Gemeente in Handelingen
Het boek Handelingen heeft een sterk historisch karakter. Het beschrijft hoe Christus’ Gemeente begon en zich in de eerste decennia ontwikkelde. Maar de leerstellige verbanden van Gods plan, die licht werpen op het Oude Testament, vindt men vooral in de brieven. Handelingen laat zien hoe het Joodse volk, dat ook ná Zijn opstanding de Messias verwierp, als brenger van het Woord werd vervangen door de Gemeente. Dat Lichaam van Christus bestaat uit gelovigen uit alle (heidense) volken, waarbij ook Joden zich kunnen aansluiten. Niet door kerkelijk lidmaatschap behoort men tot die gemeenschap van eerstelingen. De Geest van Christus Zelf voegt toe aan het Lichaam, waarin Zijn eeuwige leven heerst. “En de Heer deed toe tot de Gemeente.”
CDC188 4 Audio cd’s; C188 4 Audio cassettes

Vredevorst
Hoewel in de wereld het Kerstfeest uitbundig wordt gevierd, veelal onder verwijzing naar de daaraan toegedichte boodschap van vrede, is in de Bijbel relatief weinig over de geboorte van de Heere Jezus te vinden. Gelovigen leven uit vrede met God door de verrezen Christus, Die niet meer het geboren kindje is, maar de gegeven Zoon. Als er eens ook op aarde vrede heerst, komt dat door de vrede die er dan zal zijn in de harten van de mensen die er op wonen. Wie is wedergeboren mag die vrede nu al kennen. De vrede die vrijheid is. Omdat hij is toegewijd aan de nog verborgen Vredevorst. Om Hem te dienen, met het zicht op wat nog gaat komen. “Om onze voeten te richten op de weg des vredes.”
CDC189 2 Audio cd’s; C189 2 Audio cassettes

Bruid of Zoon? De Gemeente als Man
De begrippen mannelijk en vrouwelijk blijken in de Bijbel relatief. De Gemeente heeft als lichaam van Christus, waarvan Hij het Hoofd is, deel aan Zijn voor de wereld nog onzichtbare positie en daarmee aan de mannelijkheid van Zijn Zoonschap. Maar ten opzichte van Christus Zelf is dat lichaam het vrouwelijke, dat het onzichtbare tot uitdrukking brengt. Iedere gelovige is rechtstreeks met Hem verbonden en daardoor ook met zijn broeders en zusters. Die gemeenschap met Hem ligt voor het volk Israël nog in het verschiet. Het zal in de toekomst Zijn bruid zijn. Dat is een andere status dan die van de tegenwoordig met Hem tot één plant geworden gelovige, met wie Hij maaltijd houdt. Samen mogen zij zich mannelijk houden in geloof als het lichaam van de unieke Zoon en Koning en Bruidegom. “Staat in het geloof, houdt u mannelijk.” CDC190 4 Audio cd’s; C190 4 Audio cassettes

Woord of traditie?
Veel christenen hebben er blijkbaar moeite mee te leven in de vrijheid van Christus’ genade. Zij gaan te rade bij uit ijdele aardse filosofie voortgekomen traditie, in plaats van Gods Woord. Het resultaat is een wirwar van rituele en andere uiterlijkheden, in plaats van verandering van en Brood voor het hart. Daardoor draagt veel zogenaamd christelijk denken de sporen van Griekse mythen. Traditie leidt niet tot nieuw leven, maar tot geestelijke gevangenschap en in ultieme vorm naar de duivel. “Uitzinnig”, noemt Paulus gelovigen die zich laten betoveren door traditie en een zwaar religieus juk op zich nemen, terwijl God alleen vertrouwen op Zijn Woord verwacht. Het Woord der Waarheid leidt gelovigen uit de slavernij. Het nieuwe eeuwige leven verdraagt zich niet met de op het vlees gelegde wet. “Het Woord van Christus wone rijkelijk in u…” CDC191 4 Audio cd’s; C191 4 Audio cassettes

Profetie en actualiteit
C192 9 Audio cassettes

Doop: Meer dan reiniging
Door het sterven van de Heere Jezus is ieders schuld vergeven, maar niemand behouden. Daarom is zijn opstanding cruciaal. Wie in Hem gelooft, deelt met Christus eeuwig leven in het Nieuwe Verbond. Door de doop getuigt de christen met een zichtbaar teken dat hij niet alleen met zijn Heer is gestorven, maar ook opgestaan. Zonder Christus’ verrijzenis waren prediking en geloof ijdel. De doop drukt wedergeboorte uit. Daarom past het ieder, die tot geloof komt, zich terstond te laten dopen. Door ingewikkelde liturgische opvattingen is de eenvoud van dat bijbelse patroon ondergesneeuwd. Wie éénmaal is gereinigd loopt op aarde nog wel “vuilen voeten” op, maar voor de afwassing daarvan zorgt de hemelse Hogepriester. “Wat verhindert mij gedoopt te worden?”
CDC193 2 Audio cd’s; C193 2 Audio cassettes

Kracht in Zwakheid

Het vlees van de mens is zwak. Hoe meer hij zich onder de wet stelt, hoe sterker hij dat ervaart. Maar wie gelooft is voor wereld en wet gestorven en behoort door genade tot de nieuwe schepping. Naar het vlees is hij nog een breekbaar vat, maar in die zwakheid giet God dezelfde kracht uit, waarmee Christus werd opgewekt. De ultieme consequentie daarvan zal zijn dat hem, in navolging van zijn Heer, het aardse lichaam ontvalt en hij een nieuw ontvangt. In dat licht is het oude leven van de gelovige niet van essentieel belang. Hij verkreeg in Christus ook geen kracht om de oude schepping te verbeteren, maar om deel te hebben aan een nieuwe, en aan de hemelse positie van zijn Heer. Zoals eens Abraham, wiens onvruchtbare oude vrouw alsnog baarde, vertrouwt hij op het Leven, hoewel het sterfelijke voor ogen is. “Zijn kracht wordt in zwakheid volbracht.”
CDC194 4 Audio cd’s; C194 4 Audio cassettes

Van Schepping tot Schepping (Wuppertal 2002) Gods (verlossings)plan omvat meer dan de huidige wereld. Lang vóórdat Hij die maakte, bestond er een andere, waaraan Hij met water – niet te verwarren met de latere zondvloed ten tijde van Noach – een einde maakte. Residuen en krachten uit die oude wereld zijn nog in de tegenwoordige te bespeuren. Geesten van intelligente wezens uit die oerschepping manifesteren zich als demonen in nú levende mensen. Zij zijn er op uit de besturing van hun wil over te nemen. Door bij het Woord der Waarheid te blijven, voorkomen gelovigen slachtoffers van die boze geesten te worden. Zij mogen de zekerheid in zich dragen noch door demonen, noch gevallen engelen te kunnen worden gescheiden van de liefde van Christus. En eerstelingen te zijn van de komende, de nieuwe en definitieve

schepping: het wonder van de derde dag. “Het oude is voorbij gegaan, het is alles nieuw geworden.”
CDC195 18 Audio cd’s; C195 18 Audio cassettes

Zegen of vloek?
Hoewel door God boven alle volken verheven, woonde Israël vrijwel nooit in rust en vrijheid in en het beloofde land. Het was verlost, maar leefde daar niet naar. Het probeerde zich uiterlijk tevergeefs aan regels te houden. Maar God ziet het hart aan en wil dat Zijn Woord dáárin woont. Evenals onder het Oude kan men ook onder het Nieuwe Verbond zegen missen. Ook het leven uit genade moet gelééfd worden. Veel christenen openbaren daarvan weinig, doordat zij in de praktijk geen prioriteit geven aan wat boven is. Zij vertrouwen niet, in gehoorzaamheid aan Zijn Woord, volledig op de Heer en dienen Hem daardoor niet. Hun wandel is niet overeenkomstig hun roeping. Zij blijven halsstarrig werken van het vlees doen. Zo dreigen zij, hoewel wedergeboren, de erfenis van het zoonschap te missen. “Kies dan heden wie gij zult dienen.”
CDC196 4 Audio cd’s; C196 4 Audio cassettes

De dagen van Noach en de Wederkomst
C197 6 Audio cassettes

Een nieuwe schepping (Jongerenweekend 2002)
De essentie van Gods werk is genereren van een nieuwe schepping door Zijn Woord. Zonder dat lichtend Woord is er geen leven. Omdat de wereld het niet heeft aanvaard, verkeert zij in duisternis. Door in geloof aannemen van de Heere Jezus Christus hét Licht en dé Waarheid worden mensen sinds Zijn opstanding wedergeboren tot een nieuwe schepping. Gelovigen uit het Oude Testament krijgen die status op de Jongste Dag. De uit een zondige aarde voortgekomen mens is dood voor God en een slaaf van diens tegenstander. Hij kan die situatie handhaven en de zonde blijven dienen óf één worden met Christus. Dat betekent nieuw leven in vrijheid, om Hém te dienen. Op weg naar de aanstelling tot zonen en het ontvangen van een nieuw lichaam. In dit oude zucht de gelovige nog. Zoals heel de oude schepping. Maar ook die zal vernieuwd worden. “Ziet, alles is nieuw geworden.”
CDC199 4 Audio cd’s

Ga over de grens (doopdienst)
Zoals Israël het ‘diensthuis’ Egypte verliet, zo heeft ook een christen het slavenwerk achter zich. De gelovige wordt getrokken uit de tegenwoordige boze wereld. Toch lijken velen aan de grens te blijven staan en terug te (willen) keren naar de slavernij van wet, religie, ethische en politieke systemen. Dat komt neer op zélf strijden ín de wereld, terwijl de Heer beloofde te zullen strijden voor het uitgaan van de Zijnen úit de wereld. Wedergeborenen mogen vertrouwen dat hun Heer hen leidt op Zijn weg, zoals Hij dat ooit met Israël deed, niet tot aan de zee (de grens), maar dwars door de zee. En verder. Staan in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft doen wij aan de andere kant van het water. Het leven van een christen is niet grensverleggend, maar grenspasserend. “Zeg de kinderen Israëls dat zij voorttrekken.”
CDC200 2 Audio cd’s

Wonderen en Tekenen
Geen groter wonder dan de wedergeboorte van een mens! Die heeft, in tegenstelling tot bijvoorbeeld lichamelijke genezing, eeuwige waarde en voltrekt zich verborgen. In de bijbelse

geschiedenis deden zich geregeld Goddelijke wonderen voor, maar altijd als tekenen, die zicht gaven op de toekomst in Zijn plan. Dat geldt ook voor de wonderen die de Heere Jezus deed. Noch daardoor, noch door Zijn opstanding, kwam men massaal tot geloof. Niet zien en tóch geloven, vertrouwend op Zijn Woord, is dan ook wat Hij vraagt. Dat staat haaks op zichtbare “attracties” waarmee de satan de wereld en liefst ook christenen voor Zijn wederkomst zal verbazen. De tegenstander kan daarbij zelfs correct bijbelse taal spreken, in een poging ook gelovigen te misleiden. Weten en zich vasthouden aan wat de Schrift zegt, is daartegen het geëigende wapen. “Verblijdt u niet dat geesten u zijn onderworpen, maar dat uw namen zijn geschreven in de hemelen.”
CDC201 4 Audio cd’s; C201 4 Audio cassettes

Een nieuw Jeruzalem
Hoewel hij het oude Jeruzalem niet kende, verwachtte Abraham het nieuwe al. Het begrip omvat dan ook veel meer dan een letterlijke stad, ongeveer naar analogie van het vernoemen van staten naar hun hoofdsteden. David bracht het aardse Jeruzalem in perspectief als het bestuurlijke centrum van de Messias, Die weldra Zijn rijk (ook) op aarde zal stichten en met de Gemeente de wereld oordelen. Op grond van hun geloof leven hemelburgers nu al in het “Jeruzalem dat boven is”. Zij zijn erfgenamen, die met Christus een hemelse positie delen. Vrijgemaakt van de slavernij der wet, waarvoor het aardse Jeruzalem nog als symbool staat. Christus’ rijk onder het Nieuwe Verbond is nu nog verborgen, straks wordt het vanuit de hemel openbaar. “Gij zijt gekomen tot het hemelse Jeruzalem.”
CDC202 4 Audio cd’s; C202 4 Audio cassettes

Salomo
C203 9 Audio cassettes

Zalige Hoop
De essentie van de hoop van de gelovige is zijn hemels burgerschap. Dat geniet hij niet pas na zijn sterven, maar sinds zijn wedergeboorte. Hij deelt met heel de Gemeente in de heerlijkheid die Christus na Zijn opstanding ten deel viel. Vooralsnog is die verborgen, maar in de toekomst wordt zij ook op aarde openbaar. De consequentie van het feit dat de Zoon en Diens dan eveneens tot zonen (aan)gestelde medeerfgenamen Hoofd en Lichaam sámen zullen verschijnen, is dat de Gemeente eerst wordt opgenomen. Zij bestaat uit de eerstelingen van de oogst onder het nieuwe verbond. De oogst zelf, onder de volken, volgt pas als Israël tot geloof is gekomen. “Verwachtende de zalige hoop… de verschijning der heerlijkheid.”
CDC204 4 Audio cd’s; C204 4 Audio cassettes

Verandering van denken
De oude mens kent Gods wijsheid niet. Horizontaal denken kan Hem niet behagen. Hij noemt het dwaasheid. Alleen in gelovigen wil de Heilige Geest het nieuwe, verticale denken ontwikkelen. Dat proces is gericht op de dienst onder het Nieuwe Verbond, waaroe zij zijn geroepen. Het vraagt van de christen dat hij de waarheid van de Schrift aanvaardt en aldus “luistert” naar wat Gods Geest heeft gesproken. Alleen het Woord van God, dat gelovigen ook met elkaar verbindt, kan verandering van denken teweeg brengen. Het is de bedoeling dat zij onder invloed daarvan ook hun tijdelijke lichamen beschikbaar stellen aan hun Heer. Zijn Geest wil daarin wonen. Het nieuwe denken kan niet door uit de oude schepping

voortkomende technieken, cursussen, filosofieën en wijsheden worden verkregen of gestimuleerd. “Wordt veranderd door de vernieuwing van uw denken.”
CDC205 4 Audio cd’s; C205 4 Audio cassettes

Overwinnen of Verliezen? (Wuppertal 2003)
Per saldo valt er voor de mens niets te winnen op aarde, waar volgens Prediker alles ijdelheid is. Alleen wie uit God is geboren overwint. Daarin ging de Heere Jezus Christus in Zijn geloof, dat Hem als Mens kenmerkte, de gelovigen voor. Door lijden en dood heen bereikte Hij de heerlijkheid, die de Zijnen met Hem mogen delen. Zij zijn volgens de Bijbel mét de verrezen en tot Zoon gestelde Christus méér dan overwinnaars. Die status hoeven zij niet meer zelf te bevechten. De strijd is geleverd! Het enige ‘gevecht’ van de gelovige is dat hij de Waarheid, Gods Woord, vasthoudt, en zijn uit genade verkregen positie inneemt, wetend dat een hemelse Hogepriester zorgt voor blijvende reiniging. De realiteit van de overwinning ligt in het lijdzaam en gehoorzaam volgen van de Goede Herder. Door alleen bij Zijn Woord te rade te gaan. “Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld.”
CDC206 18 Audio cd’s; C206 18 Audio cassettes

De Waarheid maakt Vrij
Bijbels christendom is niet gerelateerd aan enig religieus systeem. Geloof in de Heere Jezus Christus impliceert vrijheid, die voortkomt uit de onvergankelijke Waarheid, die volgens zgn. “grote denkers” niet bestaat. Nog in wereldse duisternis gehulde mensen schuwen de hardheid van Gods Woord, want die past niet onder het juk van hun regels en filosofieën. Daarmee keren zij zich af van het (nieuwe) leven. Ten diepste heeft de wereld een hekel aan wie door Christus zijn bevrijd. Tegelijk beseft de natuurlijke mens niet dat hij slaaf is. Maar ook binnen het christendom bestaat de sterke neiging gebukt te gaan onder wet, tradities en regels. Omdat vrijheid ook daar blijkbaar op tegenstand van de menselijke natuur stuit. Geloof is vertrouwen in de Auteur van het Woord. Alleen díe waarheid maakt vrij. Geenszins als reden voor losbandigheid, maar om onbelemmerd het nieuwe leven te kunnen leven. “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.”
CDC207 4 Audio cd’s; C207 4 Audio cassettes

Tot vrijheid geroepen (Jongerenweekend 2003) Altijd is de mens een dienstknecht. Van nature is hij een slaaf van zonde, wet en dood. Alleen door geloof komt hij in de vrijheid, maar die is bedoeld om God te dienen. Ook de Heere Jezus Christus, met Wie de gelovige is opgestaan, bleef trouw aan Zijn bediening. Hoe de gelovige met zijn verkregen vrijheid omgaat is zijn persoonlijke verantwoordelijkheid. Een verkeerd gebruik ervan ontneemt hem niet zijn behoud, maar wel zijn erfenis. Hij móét weliswaar niets, maar mág zich laten leiden in alle waarheid door de Heilige Geest. Het doel van een christen is te worden opgevoed tot bekwame erfgenaam. En te wandelen in “nieuwheid des levens”. Die wandel heeft consequenties voor het praktische leven. Het zal onder meer moeten inhouden dat de relatie met zijn Heer en de dienst aan Diens koninkrijk boven alle aardse bekommernissen staat, inclusief aardse banden zoals het huwelijk. “Vrijgemaakt zijnde van de zonde, zijt gij gemaakt dienstknechten der gerechtigheid.”
CDC208 5 audio cd’s

De Rode Vaars
Het meest positieve van de wet was dat die onder het Oude Verbond verwees naar wat Christus onder het Nieuwe zou doen. Dat geldt zeker ook voor het oudtestamentische ritueel rond de rode vaars (koe), waarvan de as moest worden vermengd met water, nadat zij buiten de legerplaats was geslacht. Door het gesprenkelde bloed van het dier, werd die locatie vervolgens met het heiligdom verbonden. Zoals gelovigen via “de verse en levende weg” van hun Heer in navolging van Hem uit de dode wereld zijn getrokken en een hemelse positie hebben gekregen. Zij zijn een nieuwe schepping en daardoor in wezen buitenstaanders in de maatschappij, waar alleen de oude mens nog tijdelijk een functie heeft. Voldoen aan de daar geldende normen voor de buitenkant heeft voor hun Heer geen waarde. In en door hun Hogepriester blijven zij gereinigd en mogen zij zich beschikbaar stellen voor wat Hij door hen doet. “Zo heeft ook Christus buiten de legerplaats geleden.” CDC209 4 Audio cd’s; C209 4 audio cassettes

Job, de gelovige
IJdelheid en lijden kenmerken de door satan geregeerde oude schepping, die wijsheid in zichzelf zoekt en daardoor blind blijft. Echte wijsheid wordt alleen ontdekt door wie naar de Waarheid luisteren en zich aan de systematiek van het wereldse denken onttrekken. In het leven van gelovigen staat de Heer als blijk van genade lijden toe om hen te louteren, te vormen en te onderwijzen. Zo worden zij bekwaam gemaakt voor hun toekomstige taak. Het is de vernedering die aan heerlijkheid vooraf gaat. Al die aspecten zijn te vinden in de geschiedenis van Job, een type van de gelovigen. Zijn religieuze vrienden zochten de oorzaak van het lijden in Jobs specifieke persoonlijke zonden, maar tegen die denkwijze ontstak Gods toorn (42:7). Job zelf bleef op Hem vertrouwen en zijn last (ver) dragen. Een nieuwtestamentische dimensie. “En de Heere vermeerderde wat Job had gehad tot dubbel zoveel.” CDC210 4 Audio cd’s; C210 4 audio cassettes

Jakob in Pniël (Gen.32)
Hoewel de Heer aan Jakob, een type van de Gemeente, allerlei zegeningen had beloofd, kwam hij telkens zelf in actie om die te verzilveren. Het duurde lang voordat hij zich bij Pniël aan Hem onderwierp en moest toegeven, dat zegen niet is gerelateerd aan eigen werken van de mens, maar aan vertrouwen op Gods Woord. Ook veel christenen proberen zelf te realiseren wat de Heer heeft gezegd te zullen doen. Omdat zij Zijn mededelingen over wat er staat te gebeuren, zoals “gij zult Mijn getuigen zijn”, niet als vrij nuchtere constateringen Zijnerzijds, maar als door hen zelf uit te voeren opdrachten beschouwen. Daarmee handelen zij ook in de lijn van Ezau, een beeld van het wettische Joodse volk. Naar analogie van diens jongere broer Jakob kreeg de Gemeente het eerstgeboorterecht. Ook al waren zij de tweede. De erfenis werd niet verkregen door eigen werken, maar is gewoon deel van Gods plan en Zijn genade. “Ik laat U niet gaan, tenzij Gij mij zegent.” CDC211 4 Audio cd’s; C211 4 audio cassettes

Het nieuwe Jeruzalem (Op.21)
C212 4 audio cassettes

Geloof in gevaar
Vertrouwen in wat God heeft beloofd is kenmerkend en essentieel voor (de wandel van) een Christen. Dat was ook zo bij de Heer Zelf, Die Zich door lijden heen richtte op beloofde heerlijkheid. Het grootste gevaar dat een gelovige kan

bedreigen, is afwijken van wat de Bijbel zegt. Daartoe hoort ook het bedrijven van religie, inclusief het zich ten onrechte veelal “christelijk” genaamde stellen onder de wet. Alleen door het Woord der Waarheid wordt geloof opgebouwd, met een rein hart, een verschoond geweten als gevolg. Daaruit vloeit liefde voor andere leden voort. Alle daarmee niet strokende leringen zijn volgens de Schrift lege fabelen, hoeveel theologische waarde er ook aan wordt gehecht. In christelijke kring blijkt veel “menselijke” activiteit sterk gericht op uitbreiding van de eigen organisatie en/of materiële winst, en de boodschap gereduceerd tot een boodschap naar de natuurlijke mens. Christus’ Gemeente wordt evenwel niet door mensenhanden, maar door Hemzelf gebouwd. “Sommigen zijn afgeweken en hebben zich gewend tot ijdelspreken.”
CDC213 4 Audio cd’s; C213 4 audio cassettes

Apostels & Epistels (Wuppertal 2004)
Niet voor de door God losgelaten wereld, waarover Zijn toorn is gekomen, maar exclusief voor de Gemeente zijn de brieven van de apostelen bestemd. In feite geldt dat voor het gehele Nieuwe Testament en hebben de door de Heere Jezus vertelde gelijkenissen hetzelfde karakter. Wat verborgen moest blijven voor de duistere wereld, inclusief Israël en religieuze leiders, werd geopenbaard aan de discipelen. Alleen wie de Waarheid zoekt ontvangt zicht op de geheimen van het in het Oude Testament beloofde Nieuwe Verbond. Ongelovige theologen zullen het hart van die verborgenheid niet leren kennen, omdat zij omgekeerd hún hart niet voor de volle boodschap van lijden, sterven én opstanding van Christus hebben geopend. De Opgestane, aan de Gemeente gegeven, en zij aan Hem, hun Hogepriester; die realiteit belichten alle apostelen. Onderscheid tussen de vroege brieven van Paulus (waarin de volle waarheid nog niet tot hem zou zijn doorgedrongen) en zijn latere berust op dwaalleer. “Maar God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest.”
CDC214 18 Audio cd’s; C214 18 audio cassettes

Alle dingen werken mee ten goede (Rom.8:28) Temidden van een door God losgelaten wereld, zijn gelovigen in Christus gerechtvaardigd en geroepen tot zoonschap. Zij hebben een hemelse positie en toegang tot de genadetroon. Voor hen laat de Heer alles, zelfs kwade dingen, meewerken ten goede. Niet omdat ze in zichzelf waarde hebben, maar omdat Hij ze veelal achteraf daartoe aanwendt. Ook eventueel lijden, dat overigens in het niet valt bij de heerlijkheid die de Zijnen met Christus zullen delen. Hij maakt die bekwaam tot dienen onder het Nieuwe Verbond. Beproeving en verzoeking gebruikt de Heer om hen op te bouwen. Wie zich in alle zwakheid en lijdzaamheid beschikbaar stelt aan Hem, zal ervaren dat alles ten goede werkt. Hoeveel de gelovige van het toekomstige erfdeel zal ontvangen, is sterk afhankelijk van wat hij nú met het nieuwe leven in het ‘aarden vat’ doet. Ook genade moet worden geleefd. Wie onder de wet blijft leert dat niet. “Wij weten dat dengenen die God liefhebben alle dingen medewerken ten goede.”
CDC215 3 Audio cd’s; C215 3 audio cassettes

Offers en Offerdienst
C216 16 cassettes

Dromen in de bijbel
C217 13 cassettes

De vrije dienstknecht (Jongerenweekend 2004) Anders dan onder de wet, dragen gelovigen onder het Nieuwe Verbond verantwoordelijkheid: zij moeten leren hun vrijheid te gebruiken om hun Heer te dienen, Die ook Zelf vrijwillig Knecht werd. Profetisch verwees naar Hem en de Zijnen het oudtestamentische voorschrift het oor te doorboren van een slaaf, die (na 6 jaar) vrij moest worden gelaten, maar zélf verkoos in dienst en het huis van zijn heer te blijven. Door het Woord van God aan te nemen, wordt een mens behouden, om zich daarna te melden bij de Hogepriester, Die Zichzelf met Zijn Lichaam de Gemeente offert. Hij zorgt voor heiliging van de gelovige, opdat die zich in vrijheid kan wijden aan de (priester-)dienst waartoe hij bekwaam is gemaakt. Wie bij het Lichaam hoort heeft geen enkel excuus om daarin ziende op eigen vlees niet te functioneren met aan het Woord onderworpen wandel. Zijn opdracht is de vrijheid te leren leven, om te groeien naar geestelijke volwassenheid. Opdat hij zijn erfenis niet (geheel of gedeeltelijk) misloopt. “Gelijk Hij Die u geroepen heeft heilig is, wordt ook gijzelf heilig in al uw wandel.”
CDC218 4 Audio cd’s

Man en Vrouw
Als éénheid dragen man en vrouw samen het beeld Gods, maar zij zijn onderling niet identiek. De man is onderworpen aan Christus, zoals Hij aan de Vader. De vrouw een beeld van de Gemeente is dat aan haar man. Eva kwam voort uit Adam om als zijn hulp te functioneren, naar analogie van de Zoon, Die als Hogepriester de Gemeente dient en in overdrachtelijke zin nu de voeten van de gelovigen wast. De Heer vraagt van de vrouw, wier goede werken haar sieraad zouden zijn, dat zij haar man dient en zich in de Gemeente niet met de leiding bezighoudt. Dat neemt niet weg dat zij te gelegener tijd Gods Woord kan doorgeven. Van nature staat de vrouw voor het uitwendige, de ‘schepping’, het vat dat gevuld moet worden, en de man voor het innerlijke, het wezen. De huwelijksrelatie zou een afbeelding moeten zijn van die tussen Christus en Zijn Lichaam, dat Hij liefheeft. “De man is het hoofd van zijn vrouw.”
CDC219 3 Audio cd’s; C219 3 Audio cassettes

Erven of Derven?
Méér dan eeuwig leven is de gelovige beloofd. Hij mag ook delen in de erfenis van Christus. Dat gebeurt bij de aanstelling tot zonen, waarin het Hoofd van de Gemeente is voorgegaan. Terwijl eeuwig behoud door genade onvoorwaardelijk is en afhankelijk van geloof alleen, zal het erven gerelateerd zijn aan het praktische leven van de gelovige tijdens diens wandel op aarde. In die zin kan hij zijn (grote) zaligheid ‘bewerken’. Niet door werken van de wet, maar door zijn Heer te dienen met de in genade verkregen vrijheid. De zoonstelling na de opname heeft niet alleen betrekking op de Gemeente als geheel, maar afhankelijk van diens ‘goede werken’ der genade
ook op de individuele gelovige. In welke mate hij loon, in de vorm van erfdeel, ontvangt, wordt bepaald door de mate waarin hij nu tot priesterlijke dienst onder de Hogepriester bereid is, dan wel een vleselijke levensweg kiest. “Gij zijt verzegeld met de Heilige Geest der belofte, Die onderpand is van onze erfenis.”
CDC220 3 Audio cd’s; C220 3 Audio cassettes

De Blijde Boodschap
Wat tót Christus’ opstanding verborgen moest blijven, hoewel heel het Oude Testament er in bedekte termen naar verwees,

mocht onder het Nieuwe Verbond openbaar worden. De blijde boodschap van Gods rechtvaardigheid. Zijn zaligmakende genade is verschenen. Wie door geloof daaraan deel krijgt, is verbonden met Christus en toegevoegd aan Zijn Gemeente. Met die status verdraagt leven onder de wet zich niet. Die kan allerminst ‘een blijde boodschap’ worden genoemd. Niet aan, maar in de wereld wordt het Woord gepredikt, opdat enkelingen in de duisternis het Licht zullen zien. Voor wie buigen voor dat Woord van eeuwige vertroosting is het “kracht Gods tot zaligheid” waaraan Hij trouw blijft. Zij zullen delen in Christus’ heerlijkheid en zijn op weg naar Zijn rechterstoel, waar de gelovige zal worden beloond naar de mate waarin hij in de hem geschonken vrijheid zijn Heer heeft gediend. “Ik schaam mij het Evangelie van Christus niet, want het is kracht Gods tot zaligheid.”
CDC221 3 Audio cd’s; C221 3 Audio cassettes

Het Levende Lichaam
Zoals God natuurlijk leven in Adam blies, kwam in het sterfelijke lichaam van de Heere Jezus bij Diens opstanding eeuwig leven door de Heilige Geest, dat gelovigen met Hem delen. Het is de bedoeling dat zij hun aardse lichamen, de aarden vaten, beschikbaar stellen aan hun Heer. Zij mogen, evenals Hij dat in geloof (door zijn dood heen) deed, zicht hebben op heerlijkheid. De mate waarin die hen ten deel valt, is afhankelijk van hun wandel: de wijze waarop zij in alle – door genade verkregen – vrijheid Hem dienen. In dode lichamen wordt nieuw leven gebracht, zoals dat ook met de opgestane Eersteling gebeurde. Samen vormen de gelovigen het éne volk dat uit alle volken wordt geroepen, het Lichaam van de verrezen Christus, waarvan Hij het Hoofd is. Het telt vele leden, die allen door Hem Zelf worden geleid. “Maar wij hebben die schat in aarden vaten.”
CDC222 3 Audio cd’s; C222 3 Audio cassettes

Wat is de mens? (Wuppertal 2005)
Zowel de eerste als de tweede Adam maakte deel uit van Gods plan, dat al dateert van voor de huidige schepping, die nog niet tot Zijn heerlijkheid existeert. God maakte de mens door Zijn adem tot een levende, maar tegelijk sterfelijke, ziel, bedoeld om de waarheid te zoeken. Zoals heel deze door Hem – weliswaar goed, maar niet uitmuntend – gemaakte schepping is die tijdelijk. De mens is volgens de Schrift een uit het stof geboetseerd aarden vat. Alleen de geest die daarin komt bestaat na het sterven voort in het dodenrijk. Dat geldt niet voor gelovigen die door Christus met Diens Geest zijn gevuld, hoewel zij aan de buitenkant nog Adams beeld dragen. Evenals dat met hun Heer gebeurde, zullen zij – zowel degenen die dan nog op aarde zijn, als de inmiddels overledenen – bij de opname van de Gemeente een verheerlijkt lichaam ontvangen. “Alzo werd de mens tot een levende ziel.”
CDC223 17 Audio cd’s; C223 17 Audio cassettes

Toespraken van Jezus
De drie langere toespraken van de Heere Jezus twee Bergredes en die in de opperzaal (kort voor Zijn kruisiging) verwijzen alle naar het komende Messiaanse rijk. Zij werpen licht op oude profetieën en op het daarin aangekondigde Nieuwe Verbond, waaronder de Gemeente een bijzondere, hemelse positie heeft. Christus’ koninkrijk is inmiddels wel aangebroken, maar nog niet openbaar. Sinds Adam is de mens evenwel altijd opgeroepen dat rijk binnen te gaan door zich te bekeren tot zijn Schepper. Zoals Jozef in het buitenland een troon besteeg, ontrekt ook die van Christus zich nu aan het oog van de

wereld. Maar gelovigen, die individueel met hun Hoofd zijn verbonden, weten Hem al ‘met heerlijkheid gekroond’. Genaderd tot Zijn troon vormen al die individuen toch een collectief: de éénheid waarom de Heer heeft gebeden en die niet afhankelijk is van menselijk streven. Over diverse aspecten van de wandel van de gelovige gaan in principe ook de zaligsprekingen in de (eerste) Bergrede. Het komt aan op hun beschikbaarheid binnen het Lichaam. “Zegen die u vervloeken, doet wel die u haten, bid voor wie u geweld aandoen en vervolgen.” CDC224 4 Audio cd’s; C224 4 Audio cassettes

Bijbelse bedelingen
C225 64 Audio cassettes

Het huis van God
C226 24 Audio cassettes

Opdat vervuld worde…..
C227 25 Audio cassettes

Strijden tegen de zonde
Tot de verandering van denken, waartoe een christen is geroepen, behoort dat hij – zich richtend op Gods Woord en het nieuwe leven – zijn zondige lichaam in dienst van de Heer stelt. Omdat het zondeprobleem door God is opgelost, is het voor de gelovige zinloos zich daarmee nog bezig te houden. In Christus ziet God hem als volmaakt. Dat de mens, zolang hij in het vlees is nog zondigt, verandert daaraan niets. Terwijl God, volgens Zijn Woord, de zonden niet meer gedenkt, menen veel christenen het recht te hebben dat wél te doen. Zowel bij zichzelf als bij elkaar. Daarmee belasten zij het geweten, terwijl het Woord dat juist reinigt. Met strijden tegen zonden en die voortdurend te belijden, besteedt de gelovige in feite teveel aandacht aan wat God negeert. De christen zou hetzelfde moeten doen. Het vlees en de werken daarvan, hoewel die er nog zijn, negeren en zich richten op het eeuwige leven. “Houdt het daarvoor dat gij der zonde dood zijt, maar Gode levende in Christus Jezus.”
CDC228 2 Audio cd’s; C228 2 Audio cassettes

Zaaien en maaien (Gal.6) (Jongerenweekend 2005) Het streven om uit het leven te halen wat er in zit en zoveel mogelijk te breiken, is te beschouwen als maaien, inhalen. In werkelijkheid valt er niets te maaien als niet eerst is gezaaid. Daarom zou een mens “goed doende niet vertragen.” En voor ons als gelovigen geldt in het bijzonder dat wij zouden zaaien. Echter niet ‘in het vlees’ maar ‘in de Geest.’ Om daarna te maaien ter gelegenheid van onze openbaring voor de rechterstoel van Christus. Vergankelijk zaad brengt een eeuwige oogst voort! “Te Zijner tijd zullen wij maaien.”
CDC229 5 Audio cd’s

Geef je over!
De Bijbel roept in vele toonaarden en opzichten op tot gepassioneerde overgave. In navolging van de Heere Jezus wordt van de gelovigen gevraagd lijdzaam beschikbaar te zijn. Dat is niet passief afwachten, maar in lijdzaamheid – gericht op delen in Christus’ heerlijkheid – de loopbaan volbrengen. Min of meer zoals atleten, die lijden om te winnen. Gelovigen staan in de wereld op verlies, maar zijn straks de ultieme winnaars met hun Heer, Die hier Zelf ook werd gesmaad. Als opgestane Hogepriester is Hij nu gegeven aan de Gemeente. Om namens de Vader ‘een dienstwerk’ te doen aan de gelovigen, met wie Hij de Waarheid deelt. De vraag is in hoeverre zij

zich daaraan overgeven. Overgave impliceert concentratie op Gods Woord en trouw van de gelovige, die door de Heer Zelf in Zijn dienst is gesteld. Om, Hem toegewijd, in de wereld te delen in Zijn smaad, maar in de toekomst in Zijn heerlijkheid. Geduldig. Wetend dat huidige verliezen royaal worden gecompenseerd. Méér dan dat! “Bezit uw ziel in lijdzaamheid.” CDC230 4 Audio cd’s; C230 4 Audio cassettes

Saul en Saulus
Beiden zaten, evenals het volk Israël, vastgeroest in wet en vleselijk denken: Saul en Saulus. Maar de laatste heeft zich daarvan afgekeerd en werd Paulus, die zijn aardse status verachtte en grote moeite had met wie zeiden te geloven en zich tóch aan wettische religie wilden houden. Saul, symbool van die vleselijke attitude, kwam in conflict met de al tot koning gezalfde, maar naar analogie van Christus nog niet zichtbaar regerende David, die vertrouwde op (via Samuël tot hem gekomen) beloften Gods. Verborgen met zijn 400 strijdbare volgelingen was hij een beeld van Christus en Diens Gemeente in deze tijd. ‘Een man naar Gods hart’, zoals in verheven betekenis de Zoon van David dat later zou zijn. Beiden kozen niet voor de zware, als juk te ervaren, wapenrusting als die van Saul, maar voor de weg van de vrijheid. “Hetgeen mij gewin was, heb ik om Christus wil schade geacht.”
CDC231 4 Audio cd’s; C231 4 Audio cassettes

De Christelijke Norm
Geen voorschriften, maar voorbeelden zijn aan de gelovigen gegeven. Ook in het christendom is men veelal geneigd zich nog te spiegelen aan wereldse op het vlees gelegde normen en waarden. Wet op wet, regel op regel. Bedoeld om de zonde te bestrijden, maar de Schrift leert dat het tegendeel erdoor wordt bereikt. De norm van de christen is de op genade gebaseerde wet der vrijheid. Die is de gelovige niet opgelegd, maar bij hem ingeplant als het zaad tot zaligheid tot opbouw van de Gemeente. Binnen dat Lichaam zouden de leden zich moeten houden aan de maat van hun individuele gave en bediening. Buiten die matigheid treden brengt in feite het risico van ontrouw worden met zich mee. De christen heeft zich te spiegelen aan zijn Voorbeeld, Christus, Die de Schriften voor hem opent. Hij Zelf is dus de norm. Het doel van de gelovige is als een nieuwe schepping Hem beter te leren kennen en te jagen naar de voor hem weggelegde erfenis. “Gelijk God een ieder de mate des geloofs toebedeeld heeft.”
CDC232 4 Audio cd’s; C232 4 Audio cassettes

Geloof, Hoop en Liefde (Wuppertal 2006)
Gelovigen zijn ‘in Hope zalig.’ Hun hoop is primair gericht op de toekomst en daarmee op het erfdeel dat hen wacht. Uit geloof, hoop en liefde leven zij op weg naar het zoonschap en de daarbij behorende erfenis. Dat is althans de bedoeling. Het is hun hoge roeping eens als zonen te worden aangesteld. Als het zover is, gaat geloof over in aanschouwen en wordt hun zalige hoop vervuld. Maar ook dan zal Gods liefde blijven, zodat Paulus daarover zegt dat die ‘het meeste van deze’ drie is. Bij de wandel van de gelovige behoort dat hij het nieuwe leven ook van dag tot dag lééft. In overeenstemming met en waardig aan zijn koninklijke en priesterlijke roeping. Dat impliceert het praktiseren van de door God voorbereide ‘goede werken,’ de vrucht van de Heilige Geest. Adeldom verplicht. Wie met de roeping tot het zoonschap alleen theoretisch bezig is en zich in het dagelijkse leven niet of nauwelijks onderscheidt van de wereld, loopt de kans zijn eeuwig erfdeel te

missen. “Wandel waardig de roeping waarmee gij geroepen zijt.”
CDC233 18 Audio cd’s

Vergeving
Zonder daaraan voorwaarden te verbinden, heeft God de mensheid vergeving geschonken. Juist dat ontbreken van een pakket eisen, waaraan eerst zou moeten zijn voldaan, is het kenmerk ervan. Ook het belijden van zonden is geen door hem gestelde voorwaarde. Voor christenen zou het ook geen probleem moeten zijn anderen royaal en onvoorwaardelijk te vergeven. Overigens betekent vergiffenis van Godswege niet automatisch ook eeuwig leven. Die twee liggen wel in het verlengde van elkaar, maar zijn niet hetzelfde. Om te worden behouden, moet een mens Christus persoonlijk aanvaarden als Verlosser en daarmee Gods levende Woord. Dat impliceert ook het zich dankbaar toe-eigenen van de ontvangen vergeving. Wie niet beseft wat hij zélf heeft gekregen, vergeeft ook anderen veelal niet. Dat wél te doen, hoort bij de roeping van de gelovige. Niet oordelen, maar levend uit de genade die ook doorgeven. Keer op keer. “En hun zonden en ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.”
CDC234 4 Audio cd’s; C234 4 Audio cassettes

Sodom en Gomorra
Aan de verwoesting van Sodom en Gomorra, inclusief de geschiedenis van Lot en echtgenote, wordt in de Bijbel herhaaldelijk typologisch gerefereerd. Profetisch demonstreert zij veel van Gods plan met de wereld en de gelovigen, respectievelijk oude en nieuwe mens (Lot versus Abram) en het toekomstige oordeel. De oude mens voelt zich thuis in Sodom, de nieuwe trekt naar het eeuwige Kanaän. En wie aan religieuze (bijvoorbeeld Joodse) rituelen en traditie hecht, is als de achterom, maar niet naar het toekomstperspectief biedende heil kijkende vrouw van Lot. Daarmee is nog niet alles gezegd over de zoveel symboliek in zich dragende historie van de omgekeerde steden. Evenals Babel verwijzen zij ook naar het toekomstige wereldrijk, voordat Christus Zijn heerschappij op aarde, zoals in de hemel, zal opeisen. Slechts een gelovig overblijfsel van Israël ontkomt aan het oordeel. De huidige Joodse staat zal ten onder gaan. Het volk dat God had willen redden, heeft zich niet tot Hem gekeerd. “Indien de Heere ons geen zaad had overgelaten, waren wij als Sodom geworden.” CDC235 4 Audio cd’s; C235 4 Audio cassettes

Draai je om en laat je dopen
De climax van het Evangelie is de verrijzenis en verheerlijking van de Heere Jezus Christus, als Eersteling van een nieuwe schepping. Bij Zijn opstanding werd de Geest over Hem uitgegoten. Iedereen die zich tot Hem keert, ontvangt diezelfde Geest. Dat was ook de boodschap van Petrus in zijn bekende Pinkstertoespraak te Jeruzalem. Hij drong er bij zijn toehoorders op aan zich om te draaien, naar het licht te keren en de roepstem te volgen van de Heer, Die zegt: ‘Kom tot Mij.’ Geloof richt zich op wat niet is gezien. Het is in navolging van Abraham op reis gaan naar het onbekende maar door God belóófde land. Aan het kruis bracht de Heere Jezus de wereld met Zichzelf in de dood, door Zijn opstanding ging Hij het nieuwe leven binnen. Gelovigen delen dat met Hem. Als symbool van het feit dat zij dood waren, maar in Christus levend werden, laten zij zich dopen. Dat is niet meer dan een logische stap. Het teken en getuigenis dat zij in nieuw leven zijn verrezen met hun Heer. “Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt.”

CDC236 2 Audio cd’s; C236 1 Audio cassette

Volmaakt leven
Generaties kwamen en gingen, zoals de open ondergang van de zon, in eindeloze herhaling. Toch is de mens nog steeds geneigd – als ware hij onsterfelijk – te streven naar een succesvol, doelgericht en zo volmaakt mogelijk aards bestaan. Een vrucht van aangeboren hoogmoed. Hij komt niet verder dan tragisch proberen en een laagje vernis, dat beschaving heet. Maar al sinds Genesis beloofde God iets nieuws. In de verrezen Christus geeft Hij nu eeuwig, onbeperkt, volmaakt leven aan ieder die gelooft. Dat is nog in Hem verborgen, maar wordt in de toekomst openbaar. Het is niet Zijn bedoeling dat de mens het oude leven verbetert of tracht te volmaken (wat trouwens niet zal lukken), maar dat hij het volmaakte nieuwe leven aanvaardt. Dat wordt dan de inhoud van het als een hol vat aan Hem beschikbaar gesteld lichaam. In Christus is de gelovige volmaakt. Dat kan hij nog niet laten zien, maar het is zijn roeping in overeenstemming met die status te wandelen. In die zin jaagt hij de volmaaktheid na, die hij heeft ontvangen. “Wie de Zoon heeft, heeft het leven.”
CDC237 4 Audio cd’s; C237 4 Audio cassettes

Christus in de Psalmen C238
1234567891011121314151617181920212223242526272829303132333435363738394041424344 – 45 – 464748495051525354555657585960616263646566676869707172737475767778798081828384858687888990919293949596979899100101102103104105106107108109110111112113114115116117118119120121122123124125126127128129130131132133134135136137138139140141142143144145146147148149150151152153154155156157158159160161162163164165166167168169170171172173174175176177178179180181182183184185186187

Galilea en Judea
Het zwaartepunt van de bediening van de Heere Jezus lag in Galilea; dat van het verzet tegen Hem in het religieus getinte politieke speelveld Judea, waar Hij ook ter dood werd gebracht. Zoals het kind Jezus vandaar moest vluchten, verdween daar ook het Licht. Naar het bijbelse principe dat het ‘buiten de legerplaats’ wordt gevonden. Gods koninkrijk brak zich (zij het nog verborgen) weliswaar baan, maar voornamelijk in Galilea, wat zowel geografisch als overdrachtelijk méér blijkt te zijn dan een landstreek van Israël. De prediking van het Evangelie bracht niet of nauwelijks vrucht voort bij de twee stammen van Juda (de Joden), maar vooral bij de tien. En daarmee in West-Europese en met name Angelsaksische landen. De zogenoemde intocht van de Heere Jezus in Jeruzalem was in feite een droevige gebeurtenis, die Hem tot tranen bracht. Daarmee stopte Zijn bediening, maar als de opgestane en verheerlijkte Christus zal Hij die dáár ook op aarde voortzetten. Ook dan komende van buiten de legerplaats, uit Petra in Edom, waar Hij een gevlucht ‘gelovig overblijfsel’ zal rekruteren. “Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien.”
CDC239 4 Audio cd’s; C239 4 Audio cassettes

Schandelijke bedekselen
Echt geestelijk leven is niet wat op aarde valt te zien. Door de eeuwen heen is met wereldse wijsheid, filosofie of theologie de Waarheid van de Schrift steeds opnieuw bedekt. Men was er in de door Paulus vleselijk genoemde gemeente te Korinthe al mee bezig. Terwijl genade de essentie is van het door Petrus op de Pinksterdag als het ware voor geopend verklaarde Nieuwe Verbond, grijpen mensen en kerken telkens weer terug naar wet en regel. Naar maatschappelijk aanvaardbare normen en uiterlijkheden. Maar de wet was een bediening des doods. Aan gelovigen wordt méér geopenbaard, mits zij zich melden bij Christus’ troon der genade en zich voor Hem de opgewekte en levende Heer en Zijn dienst beschikbaar stellen. Paulus had niet het zichtbare resultaat in het hier en nu op het oog, maar de erfenis die de gelovige in de toekomst wacht.

Kiezen voor uiterlijkheden, voor verpakking, gaat ten koste van de Waarheid. “Want de dingen die men ziet zijn tijdelijk, maar die men niet ziet, zijn eeuwig.”
CDC240 4 Audio cd’s; C240 4 Audio cassettes

De ware levende weg (Wuppertal 2007)
Door lijden en dood heen naar de opstanding in nieuw leven is de Heere Jezus de gelovigen voorgegaan. Daarmee wijdde Hij een ‘verse en levende weg’ in, onder een nieuw verbond. Doordat Hij het Hem door de Vader voorgehouden traject wilde afleggen, bereikte Hij de Hem beloofde eeuwige heerlijkheid. Daarin delen Zijn volgelingen met Hem. Zoals Hij de aarde verliet om in de hemel tot Zoon te worden aangesteld, is ook zowel hun huidige positie als hun toekomst hemels. Wie in de Zoon gelooft, kreeg vrije toegang tot de genadetroon van de Hogepriester, Die hen rein houdt. De wereld heeft Hem afgewezen en verkeert in duisternis. Daarom houdt Christus Zich nog verborgen. Maar gelovigen zien Hem als de Verhoogde en zijn met Hem ‘buiten de legerplaats’ terecht gekomen. Kiezen voor Christus brengt iemand in het nieuwe verbond. Het is de bedoeling dat de Zijnen Hem gehoorzamen, zoals Hijzelf gehoorzaam werd tot in de diepste vernedering. Christus volgen is een wandel in lijdzaamheid. “Wentel uw weg op de Here en Hij zal het maken.”
CDC241 16 Audio cd’s; C241 16 Audio cassettes

De ware God
Eén Schepper, Almachtige, Eeuwige is er maar. Kenmerkend voor Hem is dat Hij – in tegenstelling tot afgoden – van het begin af heeft gesproken. Nu nog doet Hij dat door Zijn Woord, de Bijbel. Hij wil niet dat daar ook maar iets aan wordt toegevoegd. Geen ’tittel of jota.’ Ook dát heeft Hij Zelf in dat Woord duidelijk gemaakt. Daarmee zijn dus per definitie alle andere als heilige en van God afkomstig gepresenteerde geschriften, zoals de Koran en het boek van Mormon, in strijd. Alleen de Bijbel geeft helder zicht op de toekomst. Hoewel afgoden volgens de Schrift niets zijn, komt men door het nochtans proberen hen te volgen wel bij de duivel terecht. Omdat door mensen zelf gemaakte goden uitwerking van de leugen zijn. In feite houden filosofen en theologen die door hen zelf gecreëerde concepten aanhangen zich bezig met afgoderij. Christenen weten op grond van de Schrift dat er maar één God bestaat, Jehovah, van Wie de Heere Jezus Christus het Afschijnsel is. “De Heere, onze God, is één.”
CDC242 4 Audio cd’s; C242 4 Audio cassettes

De Gemeente ná de ‘opname’
Het idee dat rond de wederkomst van Christus de Gemeente zal worden opgenomen, zodanig dat die met aardse zaken niets van doen (meer) zal hebben, heeft de leer aangaande de opname dikwijls in discrediet gebracht. Echter, de Bijbel leert dat de Gemeente bestaande uit eerstgeboren zonen een vooraanstaande en actieve positie zal innemen in de Openbaring van het Koninkrijk van Christus op aarde. Voor dat doel gaat de Gemeente Hem eerst tegemoet om daarna met Hem te worden geopenbaard in heerlijkheid. (Kol.3:4) “Dan zal de Heere mijn God komen vergezeld door al Zijn heiligen.” CDC243 19 Audio cd’s; C243 15 Audio cassettes

Vrijheid en verantwoordelijkheid
Dat zij vrij zijn van de wet wordt door sommige gelovigen nogal extreem geïnterpreteerd. Zij lijken zonder enig kompas te willen leven, wat tot nutteloosheid leidt. De verlossing is geen doel op zichzelf, maar een middel om in vrijheid de Heer

te kunnen dienen en gericht te zijn op de erfenis. Juist voor wie vrij is heeft Hij een taak. Het is de verantwoordelijkheid van de gelovige daarvoor lijdzaam beschikbaar te zijn, overeenkomstig zijn roeping en in de daarbij passende waardigheid te wandelen. Met andere woorden: het nieuwe leven te leven. Daarvan zal hij voor de rechterstoel van Christus ooit rekenschap moeten afleggen. Als een kompas voor het leven in dienstbaarheid is hem Gods Woord gegeven. Functioneren onder de wet der vrijheid is in zekere zin ook een juk, maar de Heere Jezus zei dat het zacht zou zijn. Hij Zelf was optimaal dienstbaar en is dat als de verrezen Hogepriester nu nog steeds. Zijn priesterlijke volk en iedere individuele gelovige
zou Hem daarin behoren te volgen. Als bevrijde slaaf, die vrijwillig aan Hem horig werd. “Indien wij door de Geest leven, zo laten wij ook door de Geest wandelen.”
CDC244 4 Audio cd’s; C244 4 Audio cassettes

Een uitverkoren volk
Zowel in Oude als Nieuwe Testament vindt men een uitverkoren volk. Wie Mozes volgden naar het beloofde land vormden het ‘Israël Gods’, maar van de opdracht Zijn Woord te verkondigen kwam niets terecht. Het eerstgeboorterecht ging naar een ander volk: de door geloof in Christus uitverkoren Gemeente, verordineerd tot zoonschap. Een koninklijk en priesterlijk geslacht, zoals Israël had moeten zijn, Gods Woord verkondigend. Van Israël werd gehoorzaamheid aan dus geloof in dat Woord verwacht. Het voldeed daar niet aan. De voorwaarde geldt nu evenzeer voor de Gemeente. Wie daartoe behoren zijn weliswaar vrij gemaakt, maar in Gods huis vast gemetseld aan hun Hoofd en elkaar. Bevrijd van slavernij van de wereld om slaaf van Christus te zijn. Resulterend in een wandel die overeenstemt met hun hoge roeping en hemelse positie. De geschiedenis leert dat telkens als de Waarheid van het Woord werd ontdekt, daarover theologische en tot institutionele manipulatie leidende sluiers kwamen. In de toekomst zal (een gelovig overblijfsel van) Israël, bestaande uit alle twaalf stammen, alsnog het Woord op aarde verbreiden in een door dat volk gedomineerd wereldrijk. “De zaligheid Gods is de heidenen gezonden en die zullen horen.” CDC245 4 Audio cd’s; C245 4 Audio cassettes

Het gouden kalf
Nog vóór het Woord van God, in de vorm van de Mozaïsche wet, werd afgeleverd op de stenen tafelen, werd dat vervangen door een ‘eigenwillige godsdienst’, voorgesteld door een gouden kalf. Onder de naam van Jehovah! Dit gouden kalf, dat ook later in de geschiedenis van Israel figureert, is primair een uitbeelding van het in Babel ontwikkelde Judaïsme. Secundair duidt het op alle religie die in de praktijk het geopenbaarde Woord van God vervangt. Ook in het christendom. Omgekeerd duidt dit gouden kalf ook op de uiteindelijke vervanging van het Oude Verbond – der wet – door het Nieuwe Verbond der Genade, waarbij Aäron een type is van de nieuwtestamentische Hogepriester naar de ordening van Melchizedek. “Gij hebt Gods gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting.”
CDC246 6 Audio cd’s

De Heere zal voorzien
Toen God voorzag in een offerdier ter vervanging van Izak, verwees dat naar dood en opstanding van de Heere Jezus Christus en Zijn Gemeente. Abraham geloofde dat de Heere zou voorzien en zei dat letterlijk: ‘Jehovah yireh’. Uit woordstudie van die term, afgeleid van het Hebreeuwse ‘ra-ah’,

blijkt dat diverse begrippen erin samenvallen. Zoals: zien, laten zien, kijken naar, beschermen, bewaken en verschijnen. Alle hebben met licht te maken. Overdrachtelijk met het Licht waarop de gelovige zich zou richten. Izak – Abrahams énige zoon genoemd, hoewel Ismaël eerder werd geboren – verkréég bij het offer leven, in plaats van het te verliezen. Een verwijzing naar dood en opstanding van de Heere Jezus, Die daarin de Zijnen voorging. Daarbij refereert het altaar niet aan dood (zoals het kruis, c.q. de slachtbank), maar aan leven. Nieuw leven van de Hogepriester, tot Wiens genadetroon gelovigen zouden naderen. Overeenkomstig zijn getuigenis ‘De Heere zal voorzien’ noemde Abraham de offerplaats Moria, waar Salomo de tempel zou bouwen. “De Heer zal Zichzelf een lam ten brandoffer voorzien.”
CDC247 4 Audio cd’s; C247 4 Audio cassettes

Jeruzalem en Babel
Twee wegen kon de mens altijd volgen: naar Babel en naar Jeruzalem. Zij zijn niet alleen steden, maar staan typologisch ook voor tegenovergestelde geestelijke domeinen. Babel, waar eens een toren werd gebouwd, symboliseert alles wat de mens centraal stelt. Het is het rijk van ideologieën, spiritualiteit, religies, beschaving, culturen en alles wat de mens zelf aan torens bouwt om als schepsel boven de Schepper uit te torenen. Het rijk van de antichrist ook. Jeruzalem is de stad waar de Messias zal terugkeren. Hoewel die eerst zal worden verwoest en daar de ‘Dag des Heeren’ ook Grote Verdrukking genaamd zal beginnen, vestigt de Heer er daarna de herstelde troon van David. Voor gelovigen verwijst die aardse stad tegelijk naar het hemelse Jeruzalem, het nu nog ongeziene koninkrijk van de Heere Jezus Christus. Babylon, de wereld in duisternis, werd en wordt geregeerd door de duivel. De oproep tot de daar nog vertoevende mens is dat rijk te verlaten en te kiezen voor het nieuwe leven en de vrijheid. “Gaat uit van Babel…”
CDC248 4 Audio cd’s; C248 4 Audio cassettes

Het normale christelijke leven (Wuppertal 2008) Wedergeboorte is het begin van en criterium voor wat bijbels gezien als het door de natuurlijke mens onbegrepen normale christelijke leven geldt. Daarbij hoort niet het met uiterlijke stichtelijkheid voldoen aan wet en regel. Het nieuwe door de Geest van Christus bewerkte leven impliceert vrijheid. Toch is het niet de bedoeling dat het als het ware normloos wordt beleefd. Wie uit de duisternis naar het licht is overgegaan, blééf in feite een dienstknecht, maar kreeg een andere Heer: de opgestane Christus. Die geeft gelovigen graag iets te doen, als zij zich daarvoor beschikbaar stellen. In een soort leerlingstelsel, op het traject naar de erfenis die hen wacht. Het voor een christen normale eeuwige leven groeit naar volwassenheid. De mate waarin dat gebeurt, is afhankelijk van voeding door Gods Woord en gepassioneerde overgave bij het dragen van het lichte juk dat de Heer de Zijnen geeft. “Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien.”
CDC249 17 Audio cd’s; C249 17 Audio cassettes

Paulus op de Areopagus
Toen Paulus het oude Athene bezocht, was die stad een centrum van wetenschap, die voornamelijk neerkwam op filosofie. Daarin manifesteerden zich uiteenlopende stromingen. Gelijktijdig was de stad ook vol spiritualiteit. Die grijpt ook nu in vele vormen om zich heen, waarmee weer duidelijk wordt dat er niets nieuws is onder de zon. Temidden van vele

afgoden, predikte Paulus het Evangelie van Christus op de Areópagus. Dat stuitte op verzet van de Griekse filosofen, want de wijsheid van de wereld is dwaasheid voor de levende God, de Schepper, Die niet in stenen tempels woont. Hij heeft Zich een Man uitverkoren, Die Zijn wezen toont. De verrezen Eersteling van een nieuwe schepping, Die in de toekomst de wereld rechtvaardig zal oordelen. Nu nog nodigt hij alle mensen uit tot bekering en het aanvaarden van Zijn Woord der Waarheid. Daarvoor is filosofie niet nodig. “God verkondigt nu alle mensen dat zij zich bekeren.”
CDC250 4 Audio cd’s; C250 4 Audio cassettes

Kerstfeest en Pasen
Niet Kerst, maar Pasen is het èchte Christusfeest. De geboorte van de Heere Jezus uit de maagd Maria, verwees – in samenhang met alle gebeurtenissen daaromheen – naar Zijn opstanding als de Zoon Gods, waarmee het Nieuwe Verbond werd geïntroduceerd. In het begin van de kerkgeschiedenis stond Pasen centraal, maar langzamerhand werd de viering van dat heilsfeit min of meer verdrongen door die van de geboorte van de baby Jezus van Nazareth, hoewel die gebeurtenis op zichzelf in de Bijbel vrij beperkt aandacht krijgt. De Zoon van Adam werd als mens geboren onder het Oude Verbond en daarmee onder de wet. Naar oudtestamentische profetie uit een maagd die zwanger zou worden. Maar ook daarvan lag de eindvervulling nog in het verschiet: de geboorte van de Christus, die het eerstgeboorterecht verkreeg, en Zijn Gemeente. Naar analogie van de geschiedenis van Maria en Jozef is dat volk geboren zonder dat er gemeenschap was. Een volk van koningen en priesters onder leiding van dè Koning en Hogepriester. “Zie de maagd zal zwanger worden en zij zal een Zoon baren.”
CDC252 4 Audio cd’s; C252 4 Audio cassettes

Het licht is aan
Kerstprogramma van Johan Th, Bos, Ab Klein Haneveld en BBC Combo. Opname radio-uitzending Loco FM Oldebroek op 25 december 2008; www.locomediagroep.nl.
Ervan afgezien dat de data van Kerstfeest vrijwel zeker niet in de buurt liggen van die van Christus’ geboorte, is er niets tegen het te vieren. Tragisch is alleen dat men het in de praktijk blijkbaar zo ongeveer het belangrijkste christelijke feest lijkt te vinden, ook gevierd door volstrekt ongelovigen. De geboorte van de Heere Jezus was het begin van Zijn weg op aarde, die aan het kruis eindigde. Maar het échte Christusfeest, dat voor gelovigen het hoogtepunt zou moeten zijn, is Zijn opstanding. Pasen. De belangstelling daarvoor is aanzienlijk minder dan voor Kerst. Men blijft even stilstaan bij het nog in de armen te nemen, beheersbare, te manipuleren kind in de kribbe en de naar eigen inzichten in te richten stal, maar wendt zich af van de verrezen Koning en Hogepriester van wie in Hem geloven. Men wil een portable kind en een daarbij aangepaste godsdienst. Religieuze traditie in plaats van overgave aan het Hoofd van de Gemeente, Die als Eersteling van de eerstelingen van een nieuwe schepping opstond in nieuw leven. “De heerschappij is op Zijn schouders.” CDC253 2 Audio cd’s

Oud en nieuw
God is geen reparateur, maar Schepper van iets nieuws. Hij repareert niet, maar vervangt. Voor het Oude Verbond kwam bij de opstanding van Christus het nieuwe in de plaats, voor de wet genade en de oude schepping wordt vervangen door een nieuwe, waartoe gelovigen nu al als ‘eerstelingen’

behoren. Heel de Bijbel verwijst in feite naar het komende Messiaanse rijk, de nieuwe hemel en dito aarde. Het kenmerk van Gods werk is dat Hij het oude wegneemt om er iets nieuws voor in de plaats te stellen. Veel christenen missen helaas het zicht op het Nieuwe Verbond en doen in de praktijk alsof dat niet meer dan een voortzetting van het oude is. Maar de Bijbel maakt duidelijk onderscheid tussen oud en nieuw. De Heere Jezus begon daar al mee toen hij in gelijkenissen sprak over bijvoorbeeld nieuwe wijn die niet verdraagt met oude zakken en een nieuwe lap die niet op een oud kleed moet worden bevestigd. Wie gelooft, doet er goed aan te beseffen dat hij al leeft in het Koninkrijk van Christus, dat nog niet is geopenbaard. “Het oude is voorbijgegaan, ziet, het nieuwe is gekomen.”
CDC254 4 Audio cd’s; C254 4 Audio cassettes

Bijbel en wetenschap
De meest voor de hand liggende, bijbels gefundeerde en in het verleden alom – in elk geval in evangelische kring – aanvaarde scheppingsleer wordt nu bewust genegeerd. De Bijbel zegt dat God ‘in den beginne’ hemel en aarde schiep, niet hoe lang dat geleden is. Wel dat de aarde door het oordeel van de Schepper werd verwoest, waarna Hij in zes dagen de huidige aarde, c.q. het uitspansel maakte, met Adam als eerste mens. Die gang van zaken, ook aangeduid als restitutieleer, past niet in wereldse wijsheid. En hedendaagse christenen, onder wie boegbeelden van evangelische stromingen en organisaties, trachten openlijk Gods Woord aan te passen bij die ‘valselijk genaamde wetenschap’, zoals de Bijbel haar noemt. Dat impliceert niet alleen het aanhangen van de volstrekt onbewezen evolutiereligie, maar ook dat de Waarheid onder curatele van de leugen wordt gesteld. Gods in Zijn Woord geopenbaarde verlossingsplan, waarin de tweede Adam als Eersteling van een nieuwe schepping centraal staat, belandt er door op losse schroeven. De slang uit Genesis, die in overdrachtelijke zin nog altijd spreekt, moet er genoegen aan beleven. “Willens en wetens is hun onbekend dat door Gods Woord de hemelen van overlang geweest zijn.”
CDC255 4 Audio cd’s; C255 4 Audio cassettes

Boaz en Ruth
Hoewel oppervlakkig gezien een romantisch liefdesverhaal, staat het bijbelboek Ruth bol van naar Christus en Diens relatie tot respectievelijk Israël en Zijn Gemeente verwijzende typologie. Er zijn ook directe lijnen naar nieuwtestamentische gebeurtenissen en principes in te vinden. Zoals het beeld van de Grote Onbekende in dit boek ook Ploni Amoni, c.q. ‘zulk één’ genaamd dat in de Evangeliën is te ontdekken als de onbenoemde die de ezel beschikbaar stelt voor de zogenaamde ‘intocht in Jeruzalem’ van de Heere Jezus. De ezel is een beeld van de Gemeente, primair voortgekomen uit de tien stammen van Israël, die in Orpa – de ándere schoondochter van Naomi – zijn te herkennen. Ruth is evident het symbool van de twee stammen, Naomi van geheel Israël. Dat Boaz de losser kon worden van Ruth, kwam doordat Ploni Amoni, de eerste rechthebbende, er niet meer toe in staat was. Hij had kennelijk al de erfenis van iemand anders veilig gesteld. Zoals Christus, in deze tijd dat zwijgend en ongezien door de wereld voor de Gemeente deed. Die is nu het vruchtdragende volk, levend onder de door de Joden nog niet aanvaarde genade. “Geloofd zij de Heere, die niet heeft nagelaten u een losser te geven.”
CDC256 4 Audio cd’s; C256 4 Audio cassettes

Alzo ook op de aarde (Wuppertal 2009)
Gods koninkrijk is van hemelse oorsprong en nu nog op aarde niet zichtbaar. Maar in de toekomst wordt het ook dáár openbaar, want het omvat hemel(en) en aarde. De heerschappij daarover is al gegeven aan de Heere Jezus Christus, maar ook dat wordt pas openbaar als Hij met Zijn Gemeente – die zal delen in Zijn erfenis – verschijnt. Daarheen op weg is Zijn met priesterschap naar de ordening van Melchizedek en (nu nog niet zichtbaar) koningschap beklede Lichaam. Dat heeft een hemelse positie. Wie behoren tot de Gemeente zijn genaderd tot Christus’ troon der genade, het heiligdom, waarnaar onder het Oude Verbond het heilige der heiligen in de tabernakel verwees. Het is het domein van de eeuwige Hogepriester. Op Zijn tijd zal ook Israël tot geloof komen in de eerder door Juda, vertegenwoordigd door het Sanhedrin, afgewezen Messias. Alle stammen van dat volk worden dan bij Hem gebracht. “Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.”
CDC257 18 Audio cd’s; C257 18 Audio cassettes

Het Evangelie der Apostelen
De boodschap van het in het Oude Testament al aangekondigde Nieuwe Verbond is door de apostelen naar de volken gebracht. Dat Evangelie van de opgestane Christus maakt gelovigen zalig, maar omvat tegelijk veel méér. Bijvoorbeeld dat ooit de Geest zal zijn uitgestort op alle vlees, wat de profeet Joël voorzegde en op de Pinksterdag begon, zoals Petrus toen constateerde. Zowel Joden als heidenen die de naam des Heeren aanroepen worden nu behouden. Maar dat geldt straks ook voor de Joden in verdrukking, al horen die niet meer bij de Gemeente. Onder het Nieuwe Verbond zal ook de troon van David worden hersteld, waarop Christus zal heersen over geheel Israël. Weliswaar ging de boodschap van het heil via de tien stammen de wereld in, maar ook de twee (Juda) blijven onderdeel van Gods eeuwige plan. In die Waarheid, verankerd in Gods Woord en meer inhoudende dan alleen voorziening in de individuele noden van de gelovige, wil de Heer door Zijn Geest de Zijnen leiden. “Voor u is de belofte en voor allen die verre zijn.”
CDC258 4 Audio cd’s; C258 4 Audio cassettes

Eerstgeboorterecht en Koningschap
Klassieke erfrechtelijke instituten als eerstgeboorterecht en koningschap hebben in onze moderne samenleving weliswaar hun betekenis verloren, maar op de heilsgeschiedenis zetten zij hun stempel. In de Bijbel werden deze bijeenhorende functies sinds Jakob uitdrukkelijk van elkaar gescheiden en vererfd via twee verschillende stammen van Israël, en daarmee ook via “de twee huizen van Israël”. Dat de profeten letterlijk verkondigden de continuering van beide instituten door alle tijden en generaties totdat “de Zoon des Mensen zal zitten op de troon Zijner heerlijkheid”, is helaas veelal onbekend. “Juda werd machtig onder zijn broederen… maar de eerstgeboorte was van Jozef.”
CDC259 28 Audio cd’s

De verheerlijking op de berg
Tijdens ‘de verheerlijking op de berg’ zagen de apostelen Petrus, Jacobus en Johannes de Heer in een verheerlijkte gedaante spreken met Mozes en Elia. Dat was een verwijzing naar latere realiteit: de majesteit van de opgestane en tot Zoon gestelde Christus als Hogepriester en Koning, Zijn huidige positie. Ooit zal Hij opnieuw in heerlijkheid op een berg (de Olijfberg) verschijnen. Zowel Petrus als Johannes schreven

later Zijn heerlijkheid te hebben gezien. Dat moet bij Zijn ontmoeting met Mozes en Elia vertegenwoordigers van respectievelijk wet en profeten zijn geweest. De drie discipelen die daar bij waren, beeldden de minderheid uit van gelovigen die Zijn heerlijkheid blijven zien, midden in een wereld vol strijd. Gelovigen mogen met Hem, hun Voorspraak, op de berg verblijven. In feite kreeg, naar analogie van Mozes en Elia in het Oude Testament, ook Paulus op de berg Sinaï zicht op gemeentelijke waarheid. Om de betekenis van dergelijke gebeurtenissen te kunnen duiden, is het nodig zoals altijd voor bijbelstudie Schrift met Schrift te vergelijken. “Maar wij zien Christus met eer en heerlijkheid gekroond.”
CDC260 4 Audio cd’s; C260 4 Audio cassettes

Het werk van de Geest
Heilige Geest, Geest Gods, Geest van Christus, Geest der Waarheid, Geest der zoonstelling. Hoe ook in de Bijbel genoemd: er is maar één Geest waarin gelovigen tot één Lichaam zijn gedoopt en Die in hen het verborgen werk van God doet. Behalve diverse namen, zijn er ook tal van aspecten die de activiteit van de Heilige Geest kenmerken. De Bijbel zegt onder meer dat Hij overtuigt van zonde, de harten doorzoekt, gelovigen vervult, troost, doopt, heilig maakt, leidt in alle Waarheid, voor hen bidt, leven en vruchten voortbrengt. Maar het belangrijkste is dat Hij spreekt. Dat is op de een of andere manier ook gerelateerd aan al die andere kenmerken van wat Hij doet. De Geest is dan ook de inspirator van het Woord, dat Hij gelovigen wil doen verstaan. Dat is Zijn beloofde leiden in alle Waarheid, waarvan hij degenen die voor dat Woord buigen op hun beurt ook doet spreken, c.q. getuigen. Hij is het ook die hen naar het zoonschap, de erfenis leidt. Dat toe te laten, ook in praktische levenswandel Hem alle ruimte te geven, is de verantwoordelijkheid van iedere gelovige individueel. “Doch deze dingen alle werkt één en dezelfde Geest.” CDC261 4 Audio cd’s; C261 4 Audio cassettes

Ambten in de Gemeente
Hoewel het woord er niet letterlijk in voorkomt, laat de Bijbel wel degelijk het bestaan van het begrip ‘ambten’ zien in de vorm van aan de Gemeente gegeven en door onder anderen herders en leraars uitgevoerde bedieningen. Zij leiden de gelovigen, zoals een herder de schapen, naar het voedsel, maar voeren geen heerschappij over hen. Zij hebben een dienende taak, zijn niet door mensen maar door de Heilige Geest aangesteld en dragen aan hen overgedragen verantwoordelijkheid. Primair tegenover hun Heer, de Opperherder. Paulus besefte ooit aan Hem rekenschap te moeten afleggen. Dat geldt voor iedere dienaar die onder de gelovigen arbeidt, maar ook voor ieder individueel lid van de Gemeente. Het is hun taak te voorzien in het onderwijs over wat onder het Oude Verbond nog verborgen was. Trouw aan het Woord, de bediening en daarmee aan de Heer is een van hun kenmerken. Maar dat behoort voor iedere gelovige, binnen het vermogen dat hem is geschonken, zo te zijn. “Doet alle dingen als voor de Heere.” CDC262 4 Audio cd’s; C262 4 Audio cassettes

Wereld en Waarheid
De door ‘de vader van de leugen’ geleide wereld meent dat dé Waarheid niet bestaat, maar dat iedereen er een eigen waarheid op na kan houden. Daarmee wordt Gods licht voortbrengende spreken ontkend. Een theologische variant van die denkwijze is dat Hij iets anders bedoelde dan Hij zei. Het Evangelie van de opgestane Christus nodigt tot geloof in Hem
– wat neerkomt op liefde voor de Waarheid – en eeuwig leven.

De essentie van de door de wereld gepropageerde leugen is dat het schepsel hoger dan de Schepper wordt geacht. Hoewel God zich nu nog verbergt, wordt Zijn toorn al openbaar in de realiteit dat Hij wijsheid heeft weggenomen. Terwijl de wereld meent in de loop der eeuwen alleen maar wijzer te zijn geworden, wandelt zij in dwaasheid. Maar wie de Waarheid in Christus zoekt zal die vinden. De bedoeling is die vervolgens te blijven bestuderen, door Schrift met Schrift te vergelijken. Een ook de Gemeente binnendringend gevaar is, dat men met de Waarheid gaat marchanderen. Het is de snelste manier om er delen van kwijt te raken. “De Waarheid zal u vrijmaken.”
CDC263 4 Audio cd’s; C263 4 Audio cassettes

De Wederkomst van Christus (Wuppertal 2010)
Als men in christelijke kring over de wederkomst van Christus spreekt, ontbreekt het veelal aan enige uitleg over (en inzicht in!) wat die allemaal inhoudt. Zijn zichtbare terugkeer naar de aarde en de openbaring van Zijn koninkrijk daar omvat een reeks van gebeurtenissen. Zij beginnen met de opname van de Gemeente, bestaande uit zowel de dan nog levende als de al ontslapen leden ervan. Als zij in de hemel met hun Hoofd zijn verenigd en satan eruit is geworpen begint de door Daniël geprofeteerde zeventigste jaarweek. De 69ste eindigde bij de zogenaamde ‘intocht in Jeruzalem’, toen de Heer overigens niet verder kwam dan de Olijfberg. Daar zal Hij aan het einde van die laatste der zeventig jaarweken ook weer verschijnen, samen met de Gemeente. Op aarde heerst gedurende die eerste helft van die zeven jaren een verraderlijke vrede, dankzij een door de satan zelf gestuurde heerser. In de tweede helft begint de grote verdrukking in Israël (Jeruzalem), die zich in de decennia daarna over de gehele aarde zal uitbreiden, voordat het duizendjarige echte vrederijk begint, waarin satan gebonden zal zijn. “Ik ben de Alpha en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, was en komen zal.”
CDC264 22 Audio cd’s; C264 13 Audio cassettes

Zoonschap en Erfrecht
C265 15 Audio cassettes

Buiten de legerplaats
Buiten de poorten van Jeruzalem heeft de Heere Jezus geleden, kwam hij tot nieuw leven en zal hij (op de Olijfberg) ook met de Gemeente terug komen. Symboliek die de essentie van het Evangelie ondersteunt, de oproep: ‘Kom er uit.’ Altijd riep God gelovigen uit te gaan en de stad van de zelfgemaakte god
– zoals het gouden kalf – aanbiddende meerderheid te ontvluchten. Daar heerst wel religie, stapelt men regel op regel, maar niet de vrijheid waartoe de Heere ons roept. De verheerlijkte Christus, door Wie de Schepper Zich laat kennen, bevindt Zich buiten de legerplaats. Dáár, in de woestijn, roept Hij als haar Hogepriester Zijn Gemeente samen. In de stad, de oude wereld, heerst de duisternis van de onwetendheid en poogt men tevergeefs de schade te beperken door eigen inspanningen. Zoals in het Jeruzalem, dat zijn profeten doodde. Maar wie wil, wordt uitgeleid naar het licht van Gods Woord. “Al wie de Heere zocht, ging uit tot de tent der samenkomst, die buiten het leger was.”
CDC266 4 Audio cd’s; C266 4 Audio cassettes

Op reis door Brittanië in 2010
Dat Jozef van Arimathea en Jezus en ook enige apostelen Brittannië hebben bezocht is niet zomaar een overlevering. In

werkelijkheid zijn er tientallen locaties in hoofdzakelijk Somerset en Cornwall, die deze traditie claimen. Soms met een gedetailleerd verslag van de gebeurtenissen. Luister naar de toelichtingen van Ab Klein Haneveld tijdens de NBC groepsreis langs de vele plaatsen waar de geschiedenis haar sporen heeft nagelaten. “Ik zal U geven aan Brit Am.”
CDC267 3 Audio cd’s

Simon en Simeon
De apostel Petrus heette oorspronkelijk Simon of Simeon: ‘de horende’ of ‘de gehoorzamende’. Hij was in de Bijbel lang niet de enige met die naam. Kenmerkend voor de vele Simeons is, dat zij voorop gingen, eersten waren. Simon Petrus, bijvoorbeeld, was de eerste discipel van de Heere Jezus en beleed ook als eerste dat Hij de Messias was. En een Simeon was de eerste die het kind Jezus omarmde en als eerste uitriep dat Hij ‘een licht voor de heidenen’ zou zijn. Het was een Simon die als eerste het kruis van Christus op zich nam. En via een Simon – de tovenaar – werd voor het eerst de combinatie van occultisme en christendom bestraft. En Simon de Zeloot, om er nog één te noemen, predikte het Evangelie in Brittannië, waar Jozef van Arimathéa intensieve contacten had in de koninklijke familie, die door zijn bediening goeddeels tot geloof kwam. Een koningshuis uit de Keltische (Britse) stam der Simones! Was het ook niet Simeon die als eerste van Israels stamvaders leefde uit de zegeningen van Jozef? ‘Zalig zijt gij, Simon Bar-Jona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader.’
CDC268 4 Audio cd’s; C268 4 Audio cassettes

Paulus, de apostel
Bepalend voor de bediening van Paulus was dat hij afstand nam van het Judaïsme, zijn voormalige Joodse religie, hoewel hij een Griekse culturele achtergrond had en Romeins staatsburger was. Hoewel hooggeleerd naar zowel Griekse als Joodse begrippen, constateerde hij onwetend (geestelijk blind) te zijn geweest, totdat Christus Zelf hem inwijdde in de gemeentelijke waarheid onder het Nieuwe Verbond. Veel daarvan is overigens onder het Oude Verbond al geprofeteerd, blijkt uit Paulus’ brieven, die vooral handelen over de periode tussen de eerste en tweede komst van de Heer. Zijn oorspronkelijke naam Saulus (vragend) deelde hij met de eerste koning van Israël (Saul), een type van de eisende wet. Weliswaar was Saulus van zijn geboorte af apart gezet voor de dienst aan God, wat hem kennelijk tot diepgaande studie van de Schriften bracht, maar hij kreeg het benodigde licht daarop pas nadat hij Christus had leren kennen. Toen moest hij als het ware zijn theologische huiswerk overdoen. Zo werd Paulus een metafoor van de Gemeente, die nu verantwoordelijk is voor de prediking van het Evangelie, zoals oorspronkelijk Israël. Een Evangelie dat niet Joods is. “Ik acht alle dingen schade te zijn om de uitnemendheid der kennis van Christus.”
CDC269 4 Audio cd’s; C269 4 Audio cassettes

Het anti-christelijke rijk
Evenals Gods koninkrijk is ook dat van de antichrist nog niet openbaar. Omdat ‘anti’ letterlijk ‘in plaats van’ betekent, regeert daar de tegenstander van de Heer als het ware in Zijn plaats, zoals hij dat verborgen nu al doet. De antichrist presenteert zich als geestelijke leider, maar heeft een aanvankelijk (valse) vrede veroorzakende, menslievend lijkende politieke evenknie. Van alle in Daniël beschreven rijken die er al waren, zal het Griekse worden hersteld. Alle in de Bijbel genoemde volken, die er na de opname van de Gemeente deel

van uitmaken, behoorden ook tot dat van Alexander de Grote. Daarna pas regeert de Heer zichtbaar op aarde, met Zijn troon in Jeruzalem. Op wat over die toekomstige ontwikkelingen in het Oude Testament nog bedekt was weergegeven, is in het Nieuwe Testament (vooral in het boek Openbaring) licht gevallen. Daardoor weten gelovigen dat satan zich als de antigod met een bij hem horende religie zal openbaren en velen voor hem zullen knielen, mede wegens zijn zichtbare wonderen. De Schepper daarentegen heeft voor eeuwig gestalte aangenomen in de Heere Jezus Christus. “Alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, welke de Heere zal verdoen, door de Geest van Zijn mond.”
CDC270 4 Audio cd’s; C270 4 Audio cassettes

Oorlog en vrede
Gelovigen kregen vrede met hun Schepper, maar daarmee is de strijd tussen waarheid en leugen nog niet beslecht, die men in de wereld vooral tracht op te lossen door democratie. Maar de stem van de meerderheid in een door de vorst der duisternis geregeerde wereld leidt niet tot de waarheid, waarvan trouwens weinig overblijft als men die beperkt tot waarover men het eens kan worden. Gelovigen maken door de Heere Jezus Christus deel uit van Gods onveranderlijke plan, onder het Nieuwe Verbond. Dat kunnen zij weten op grond van Zijn Woord, hoewel velen menen het vooral te moeten voelen. De Bijbel brengt vrede altijd in verband met geloof. Daarom zal vrede nooit kunnen heersen in een God werende wereld, die dan ook tot Christus’ wederkomst gekenmerkt blijft door oorlog. Maar wie Zijn vrede nu al kent, mag zich voor Hem beschikbaar stellen en – hoewel nog wandelende in het vlees – de loopbaan lopen, op weg naar de onvergankelijke kroon. Wetend dat Gods kracht in zwakheid wordt volbracht. Zijn enige strijd is die voor onwrikbaar geloofsbehoud. Want wie vasthoudt aan Gods Woord, kan aanvallen verwachten, zelfs uit christelijke kring. “Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u.” CDC271 4 Audio cd’s; C271 4 Audio cassettes

De bruid
Hoewel de Gemeente en Israel veel gemeenschappelijk hebben, moet men voor een goed begrip van Gods ‘plan der eeuwen’ niettemin ook het onderscheid kennen tussen die beide. Het niet onderkennen van dit onderscheid leidt enerzijds tot verlies van de nog onvervulde profetieën (waarin Israel een hoofdrol speelt) en anderzijds tot een niet onderkennen van de werkelijke positie en functie van de Gemeente. De opvatting, dat de Gemeente de ‘bruid’ van Christus zou zijn wordt gewoonlijk als vanzelfsprekend aangenomen. En zo er al enige argumentatie wordt aangevoerd, is die gebaseerd op het idee dat de Gemeente (het verlengstuk van) Israel is. In het Nieuwe Testament waarin gemeentelijke waarheid niet langer verborgen is wordt het woord ‘bruid’ echter nergens op de Gemeente van toepassing gebracht. Integendeel, de Gemeente wordt beschreven als de ‘vrouw’, de echtgenote, van Christus, en nog nauwkeuriger als ‘Zijn Lichaam’. Zij wacht niet op de toekomstige vereniging van bruid en Bruidegom, maar leeft nu reeds in gemeenschap met de Man. “Want wij zijn leden van Zijn lichaam.”
CDC272 3 Audio cd’s

Jezus van Nazareth (Wuppertal 2011)
De door profeten herhaaldelijk aangekondigde Mensenzoon, de Heere Jezus, was gedurende Zijn aardse leven nog niet de verheerlijkte Christus. Zijn officiële aanstelling tot Zoon van God, waarmee het Nieuwe Verbond inging, moest nog plaats

vinden. Maar de in Bethlehem geboren Jezus van Nazareth was intussen niet zomaar iemand. Hij was als Zoon van David van koninklijken bloede, hetgeen men kennelijk ook alom van Hem wist, en de hoogste van het menselijke ras. In de Bijbel wordt, behalve over Zijn geboorte en evidente Schriftkennis als tiener, in feite alleen Zijn publieke optreden onder de Joden gedurende de laatste drie jaren van Zijn leven belicht. Over de ongeveer achttien jaren daartussen lezen wij niets expliciets. Niet aannemelijk en ook niet in overeenstemming met de profane geschiedenis is dat Hij al die jaren in Nazareth doorbracht. Ongetwijfeld is hij met zijn oom Jozef van Arimathéa, die tinmijnen had in Brittannië, daarheen gereisd. Maar waarschijnlijk bezocht Hij ook andere landen. In elk geval heeft Hij zich studerend in Gods Woord en in gemeenschap met Zijn hemelse Vader voorbereid op Zijn lijden en sterven voor de gehele mensheid. En op de heerschappij die Hem daarna zou wachten. “Nooit heeft een mens alzo gesproken als deze Mens.”
CDC273 20 Audio cd’s; C273 20 Audio cassettes

Jozef’s geschiedenissen
C274 35 Audio cassttes

Hoezo bedelingen?
Dat God Zijn plan der eeuwen uitwerkt via verschillende, elkaar min of meer opvolgende, bedelingen wordt door de meeste theologen en hun christelijke achterbannen ontkend. Het probleem daarvan is dat specifiek bij elk van die onderscheiden perioden, c.q. huishoudingen, behorende kenmerken door elkaar moesten worden gehaald, in een poging het theologische systeem alsnog kloppend te krijgen. Zo geeft men toe dat gelovigen, sinds de opstanding van Christus, onder de genade leven, maar tegelijk wil men zich aan de wet houden (die daartoe werd onverdeeld in een moreel en een ceremonieel deel). Paulus noemde de huidige bedeling der genade ook die der verborgenheid. Hij gaf aan dat veel van Gods plan in het Oude Testament wel was aangegeven, maar nog niet geopenbaard, zoals nu aan gelovigen. Zij leven, zoals eens Jozef in de gevangenis, buiten de legerplaats (de wereld), in afwachting van hun erfenis. Het ontkennen van de bedelingen mystificeert ook het werk dat Christus nu doet als Hogepriester en hangt samen met niet letterlijk nemen van wat in het Oude Testament is geprofeteerd. Alle lijnen daaruit komen samen in de wederkomst van Christus. “Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods.”
CDC275 4 Audio cd’s; C275 4 Audio cassettes

De last van Amos
Zoals iedere profeet, droeg ook Amos de last van Gods Woord over Diens plan. Vanuit Juda, waar hij boer was, werd hij gezonden tot de tien stammen. Zij hadden zich van de twee andere, Juda, losgemaakt en worden in de Schrift veelal Israël of Efraïm genoemd. Op een of andere wijze moet zich onder die eerstelingen onder de volken, de heidenen van Samaria, de in vervallen staat verkerende troon van David bevinden. Die zal ooit in volle luister door dè Zoon van David, worden hersteld te Jeruzalem. Ook naar die toekomst, de wederkomst van Christus en de oordelen over de volken, die overigens bij het huis van Juda beginnen, vindt men verwijzingen in Amos. Dat Bijbelboek toont verder een beeld van de hedendaagse bedeling en verziekte maatschappij. God zal naar Zijn belofte Israël nooit volledig vernietigen. Er blijft een gelovig restant, hoewel uit Juda, evenzeer als uit de rest van de wereld, thans het licht is verdwenen. De betekenis van wat Amos zei, bleef

eeuwenlang bedekt, maar is nu geopenbaard aan Gods kinderen. “Ik zal ze in hun land planten en zij zullen niet meer worden uitgerukt.”
CDC276 4 Audio cd’s; C276 4 Audio cassettes

Bijbelse economie
De bestaande wereldse economie is een luchtballon, die vroeg of laat wel moet knappen. God gaf ooit richtlijnen voor het gebruik van grond en andere bezittingen aan het volk Israël, dat die richtlijnen echter nooit consistent heeft nageleefd. Het raakte Gods land waar het mocht wonen kwijt, omdat het niet aan de daarvoor geldende instructies voldeed. Essentieel waren onder meer de economische regels dat aan volksgenoten en vreemdelingen geen rente in rekening mocht worden gebracht en elk zevende jaar landbouwgrond ongebruikt bleef, waarna naar Gods belofte de opbrengst voldoende voor drie jaar voedsel zou zijn. En schulden moesten, verordonneerde de Heer, altijd tijdelijk zijn. Het door God bedoelde economische stelsel staat haaks op dat van deze wereld, zoals gehanteerd door nationale en lokale overheden. Maar in het duizendjarige rijk, als de Heer regeert, zal het onverkort weer actueel worden. Intussen is het de bedoeling dat in overdrachtelijke zin ook binnen de Gemeente de contouren van wat de bedoeling was al opgeld zouden doen tussen de broeders en zusters. “Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben.”
CDC277 4 Audio cd’s; C277 4 Audio cassettes

De 70-ste week en de 1000 jaren
Veel staat de aarde nog te wachten. De Bijbel is daarover duidelijk voor wie Schrift met Schrift vergelijkt. God spreekt in Zijn Woord over de toekomst, die besloten ligt in Zijn plan. Christus’ bij Diens opstanding gestichte koninkrijk is eeuwig, maar nog niet geopenbaard op aarde. De nu bestaande Joodse staat is daarvan noch begin noch Gods werk, maar wel geprofeteerde ongehoorzaamheid. Sinds de verwoesting van Jeruzalem, waarover Daniël met de Heer sprak, zouden niet zeventig maar zeventig maal zeven jaren verstrijken, vóór de komst van de Messias. Bij de zogenoemde intocht in Jeruzalem van de Heere Jezus waren 69 van die ‘jaarweken’ verstreken. De zeventigste, waarin de antichrist regeert en een gelovig overblijfsel van Juda uit het land vlucht, komt nog. Halverwege die ‘week’ breekt de grote verdrukking voor Israël aan, die zich later – alvorens de duizend jaren aanbreken – over de gehele wereld uitbreidt. Zoals eens de Heere Jezus vaart de Gemeente van Christus aan de vooravond van die zeventigste week ten hemel, nu al het huis van gelovigen. En zij keert met haar Heer terug, om als één Man de vrouw – Israël
– te huwen. “In de stad die naar Mijn Naam genoemd is, begin Ik te plagen (…) want ik roep het zwaard over alle inwoners der aarde.”
CDC278 4 Audio cd’s; C278 4 Audio cassettes

2 verbonden en 2 naturen
Verbondstheologie heeft het in de praktijk weggeredeneerd, maar sinds de dood en opstanding van Christus is het oude Mozaïsche verbond der wet vervuld en daarmee beëindigd en het nieuwe verbond der genade in werking getreden. Dit is dan ook het grote onderwerp van de nieuwtestamentische brieven. De gelovige en dus wedergeboren mens leeft daarom niet meer onder de heerschappij van zonde, dood en wet, maar onder die van de genade en de ‘genadetroon’. Hij heeft reeds nu nieuw leven ontvangen door de opstanding van Christus. Dit te erkennen en daaruit te leven is wat elke

gelovige moet leren. “Wie in Christus is, is een nieuwe schepping.”
CDC279 2 Audio cd’s; C279 2 Audio cassettes

Leve de vrijheid
Hoewel vrijheid essentieel is in het Nieuwe Verbond, blijkt men die in Kerk en wereld steeds weer te willen beteugelen. Zowel binnen als buiten de christenheid wordt gemeend dat de mens voorschriften nodig heeft voor het inrichten van zijn leven. Maar voor gelovigen is leven onder de wet in feite illegaal, omdat die door de Heere Jezus als het Lam is weggedragen in de dood, waaruit Hij als Gods Zoon in nieuw leven verrees. Hij vervulde de wet en met Hem zijn in Gods ogen alle mensen gestorven. En op doden kan de wet nu eenmaal per definitie niet meer worden toegepast. Bijbelse ethiek bestaat dan ook niet uit de tien geboden, maar in leven uit genade om Hem in vrijheid te dienen. Het is een vorm van ondankbaarheid willens en wetens de vrijheid, die bij volwassenheid en verantwoordelijkheid hoort, af te wijzen. Om terug te keren tot het vijandige ‘handschrift’ dat door de Heer is ‘uitgewist’. Dat is een vorm van eigengereide religie, waartegen in de Schrift ernstig wordt gewaarschuwd. “Uitgewist hebbende het handschrift dat tegen ons was, in inzettingen bestaande.” CDC280 4 Audio cd’s; C280 4 Audio cassettes

Het tegenwoordige werk van Christus (W’tal 2012) Doet de Heer nog wat in deze tijd? Veel gelovigen lijken daarvan alleen te overtuigen door zichtbare tekenen. Sommigen zoeken wonderen en lijken alleen daarmee te overtuigen van Zijn activiteit. Anderen willen min of meer in Zijn naam langs politieke of sociale weg alvast Zijn koninkrijk op aarde stichten. Weinigen lijken te beseffen waarmee de Heer sinds Zijn Hemelvaart voor de wereld verborgen bezig is. Het komt er eigenlijk op neer dat zij weten wat Hij ooit deed en nog gaat doen, al lopen over Zijn programma voor dat laatste de meningen nogal uiteen. Van het leven van de Heer Jezus tijdens Zijn wandeling op aarde, inclusief alle wonderen, alsmede Zijn lijden en sterven, zijn de meeste christenen wel op de hoogte. In mindere mate komt doorgaans Zijn opstanding ter sprake, waarmee het Nieuwe Verbond inging. Maar het tegenwoordige werk van Christus, onder dat Nieuwe Verbond der genade (nu de wet voorgoed is vervuld en heeft afgedaan), blijft onderbelicht. De verrezen Christus Koning en Hogepriester (naar de ordening van Melchizedek) verzamelt, heiligt en leidt Zijn Gemeente bijvoorbeeld. En met de wereld gaat Hij straks nog aan de slag. “Wij hebben zodanige Hogepriester, die gezeten is aan de rechterhand van den troon der Majesteit in de hemelen.”
CDC281 19 Audio cd’s; C281 19 Audio cassettes

Hemels burgerschap
Achter Christus aan gingen gelovigen de hemel binnen, waarvan zij burgers werden. Zij hebben de roeping zich overeenkomstig die positie te gedragen. Dat heeft te maken met hun wandel, die waarschuwt de Bijbel niet aan die van de wereld gelijk behoort te zijn. Gelovigen zijn allochtonen op aarde. Het is ook niet hun taak daar de problemen op te lossen. Zij leven, onder het nieuwe verbond en met een hemels paspoort, in de verwachting van de komst van hun Heer en de nieuwe schepping. Nog gebonden aan een aards, sterfelijk lichaam, zien zij uit naar het tot de beloofde erfenis behorende nieuwe. Intussen stellen zij hun nu nog gebrekkige aarden vat
en alles wat zich daarin bevindt als levend offer op het altaar der genade beschikbaar aan hun Koning. Om Hem te

kunnen kennen kregen zij de Heilige Geest der wijsheid en openbaring en deel aan alle geestelijke zegeningen. Die zijn, zoals de Heer Zelf, voor de wereld (nog) verborgen. Zoals het nieuwe leven dat gelovigen, als leden van Zijn éne lichaam, in Hem verkregen. Alleen dáármee rekent God. “En (…) heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen.” CDC282 4 Audio cd’s; C282 4 Audio cassettes

Héél Israël
Dat Juda, het Joodse volk, zich de titel Israël heeft aangemeten, is niet in overeenstemming met profetische beloften. Waar de term “gans Israël” valt, worden de twaalf stammen bedoeld. Ooit zal een gelovig overblijfsel van de tien én de twee stammen, respectievelijk Efraïm en Juda, overeenkomstig Gods plan, Zijn Woord verkondigen aan de volken. Maar in deze bedeling is die bediening toegekend aan de als Israël functionerende Gemeente, geroepen tot aanstelling als zoon. Nadat de zaligheid was weggenomen van Juda is die naar de tien stammen (de heidenen) gegaan, tegenwoordig vooral aanwezig in de Angelsaksische landen en bakermat van de Gemeente. Beide huizen worden straks verenigd onder één Herder en het Nieuwe Verbond. De wereld ziet nu alleen het Joodse volk, meent dat het (heel) Israël is, maar weet niet wat God in het verborgene doet. Daarover zal men zich eens verbazen. Dan zal Juda zijn jaloezie verliezen en zich voegen bij het bekeerde Israël, zoals geprofeteerd door onder anderen Jesaja. “Ik zal hetgeen mijn volk niet was, mijn volk noemen en die niet bemind was Mijn beminde.”
CDC283 4 Audio cd’s; C283 4 Audio cassettes

Vrucht dragen
Veelal verstaat men onder christelijk vrucht dragen het winnen van mensen voor de Heer. Dat is evenwel, hoe belangrijk ook, slechts een beperkt onderdeel van de totale vruchtbaarheid in Gods plan. Overigens brengen ook ongelovigen vruchten voort, maar van gelovigen wordt verwacht dat die ‘de bekering waardig’ zijn. Inherent aan ontkiemen van zaad is dat het eerst sterft. Zo ging het ook met de Heere Jezus. Pas na de dood volgt vrucht. En het nu wegens onvruchtbaarheid afgesneden Israël, zal ooit van zijn Koning getuigen tegenover de volken. Wie nu het eigen natuurlijke leven lief blijft hebben, zal geen of weinig geestelijke vruchten voortbrengen. Daaraan ligt de vernieuwing van denken ten grondslag, die ook moet worden gevoed met het Woord, de te proeven Waarheid. Overgave daaraan is de primaire manier om Hem te dienen. Om vrucht te dragen geeft God aan ieder talenten naar diens vermogen. Dat is vooral een kwestie van de binnenkant, zoals bij alle vruchten. De buitenkant is de bolster, maar wat er in zit, komt op een gegeven moment naar buiten. “Brengt dan vruchten voort, de bekering waardig.”
CDC284 4 Audio cd’s; C284 4 Audio cassettes

Het Evangelie
Vaak wordt het Evangelie (afgeleid van het Griekse woord euangelion) ‘blijde boodschap’ genoemd. ‘Goede boodschap’ zou beter zijn, want veel aspecten ervan zijn op zichzelf geen blijde tijding, maar wel onlosmakelijk onderdeel van een goed geheel. De kruisdood van de Heere Jezus bijvoorbeeld is welbeschouwd niet om blij van te worden, maar daarmee bracht Hij wel de schuld van de mens in de dood, zodat eeuwig leven mogelijk werd na Zijn opstanding. Het Evangelie, de boodschap van het Nieuwe Verbond, was al in het Oude Testament beloofd, eigenlijk van Genesis af. God maakte altijd Zijn plannen bekend en houdt Zich aan zowel Zijn beloften als Zijn

waarschuwingen. In het Oude Testament is het verlossende werk van de Heer dikwijls aangekondigd. Over Hém gaat het in heel de Bijbel en het Evangelie. Niet over mensen, zoals vaak ten onrechte wordt gezegd. Gods Woord is er vóór, maar gaat niet zeker niet voortdurend óver mensen. Het is de boodschap dat de Zoon de door Hem verloren mensen zoekt, om die als het schaap uit de gelijkenis te redden. Hij verzamelt een volk voor Zijn Vader. “Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten desgenen, die het goede boodschapt.” CDC285 4 Audio cd’s; C285 4 Audio cassettes

Koning der koningen
Omdat de mens de duivel daarin volgde, is hij van nature uit op macht. In het christendom creëert men daarom vaak een Godsbeeld, waarover de mens kan heersen. Maar volgens de Bijbel heeft God alle macht. Door Hem worden gelovigen van bovenaf in een hogere positie gesteld. Hen is het zoonschap beloofd, waarnaar zij niet – naar analogie van de gewoonte in de wereld hoeven te streven. De aan Adam toegezegde heerschappij over de aarde, wordt door Christus gerealiseerd. In verdrukking zullen Joden Jehova aanroepen, waarna de Koning verschijnt. De Heere Jezus was Zoon des Mensen, erfgenaam van de eerste Adam en geroepen om te heersen over de aarde. Maar het christendom lijkt hem als zodanig niet te kennen, noemt hem Zoon van God en zegt dat Hij dat altijd al was. Joden kennen de Messias alleen als Zoon van David, op Wiens komst zij wachten.
Christenen hebben de Godheid van Christus, Joden zijn mensheid. Maar beide aspecten horen bij Hem, Die nu al de Koning van zijn volk is, ook al zien de gelovigen Hem nog niet. Maar dat komt nog. “De Heere heeft gesproken: Zit aan Mijn rechterhand.”
CDC286 4 Audio cd’s

Een veel beter verbond (Wuppertal 2013)
De diverse verbonden die God in de periode van het Oude Testament sloot zoals met Abraham, Noach, Mozes en David mondden uit in het Nieuwe Verbond. Dat werd van kracht bij de opstanding van de Heere Jezus Christus. Een béter verbond dan wat er tot dan was geweest, constateerde Paulus. Dat het zou komen was bedekt in het Oude Testament al beloofd. Voor de via Mozes aan Israël gegeven wet was geen plaats meer na Christus’ verrijzenis. Hij had die, als nakomeling van Adam, door Zijn dood vervuld. De wet was tot op Christus, schreef Paulus. Die wet is volgens Petrus een ondragelijk juk gebleken. Een spiegel waarin de mens steeds ziet hoe vuil hij is, maar waarmee hij zich niet schoon kan wassen. Toch leven velen nog onder die wet. En zij stapelen regel op regel. Zowel Joden als christenen. ‘Onzinnig’, noemde Paulus dat, toen hij het zag bij de Galaten. Gelovigen zijn tot vrijheid geroepen. Om in die vrijheid de Heer te dienen, geenszins tot bandeloosheid. “Van een zoveel beter verbond is Jezus Borg geworden.”
CDC287 17 Audio cd’s

Veertien betere dingen (Hebr.)
Een beter, namelijk hemels, Vaderland dan gelovigen onder het Oude Verbond wacht Christus’ Gemeente. De leden ervan leven onder het Nieuwe Verbond, ingegaan bij Zijn opstanding. Het Vaderland is één der veertien betere dingen in de brief aan de Hebreeën. Dat Bijbelboek wordt vaak moeilijk genoemd, waarschijnlijk omdat het niet aansluit bij kerkelijke belijdenissen, die (ook) vasthouden aan het Oude Verbond van de door Christus vernietigde wet. De Mensenzoon, de

Heere Jezus, werd door God lager dan engelen gesteld, maar bij Zijn opstanding tot Zoon en Erfgenaam verhoogd. Hij bereidde Zijn mede-erfgenamen een nieuwe loopbaan: van kind (onder wet) zijn zij tot volwassenheid en erven geroepen. Tot geloof komen, is van dat traject het begin. Er zijn overigens erfgenamen die niet of nauwelijks erven, hun vrijheid misbruiken en God niet dienen. De mens wenst een dictator met regels. Hij kan vrijheid niet aan, die verantwoordelijkheid meebrengt. Daardoor ontstonden instituties, die minder zicht op het Woord geven. De hemelse positie van de hedendaagse gelovigen onderscheidt hen van die onder het Oude Verbond. “Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zij smaadheid dragende.”
CDC288 4 Audio cd’s

Jerobeam en de twee profeten (1Kon.13)
Een historisch verhaal in 1 Koningen 13 blijkt van grote typologische waarde. Dat een profeet uit Juda naar de tien stammen kwam, waar koning Jerobeam een eigen religie wilde stichten, geeft zicht op het feit dat de gemeente van Christus toch dáár is geboren. Terwijl Juda allerlei wetten accepteerde, maar de Messias afwees, had God als het ware nog Israël, c.q. Efraïm, achter de hand om Zijn Waarheid te verspreiden. In de toekomst, na de opname van de Gemeente, zullen beide volken weer één worden. Ook dat blijkt al uit de geschiedenis in Koningen. Beide blijken een profeet te hebben. De splitsing, inclusief de uiteenlopende opvattingen van die twee profeten, was voorzien in Gods plan. Het Evangelie klonk via het échte Israël, maar was afkomstig uit het ongehoorzaam geworden Juda. Aan dat Joodse volk mag nu de uit de tien stammen voortgekomen Gemeente de heilsboodschap verkondigen. In navolging van Paulus. Hij predikte de boodschap van de opgestane Christus, die op een ezel – beeld van de Gemeente – als de Mensenzoon naar Jeruzalem kwam. Zoals ooit de profeet uit Israël een ezel liet zadelen om zijn collega uit Juda te zoeken. “En hij ging door een anderen weg.” CDC289 4 Audio cd’s

Wijsheid en ijdelheid
Door de wereld als wijsheid aangeprezen filosofie heet in de Bijbel ijdelheid. Wijsbegeerte is een abstracte wetenschap, gebaseerd op fictie. Die gaat er aan voorbij dat de tegenwoordige wereld niet het eindproduct van Gods door een mens niet te bedenken plan is. Terwijl filosofen zoeken naar de (ten diepste toch door hen ontkende) zin van het bestaan, maar de Schepper daarvan ontkennen, geeft de Bijbel daar zicht op. Het beginsel van het leven ligt vast in de niet door mensen bedachte Godheid. Helaas tendeert theologie veelal in de richting van filosofie. In feite bedreef de slang in het Paradijs al theologie door te zeggen iets toch eigenlijk beter te weten dan Gods Woord. Salomo, type van Christus, begeerde een verstandig hart om God en zijn volk te dienen. De Heer die hem dat gaf, wil dat gelovigen wijsheid en waarheid (uit-) leven. Licht en waarheid zijn in Christus gekomen. Gods Woord bevat geloofspraktijk, die haaks staat op elke wereldse filosofie. Christus zélf is de Waarheid, waarin het leven ligt. Het is aan de mens die te leren kennen of zich te beperken tot de ijdelheid van de wereld. “Die wetenschap vermeerdert, vermeerdert smart.”
CDC290 4 Audio cd’s

Profetie van Bileam
Zegen en plan van God zijn niet te keren. De profeterende Bileam, hoewel toch een beetje op eigen profijt uit, kon er ook niet om heen. God schakelde zelfs diens ezel in als de profeet van de weg dreigde af te wijken. Hij blijft de hoeder van Zijn Woord en de machten van de satan kunnen daar tenslotte niets tegen uitrichten. Het was aan Israël gegeven en ging via de tien stammen verder. Maar weldra zal de Leeuw van Juda, voortgekomen uit de twee stammen, heersen in hemel en op aarde. In feite moest ook Bileam dat voorzeggen. De broederstrijd tussen Juda en Israël zal Hij beslechten, Die nu nog onzichtbaar is voor de wereld, maar al een hemelse positie heeft. Zoals Bileam niet anders kon dan Gods waarheid spreken, zal verbod of – al dan niet theologisch – weg redeneren van Zijn Woord niets aan de realiteit veranderen. God zelf zal Zijn Woord beheren. Alle verwarring die de naar Babel leidende duivel tracht te stichten ten spijt. “Nu zien wij nog niet dat alles Hem onderworpen is.”
CDC291 4 Audio cd’s

Gemeentebouw
Wat opbouw van de Gemeente wordt genoemd, neigt in de praktijk soms juist naar afbraak. Christus beloofde Zélf Zijn Kerk te bouwen, de vergadering van door de Koning geroepenen, c.q. ecclesia. Over die universele christelijke Kerk spreekt de in veel kerken wekelijks voorgelezen geloofsbelijdenis. Het laat onverlet dat er, zoals ook de Bijbel laat zien, lokale gemeenten bestaan. Maar die zijn iets anders dan de wirwar van allerlei het doorgaans met elkaar oneens zijnde denominaties, organisaties en genootschappen onder eigen namen. Van de éne door Christus Zélf gebouwde Gemeente is Hij zowel de eerste als de laatste (top) steen. Zij wordt in de Bijbel ook Zijn lichaam genoemd. De gelovigen zijn daar de leden van. Of – om in bouwkundig jargon te spreken – de ‘levende stenen’. Als de Heer terugkeert naar de aarde, om daar Zijn heerschappij te vestigen, zal Hij die Gemeente bij Zich hebben. Binnen de Gemeente functioneren diverse ambten, zoals die van herders, leraars en evangelisten. Het op democratische wijze kiezen van die oudsten, staat nogal haaks op aanstelling door de Heilige Geest. “Op deze Petra zal ik mijn gemeente bouwen.”
CDC292 4 Audio cd’s

Kind, Knecht, Koning (Wuppertal 2014)
Met de bedoeling Knecht van de Vader te worden, kwam de Heere Jezus als Kind ter wereld. Hij deed tijdens zijn leven op aarde wonderen in Gods kracht, maar in een dienstbare positie. De term ‘Knecht des Heeren’ heeft in de Bijbel diverse toepassingen. Ook Israël, het volk dat het Woord der Waarheid moest bewaren, de Gemeente en individuele christenen kan men zo noemen. In de Bijbel sluit de ene toepassing de andere niet uit. Al bij de verwekking van het Kind was de Vader van plan, Hem via de weg van vernedering en dienstbaarheid tot Zoon en Erfgenaam aan te stellen. Dat gebeurde bij de opstanding van Christus. Leden van Zijn Gemeente, die Zijn Zijn loon is, delen met Hem in de erfenis als ook zij zonen zijn geworden. De weg daarheen voert, net als die van Hem, door vernedering en dienstbaarheid. In die zin zijn Gods kinderen, die nu gevormd worden door Hem, ook zijn knechten. Als Hij, die Zoon en Koning werd, geroepen om boodschappers te zijn van het door God gesproken Woord. Daarin en in de gestalte van de Zoon maakt Hij zich bekend. “De dienstknecht blijft niet eeuwiglijk in het huis, de zoon blijft er eeuwiglijk.”
CDC293 18 Audio cd’s

Gog en zijn benden (Ez.38, 39; Op.20)
Zowel in de zogenoemde laatste week van Daniël, na de opname van de Gemeente, als na de duizend jaren, wanneer satan wordt losgelaten, zal het leger van Gog strijden tegen het Joodse volk. De namen Gog en Magog zijn aanduidingen van een volk dat ooit ten westen van de Zwarte Zee huisde, maar thans verblijft in Oost-Europa. Daar worden ook de namen van Ros (Rus), Mesech (Moskou) en Tubal (Tobolsk) teruggevonden. In het streven van Rusland naar het leiden van een nieuw federatief verband, zoals de Sovjet-Unie was, zijn in de Bijbel aangegeven contouren te ontdekken. Vóór het aanbreken van het Messiaanse Rijk sluit Juda vrede met de Islam, waarna Kanaän door Gog wordt vernietigd en later een (eerder gevlucht) bescheiden gelovig overblijfsel er in terugkeert om het te reinigen en maandenlang bezig te zijn met het begraven van dode lichamen. Want het leven is dan verdwenen uit het land dat Joden en Palestijnen zich nu hebben toegeëigend. Dat velen Gog als een louter denkbeeldige macht zien, heeft ermee te maken dat weinigen geloven in wat Gods Woord letterlijk zegt en daardoor niet in de opname van de Gemeente en de openbaring van het koninkrijk van Christus als Zoon van Adam en David op aarde. “Ik zal een vuur zenden in Magog en onder degenen die in de eilanden zeker wonen.”
CDC294 4 Audio cd’s

Het Millennium
C295 15 Audio cassette’s

Leiding en lot
Terwijl vele gelovigen betuigen dat hun leven door God wordt geleid, worden anderen gefrustreerd door de constatering dat bij hen tijd en toeval (Pred.9:11) hun leven bepaalt en die goddelijke leiding kennelijk ontbreekt. Hoe zit dat eigenlijk? Deze vraag grijpt dieper dan men zou denken. Zij brengt ons bij de aloude discussie omtrent de verantwoordelijkheid van de mens voor zijn eigen leven. Woont in hem werkelijk niets goeds en is hij geneigd tot alle kwaad? (Calvijn). Is hij verantwoordelijk voor zijn eigen zaligheid? En als vervolg daarop: Is de gelovige verantwoordelijk voor zijn eigen leven, of wordt hij geleid door iets of iemand anders? Voordat u antwoord probeert te geven op deze vragen: bedenk dat een immense hoeveelheid filosofische literatuur over dit onderwerp is gepubliceerd in de loop der eeuwen. Maar zonder een oplossing te geven voor de levensvragen van de gelovige. En daarom gaan velen gebukt en tobbend door het leven. Wordt het niet eens tijd om los van traditionele vooroordelen te luisteren naar wat God Zelf in Zijn Woord hierover heeft gezegd en beloofd? “Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.”
CDC296 4 Audio cd’s

Tongen, Tekenen en Tijden
Dat vele zieken demonstratief werden genezen door een godswonder staat buiten kijf. Maar de vraag blijft of dit het praktisch doel was van de ’tekenen en wonderen’. Als Johannes schrijft: “Hoewel Hij zovele tekenen voor hen gedaan had, geloofden zij in Hem niet”, moet toch worden geconcludeerd, dat het ultieme doel der tekenen was, de Messiaanse claim van Jezus te autoriseren. Kortom: de tekenen en wonderen bewezen dat Jezus de door God beloofde en gezonden Messias was. Dit wordt door Johannes alsnog bevestigd, als hij schrijft: “Jezus heeft nog wel vele andere tekenen … gedaan … maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft dat Jezus is de Christus, de Zone Gods, en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam.” Daarmee is gezegd: Indien wij in Hem geloven, hebben de tekenen en wonderen in ons hun doel bereikt… en zijn overbodig geworden. Ook Petrus laat zich op de pinksterdag op gelijke wijze uit. Daar komt nog bij dat wonderen tekenen zijn en dus (boven een eventueel praktisch nut) een overdrachtelijke betekenis hebben. Inzicht in de aard en betekenis der tekenen leert ons tevens hoezeer deze tijdgebonden zijn en waren. “En te dien dage zullen de doven horen de woorden des Boeks; en de ogen der blinden, zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen zien.”
CDC297 4 Audio cd’s

De Gemeentelijke Gaven
De functie en betekenis van de tekenen, zoals gedaan door Jezus en de apostelen was het thema van de voorgaande studiedag (C297 “Tongen, Tekenen en Tijden”). Niettemin bereikten ons sindsdien enige vragen met betrekking tot dit onderwerp. Speciaal waar de wonderen van genezing blijkbaar deel uitmaken van de zogeheten geestelijke gaven, die in de Gemeente zouden functioneren. Maar wat de Bijbel leert over deze gaven heeft niet slechts betrekking op de zozeer gewenste wonderen, maar op het functioneren van álle verschillende leden in hetzelfde Lichaam. Een correct verstaan van de ware aard van “de éne algemene Christelijke Kerk” is noodzakelijk om deze gaven ook daadwerkelijk te laten functioneren. Statuten, reglementen en kerkorden hebben helaas het werk van de levende Christus veronachtzaamd en het organisme vervangen door organisatie. Met alle gevolgen van dien. “Van de geestelijke gaven, broeders, wil ik niet dat gij onwetende zijt.”
CDC298 4 Audio cd’s

Licht of Duisternis
De mens moge dan een hoge dunk hebben over zijn verstandelijke vermogens, de Bijbel zegt, dat die niet toereikend zijn om de onkenbare God te kennen. Daarom spreekt die over een onverstandig en duister hart en verstand (Rom.1:21, Ef.4:18). En uit het hart (verstand) komen voort valse woorden(Jes.59:13), boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen, (Mat.15:19) kwade gedachten, overspelen, hoererijen, doodslagen (Mark.7:21). Maar geen kennis van God! Niet voor niets herinnert Paulus (Rom.11:33-36) ons aan de woorden waarmee de Heer ons oproept naar Hem te luisteren, omdat Zijn gedachten, wegen en oordelen hoger zijn dan de onze (Jes.55:3-9). De (macht der) duisternis (Kol.1:13) wordt echter tenietgedaan waar het licht (ver)schijnt. En al wat openbaar maakt is licht (Ef.5:13). Kortom: God kan slechts worden gekend waar Hij Zich openbaart: In de schepping en haar geschiedenis (Rom.1:20), maar primair in de Schrift, het eeuwig blijvende Woord van God (1Pet.1:25). Wat een tragiek in het leven van velen, die weliswaar zochten naar God, maar naar Zijn Woord niet wilden horen en godloochenaars werden. Niet voor niets zegt Hij: Die op het woord verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den Heere vertrouwt, is welgelukzalig (Spr.16:20). Vervolgens: God heeft ons het verstand gegeven, dat wij de Waarachtige kennen (1Joh.5:20). Zwart-wit? Inderdaad, als duisternis en licht! “In het Woord was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen.” CDC299 4 Audio cd’s

Abraham en zijn Zaad (Wuppertal 2015)
Hij wordt de vader van alle gelovigen genoemd. Omdat Abraham geloofde in en gehoorzaamde aan de God des hemels. Dat geloof (de Mozaïsche wet bestond nog in geen eeuwen) werd hem tot gerechtigheid gerekend. Dat geldt ook voor degenen die thans in de Heere Jezus Christus geloven. Maar ook in de lijn der menselijke geslachten was de Heere Jezus Abrahams Zaad, zoals de Bijbel dat noemt. Zowel de Heer als de geslachtslijn naar Hem, inclusief Abraham, was op aarde van Koninklijke bloede. En die lijn heeft zich ook na hem, in overeenstemming met Gods beloften, tot in deze tijd, voortgezet. “Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham.”
CDC300 17 Audio cd’s

Izak
Het overkwam hem. En hij liet het maar zo. Eigenlijk zou hij het levenslicht niet gezien hebben. En toen hij het zag ging het haast weer uit. Op zijn veertigste stuurde zijn vader de knecht eropuit om voor hem een echtgenote te versieren. Die bleek onvruchtbaar. Zijn waterputten worden dichtgegooid door zijn vijanden, die hem wegsturen. En hij gaat en graaft dan maar nieuwe putten. Bijna raakt hij zijn vrouw kwijt. En als dan twintig jaren later alsnog een tweeling wordt geboren, blijken de beide zonen het niet met elkaar te kunnen vinden. Als de erfenis moet worden verdeeld wordt hij inmiddels blind door vrouw en zoon bedrogen. Een passieve man. Traag en tragisch temidden van intriges. Het overkwam hem en hij liet het maar zo. De Bijbel beschrijft vader Abraham en zoon Jakob als actieve en ondernemende mannen. Maar wie was Izak eigenlijk? Wat deed hij? Nam hij ooit initiatief? Heeft hij ons een practisch voorbeeld nagelaten? Niettemin identificeert de Schepper zich met deze man, als Hij Zich noemt ‘de God van Abraham, Izak en Jakob’. En als ‘zaad van Abraham’ is hij een type van Christus en van ons, de Gemeente! “Wij zijn niet kinderen van de slavin, maar van de vrije.”
CDC301 4 Audio cd’s

David en zijn tijd
C302 78 Lezingen; Nog niet voltooide serie!

Jakob-Israël
Aanvankelijk was hij net als zijn vader geen ondernemer. Zijn geschiedenis neemt ook eigenlijk pas een aanvang als hij op 77-jarige leeftijd met moeders hulp het eerstgeboorterecht afhandig maakt van zijn tweelingbroer Ezau. En dan begint zijn tweede leven. Na twee decennia doorgebracht te hebben in het buitenland bij zijn oom Laban, keert hij als een rijk man terug met vrouwen en kinderen en have en goed. Zijn naam Jakob wordt aangevuld met die van Israël en daarmee begint de volgende episode in het leven van deze aartsvader, die heel wat te stellen kreeg met zijn zonen en kleinzonen, totdat de hele familie na 33 jaren migreerde naar Egypte. Daar leefde Jakob/Israël nog 17 jaren, verdeelde zijn erfenis over verschillende zonen, en stierf op 147-jarige leeftijd. Een boeiende geschiedenis van een geplaagd man. Maar wie realiseert zich nog, dat deze man de stamvader is van “een volk, ja een hoop der volken” en dat zijn geschiedenissen profetische illustraties zijn van wat die volken zou wedervaren tot op de dag van vandaag? “Twee volken zullen zich scheiden.”
C303 3 Lezingen

Het werkende Woord
Christendom is naar strikt Bijbelse maatstaven geen religie in “geboden en inzettingen bestaande”. (Ef.2:15; Kol.2:14, 20) Integendeel. Verlossing van de heerschappij der “onprofijtelijke” wet (Heb.7:18) is kenmerkend voor het leven van de (nieuwtestamentische) Christen. Niet de (oudtestamentische) Mozaïsche wet, maar de genade van Christus, de nieuwtestamentische Hogepriester, is de hoogste norm voor de gelovige. Wat de wet niet kon bewerkstelligen, (Rom.8:3) wordt gerealiseerd door de genade die in Christus Jezus is. (Joh.1:17) Het Evangelie de prediking van het Nieuwe Verbond leert ons niet te vertrouwen op de mens onder wetten en regels, maar op de kracht van Gods genade die in onze zwakheid zou worden volbracht. (2Kor.12:9) Het is díe kracht die áán ons, ín ons en dóór ons wordt geactiveerd door het levende en krachtige Woord van God. (Heb.4:12) Niet de wet die ons zegt wie wij zijn en wat wij moeten doen maar Gods Woord dat ons zegt Wie Hij is en wat Hij doet is de drijvende kracht die mensenlevens verandert.
“Het Woord der prediking… Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft.”
C304 3 Lezingen

De opname van de Gemeente en dan…
De Bijbelse leer aangaande “de opname van de Gemeente” wordt sinds mensenheugenis vertroebeld. Niet slechts door de wat ambivalente uitdrukking, die associaties oproept met ziekenhuizen en geluidsstudio’s, maar vooral door onwetendheid aangaande het grote verschil tussen het nog steeds niet gekomen Koninkrijk van Christus enerzijds, en de Gemeente (de Kerk) in onze dagen anderzijds. En dan zwijgen wij maar over de vóór-Christelijke, oudtestamentische, periode. Het onderscheid tussen deze perioden uit de heilsgeschiedenis maakt de opname van de Gemeente (Entrückung der Gemeinde, Rapture of the Church) een noodzakelijke en begrijpelijke gebeurtenis, die bepaald niet het einde van de Gemeentelijke loopbaan markeert, maar veeleer het begin daarvan. Wat ons als Gemeente wacht, is “de verlossing van ons lichaam”, onze “openbaring voor de rechterstoel van Christus” en onze “aanstelling tot zonen”. En dat niet slechts als eindpunt van het aardse leven, maar als de start van onze betrokkenheid bij de openbaring van Christus en Zijn Koninkrijk.
C305 3 Lezingen

Hel, Hemel en Hiernamaals
Waar zijn de overleden gelovigen? Deze vraag krijgt veel verschillende antwoorden. Enerzijds wordt gesuggereerd, dat zij natuurlijk allen in de hemel zijn. Anderzijds, dat niemand wellicht op een enkele uitzondering na naar de hemel gaat, maar dat de gelovigen zullen leven op de nieuwe aarde. Waaruit dan weer het compromis volgt, dat gelovigen weliswaar naar de hemel gaan, maar die hemel is dan toch de hemel op aarde; de nieuwe aarde of schepping. Dan is er de leer dat de mens, die immers uit het paradijs afkomstig is, weer terug zal keren naar dat (herstelde) paradijs. Dat paradijs is dan weer hetzelfde als de hemel. En inmiddels wordt dan de hemel verward met het “hiernamaals”, terwijl de Bijbel juist spreekt over “de hemel der hemelen, die van ouds is”; Ps.68:34 het “hiervóórmaals” dus. En in de Psalmen zien wij menigmaal de gelovige psalmist sterven en verdwijnen in de diepte, het modderig slijk, de ruisende kuil, de schaduw des doods, en in ’t algemeen het graf en het dodenrijk. Was dat de hemel? Of het paradijs? En zo niet, waar leert de Bijbel dan, dat er verandering is gekomen in hun status, waarbij zij uit de hel naar de hemel zouden zijn gegaan of zullen gaan. Of althans van beneden naar boven? Nog veel meer verwarrende opvattingen doen de ronde, maar luister liever naar deze lezingen. Want de Bijbel is waarlijk geen boek van verwarring.
C306 3 Lezingen

Uw Koninkrijk kome
In veel christelijke gezinnen, kerkdiensten en andere bijeenkomsten wordt dagelijks het ‘Onze Vader’ gebeden, ook wel het gebed des Heeren genoemd. Onder meer komt daarin de uitspraak ‘Uw Koninkrijk kome’ voor. Toch staan weinig gelovigen stil bij wat die uitdrukking inhoudt, noch bij de daarop volgende woorden: ‘gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde’. De realiteit achter die woorden is dat ooit het Messiaanse rijk op aarde aanbreekt, dat nu nog onder heerschappij van Christus in de hemel is. Het Koninkrijk van Christus zal uit de hemel naar de aarde neerdalen, waar dan geen plaats meer is voor satan. Dan zal Davids Zoon regeren.
Intussen bestaat dat koninkrijk nu – als vervallen hut van David – al op aarde, omdat God heeft beloofd dat de scepter van Juda niet zal wijken. Met de tien stammen kwam het voornamelijk in de Angelsaksische landen terecht. Over aard, omvang en voorgeschiedenis van het komende Koninkrijk ging de conferentie van het Nederlands Bijbelstudie Centrum in 2016, traditiegetrouw gehouden in Wuppertal.
C307 13 lezingen

Uw Naam worde geheiligd
Te pas en (vooral) te onpas kan men de verzamelde menigte horen bidden “Uw Naam worde geheiligd”, gevolgd door “Uw koninkrijk kome”. Het evidente gebrek aan enthousiasme wordt in hoge mate veroorzaakt door ongeloof en onwetendheid. Of andersom. De komst van dat Koninkrijk was onlangs het onderwerp van onze conferentie in Wuppertal. Maar hoe zit dat met de Heilige Naam? De mantrische teksten der moderne praise-cultus weten weinig anders meer, dan te proclameren dat Gods grote Naam heilig is, maar hoe heilig is die eigenlijk. Zegt de Heilige niet Zelf, dat Israël Zijn heilige Naam overal onder de heidenen ontheiligd heeft? (Ez.36:22) Aangehaald door de apostel Paulus: “Want de Naam van God wordt om uwentwil gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is.” (Rom.2:24) En hoe ontheiligend is het om “in Zijn Naam” te spreken en te handelen, terwijl Hij zegt “Ik heb niet gesproken” (Jer.14:14; 23:21) en “Ik heb u nooit gekend”. (Mat.7:23) En hoeveel eer doet men de Naam (HaShem) aan, door die op welke wijze dan ook te verzwijgen en te ontwijken. Onder Joden en Christenen. “What’s in a name?” zei Julia tot Romeo, en het kostte beiden het leven. Laten wij ons voegen bij degenen met kleine kracht, waarvan Jezus zei: “gij hebt Mijn woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend … Ik kom spoedig … houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.” (Op.3:8-11) There’s something about that Name! (Gloria Gaither)
C308 3 lezingen

Verre van Verstoten
“Dat zij verre!”, is het resolute antwoord van Paulus op de vraag “Heeft God Zijn volk verstoten?” (Rom11:1) Maar zeggen Paulus en Petrus ons dan niet beiden, dat het Joodse volk is gestruikeld over “de Steen des aanstoots”, en dat dit volk door een ander volk tot jaloersheid zou worden verwekt. Is dan niet de Kerk in de plaats van Israel gekomen? En zou volgens Jezus Zelf het Koninkrijk (de wijngaard) niet van het Joodse volk worden weggenomen en gegeven aan een ander volk? En werd volgens Paulus de zaligheid dan niet weggenomen van een blind, doof en verhard volk en aan de heidenen gezonden? (Hand.28) Daarnaast dringt zich nog een tweede vraag op: Heeft God Zijn plan der eeuwen moeten bijstellen wegens het al of niet voorziene ongeloof van het Joodse volk? Ook deze vraag beantwoordt onze apostel met “Dat zij verre!” Het antwoord op de eerste vraag is afhankelijk van een goed begrip van wat “Zijn volk” eigenlijk is. Het antwoord op de tweede vraag is afhankelijk van een goed begrip van Gods eeuwig voornemen, zoals vastgelegd in Zijn Profetisch Woord.
C309 3 lezingen

Ingaan en erven
Of de zaligheid slechts betrekking heeft op dit leven, of ook op het eeuwige: zij moet worden verdiend. De gunst der goden krijgt men niet voor niets. Immers, vóór wat hóórt wat. Dat is samenvattend en kort door de bocht het credo van alle religie. “De mens die deze dingen doet zal door dezelve leven” lezen wij vervolgens in de Bijbel. Maar dat diezelfde schriftgedeelten tevens zeggen dat niemand dit kan is ook een feit. Daarom wèg met wet en religie: de zaligheid is niet uit werken, maar uit genade en door geloof. Voor dít leven én het eeuwige. Volgens de Bijbel! Dat is Evangelie: de Blijde Boodschap. Toch zijn er teksten met als strekking: “De mens die deze dingen doet zal door dezelve verloren gaan.” En de mensen zullen toch worden geoordeeld naar hun werken? Inderdaad. Maar mag ik er dan op wijzen, dat wie niet werkt, maar gelooft, zalig is, en dus kind van God en daarmee erfgenaam van God. Maar of de erfgenaam ook ooit zal erven? Daar is meer voor nodig. Aan omstandigheden en werken. Want ingaan in het Koninkrijk is een heel ding. Maar het erven van het Koninkrijk is nog heel wat anders!
C310 3 lezingen

Jozef & Zonen
“De God, voor Wiens aangezicht mijn vaders, Abraham en Izak, gewandeld hebben, die God, Die mij gevoed heeft, van dat ik was, tot op dezen dag; Die Engel, Die mij verlost heeft van alle kwaad, zegene deze jongeren, en dat in hen mijn naam genoemd worde, en de naam mijner vaderen, Abraham en Izak, en dat zij vermenigvuldigen als vissen in menigte, in het midden des lands! Alzo zegende hij ze te dien dage, zeggende: In u zal Israel zegenen, zeggende: God zette u als Efraïm en als Manasse!” Aldus Gen.48:15-20. Zomaar enkele zinnen uit de profetieën over beide zonen van Jozef, die de grootste stammen van Israel zouden worden, en ook de naam van Israël zouden erven. De profetieën zijn groots, maar wat kwam er in de geschiedenis van terecht? Werden zij vervuld in oudtestamentische tijd? Of in nieuwtestamentische tijd? Of zullen zij nog ooit of nooit vervuld worden? Ziedaar zeer grote vragen die wellicht niet in verband staan met uw persoonlijke leven, maar wel met de aard en betrouwbaarheid van God en Zijn Woord.
C311 3 lezingen

Bijbel en Traditie
Bijbel en traditie hebben het in de kerkgeschiedenis nooit goed met elkaar kunnen vinden. Religieuse instellingen (kerken) zijn altijd geneigd geweest hun overgeleverde leringen en gebruiken te stellen boven het gezag van de Bijbel, hoewel die toch geacht werd de basis van alles te zijn. Vele van die tradities zijn dan ook niet in de Bijbel terug te vinden. En waar in het Protestantisme de ‘formulieren’ meer gezag hebben dan de Heilige Schrift, weegt in het althans rabbijnse Jodendom de Talmoed zwaarder dan de Thenach.
De geschiedenis van kerken en ketters is daarom in hoge mate de geschiedenis van traditionalisme tegenover biblicisme. Zelfs zo sterk, dat bij gelegenheid de kerk het bezit en lezen van de Bijbel verbood, terwijl de ketters bij gelegenheid alle menselijk gezag verwierpen en hun eigen samenleving inrichtten …..
Maar terwijl de kerkelijke instituten met hun tradities in hoge mate de officiële kerkgeschiedenis hebben bepaald, bestaat daarnaast wel degelijk een levende traditie van 20 eeuwen christendom, dat zich baseert op de Bijbel, als enige gezaghebbende Bron. En binnen deze min of meer buitenkerkelijke traditie van Sola Scriptura en Sola Fide wordt die Bijbel nog steeds geloofd en geleefd.
C312 3 lezingen

Bijbelse Basis Begrippen 1 (Wuppertal 2017)
Het zijn juist de specifiek Bijbelse termen, waaraan de door de Bijbel genoemde wolven in schaapsklederen een andere dan de Bijbelse betekenis geven. Verzoening, vergeving, verlossing, zonde, zaligheid, heiligmaking, koninkrijk, vader, zoon, wedergeboorte, evangelie, geloof, gemeente Ziehier
een willekeurige reeks fundamentele Bijbelse woorden, waarvan de betekenis in hoge mate is verloren gegaan door het camouflerend taalgebruik der modernere theologie. En natuurlijk door gefilosofeer óver de Bijbel in plaats van studie ín de Bijbel. Maar kennis van Het Woord gaat niet zonder kennis van de Woorden. “Ik heb beloofd Uw Woorden te bewaren.” C313 13 lezingen

Kingdom Now
Het is de zondige natuur van de mens, met de duivel als rolmodel, die streeft naar macht. Die de mens tot God wil maken en zich daarmee boven de Schepper wil stellen. Rom.1:22ev De aardse mens die over de aarde, ja over de wereld, wil heersen. Dit streven manifesteerde zich in de loop van de geschiedenis onder legio namen, linksom of rechtsom. En dikwijls in naam van God en godsdienst. Zich “Evangelisch” noemenden wachtten ooit op de hemel, de wederkomst van Christus of de jongste dag. Thans echter zijn zij zoveel Bijbelse waarheid en historisch besef kwijtgeraakt, dat zij in ernstige hoogmoed menen in Gods Naam hier en nu het Koninkrijk Gods te moeten realiseren omdat anders de Heere Jezus niet kan of zal wederkomen. En dat is hún smoes voor hun streven naar macht! Het Evangelie van God, van Zijn Zoon, Jezus Christus, onze Heer Rom.1:1-4 gedegradeerd tot een politieke pressie-groep. Maar wat zegt God Zelf over Zijn Koninkrijk? “Maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.”
C314 3 lezingen

Kerkhervorming?
“Een rijk leven, vervuld en strijdlustig, vol conflicten en triomfen, jachtig en rusteloos: Luther was een rebel en hervormer, een denker en maker, hij was zijn tijd ver vooruit.” Aldus de aanhef van één van de vele publicaties ter viering van het feit dat 500 jaar geleden op 31 oktbober 1517 Prof. Dr. Maarten Luther zijn 95 stellingen publiceerde. Gericht tegen de lucratieve verkoop van vergeving van zonden door de kerk van Rome. Luther’s actie tegen deze gebakken lucht veroorzaakte de grootste kerkscheuring aller tijden, die desondanks de geschiedenis is ingegaan als de kerkhervorming, de reformatie. In elk geval zijn vriend en vijand het eens, dat de wereld sindsdien ingrijpend is veranderd. Op die grond wordt Luther dit jaar geëerd: “Hij was zijn tijd ver vooruit. Hij was de rebelse progressieveling die de wereld veranderde.” In werkelijkheid was hij de klokkenluider en scheurmaker van zijn tijd. Hij wilde niet vooruit, maar juist achteruit! Terug naar de Bijbel, terug naar het gezag van het Woord van God. Sola Scriptura; Sola Fide; Soli Deo Gloria. Doch hoezeer zij ook hun best deden, Luther, Calvijn noch Erasmus of andere zgn. hervormers hebben hun ideeën maatschappelijk gestalte kunnen geven. Maar wist u dat de Bijbel deze dingen tevoren had aangekondigd? “Gij hebt de naam dat gij leeft, maar gij zijt dood.”
C315 3 lezingen

Ziel & Zaligheid
Niet slechts het christendom leert de onsterfelijkheid van de ziel. Maar toch “De ziel die zondigt zal sterven.” Ez.18:4 en 20 laat de Heere God via Ezechiël weten. En hoewel de vertalers creatief waren, spreekt het Hebreeuws van het Oude Testament meerdere malen van “dode zielen”. Blijkbaar zijn wij de betekenis van het Bijbelse begrip “ziel” kwijtgeraakt!
Onder zaligheid wordt gewoonlijk verstaan het geheel aan “geestelijke zegeningen in Christus” Ef.1:3 waaraan de zondaar op grond van geloof heeft deel gekregen. Dus “alles wat tot het leven en de godzaligheid behoort”. 2Pet.1:3 En inderdaad: loon is een ander ding. Loon is op grond van werken! Volkomen juist. Maar toch. Paulus schrijft aan gelovige Filippenzen: “Werkt uws zelfs zaligheid met vrezen en beven” Fil.2:12 en Jacobus houdt vol, dat een mens zonder werken niet zalig wordt. Jak.2:14 En zo verder. Blijkbaar zijn wij de betekenis van het Bijbelse begrip “zaligheid” kwijtgeraakt. Het probleem is dat het begrip zaligheid niet een absolute term is ter aanduiding van wedergeboorte en eeuwig leven. Het is de algemene aanduiding van wat het Woord van God uitwerkt in de harten en levens van de mens. En zelfs in heel de schepping. Zaligheid (in de Bijbel) betekent in essentie: redding, verlossing, behoud; en daarom is het geen absoluut, maar relatief begrip! Wie of wat wordt verlost? En waarvan wordt verlost? En wanneer? Dit zijn de essentiële vragen aangaande dit Bijbelse begrip.
C316 3 lezingen

Normen en Waarden
Het idee van vooruitgang (progressie, progressiviteit) moge dan in onze tegenwoordige tijd overheersend zijn in het menselijk denken en bedrijf, maar de klassieke oudheid kende het begrip niet. Integendeel. Eerder kende men een gouden tijdperk aan het begin van de geschiedenis, waarna mens en wereld vervielen tot degeneratie en verloedering. Zoals in de Bijbel! Van paradijs tot barbarij. Een aflopende lijn. En in hindoeisme en boeddhisme werd en wordt de geschiedenis beschouwd als in zichzelf terugkerend en repeterend. Een cirkel. Het idee van vooruitgang (de oplopende lijn) werd ontwikkeld in de dagen van “de verlichting” sinds eind 17-de eeuw en werd fysiek uitgewerkt in de evolutieleer en die van de oerknal. Sindsdien moeten wij progressief zijn en de vooruitgang helpen om niet achter te lopen en gedateerd te raken. Terwille van de vooruitgang moesten ook de bestaande “heilige huisjes” en “taboe’s” worden afen doorgebroken. Die gingen al te lang mee en dienden daarom te verdwijnen. Daarmee verdwenen ook de “normen en waarden”, kortom alle dingen die betrouwbaar en waardevol zijn. Maar mocht u ze zoeken, ze zijn te vinden in “het eeuwig blijvende Woord van God”.
C317 3 lezingen

Wandel in het licht
Volgens de Bijbel heet de overste dezer wereld Joh.12:31 ook god van deze eeuw. 2Kor.4:4 En leugenaar van den beginne. Joh.8:44 Zijn lijst van titels zal ik u verder besparen. Maar zijn rijk – en dat is dus deze wereld of eeuw – wordt o.a. aangeduid als de tegenwoordige boze eeuw Gal.1:4 en als de macht der duisternis Kol.1:13 De Bijbel laat er geen twijfel over bestaan, dat de tegenwoordige wereld beheerst wordt door duisternis en (dus) onwetendheid. Omdat “de mensen de duisternis liever hebben gehad dan het licht; want hun werken waren boos”. Joh.3:19 Voorzover wij licht hebben komt het niet van de 18-de eeuwse cultureel-filosofische-intellectuele (toe maar!) stroming der zgn. Verlichting. Integendeel. Die deed juist het Licht uit door elk gezag boven de menselijke rede te ontkennen. God en Zijn Woord dus. En dat werd tot vandaag de basis van onze westerse beschaving. Voorzover wij licht hebben komt het van “de verlichting van het Evangelie van Christus, Die het Beeld Gods is” 2Kor.4:4 De zgn. Verlichting ontkent de openbaring; maar “al wat openbaar maakt is Licht”. Ef.5:13 En in dat Licht der openbaring zouden wij wandelen, in gemeenschap met elkaar en onze Heer, schreef Johannes in 1Joh.1:6,

  1. Kunt u zeggen of zingen: Ik wandel in het licht met Jezus? C318 3 lezingen

Bijbelse Basis Begrippen 2 (Wuppertal 2018)
Min of meer een vervolg op C313. “Ik heb beloofd Uw Woorden te bewaren.”
C319 13 lezingen

De Hogepriester
Verschenen en verdwenen in het veertiende hoofdstuk van Genesis, blijft Melchizedek een mysterieuze verschijning. Het noemen van zijn naam in Psalm 110 – een heel millennium later door David – brengt daar geen verandering in. Of het zou moeten zijn, dat hij daar hogepriester wordt genoemd. En meer vinden wij over hem niet in het Oude Testament. In het Nieuwe wordt Jezus Christus genoemd als hogepriester naar de ordening van Melchizedek, doch uitsluitend in de brief aan de Hebreeën. Maar wat is dat voor een priesterorde? En hoe zit het dan met de (Levietische) priesterorde van Aäron, ingesteld onder Mozes en de wet? Dit Aäronietisch priesterschap werd immers voorafgegaan, maar ook opgevolgd, door het Melchizedekse! En wat is eigenlijk de functie van een priester of hogepriester?
C320 3 lezingen

Ingaan in de rust
Leven is activiteit, beweging, drukte, rumoer, lawaai. Leven wordt geassocieerd met werken: Men werkt om te leven en men leeft om te werken. Drukte, werkdruk, alom. Toch spreekt de Bijbel over leven en rust. Over een levende God die rust. Gen.2:2, 3 En over een levende Christus, Die rust beloofde te geven aan een ieder die tot Hem komt. Mat.11:28 Maar worden gelovigen dan niet geacht te strijden als krijgsknechten van Jezus Christus? 2Tim.2:3 En zouden zij dan niet goede werken voortbrengen der bekering waardig? o.a. Hand.26:20 Zij worden toch tot alle goed werk volmaakt toegerust? 2Tim.3:17 Hebben dan niet alle woorden en leringen tot doel de mens, de gelovige, te motiveren en te activeren in “het werk des Heeren”? Toch, bij alles wat dan wellicht van ons verwacht wordt, is ingaan in de rust het speciale thema van het derde en vierde hoofdstuk van de brief aan de Hebreeën. Want vóórdat onze levens gebruikt kunnen worden door de Heer, moeten wij leren, dat alle menselijk streven, alle min of meer natuurlijke maar ook religieuze drukte, voor God geen waarde heeft. Integendeel. Eérst zouden wij leren de door God gegeven rust en vrijheid in te gaan, om vanuit díe positie Hem te dienen. C321 3 lezingen

Twee olijftakken
Ooit fungeerden fraaie in grafstenen gehouwen (zwarte) olijftakken als symbolen van vroomheid en vrede. En wellicht van hoop. Helemaal zeker weet men het niet meer. De gedachte van hoop schijnt te zijn ontleend aan Gen.8:11, waar ná de grote vloed de losgelaten duif naar de ark van Noach terugkeerde met een olijfblad in haar snavel. Maar waar blijft de hoop als koning David voor Absalom uit Jeruzalem moet vluchten over de Kidron en door ‘de opgang der olijven’? 2Sam.15 En waar blijft de hoop als de Zoon van David voor de aanhangers van de wet moet vluchten langs dezelfde route, maar in de olijvenhof van Gethsemané wordt gevangen om gedood te worden? En was het niet op diezelfde locatie de Olijfberg dat de Heer Jezus ten hemel voer en daarmee de verwachting van een aards koninkrijk de bodem in sloeg? Hoe hoopvol is de olijftak, en wat zijn de twee olijftakken in de profetieën van Zacharias en Johannes?
C322 3 lezingen

De wederopstanding des vleses
Wijsgeren hebben gefilosofeerd over de “onsterfelijkheid” van de menselijk ziel – wat dat ook wezen moge – maar zij droomden nimmer van de opstanding van het menselijk lichaam. Dit laatste is de exclusieve leer van de Heilige Schrift, en overtreft alle menselijk verstand en heidense filosofie. Alle eeuwen door heeft de Christelijke kerk deze fundamentele geloofswaarheid van de opstanding der doden bewaard. In de “Twaalf artikelen van het algemeen ongetwijfeld Christelijk geloof” belijdt zij: Ik geloof ….. in de wederopstanding des vleses. Helaas is deze wonderbare belijdenis voor vele christenen tot een dode letter geworden. Naarmate de boodschap van de wederkomst van Christus naar de achtergrond werd geschoven, is de leer van de wederopstanding des vleses praktisch vervangen door die van de onsterfelijkheid van de ziel. Mensen, predikanten, theologen kunnen hooguit zeggen er niet in te geloven, maar zij kunnen niet ontkennen dat de Bijbel niet alleen leert de opstanding der doden, maar ook de opstanding uit de doden en zowel de eerste als de tweede opstanding. Het is het grote thema van het Evangelie.
C323 3 lezingen

De zondeval en verder
C324 21 lezingen

De Olijfberg
De gouden ‘rotskoepel’ op de tempelberg te Jeruzalem moge dan een hoogtepunt zijn in het Heilige Land, de top van de Olijfberg is 65 meter hoger! En van daar keek eens Jezus neer op Jeruzalem en de tempelberg. En kondigde Jeruzalems verwoestingen aan. Luk.19:37-44 Nooit vergeet ik midden in de troosteloze uitgestrektheid van de woestijn van Judea de aanblik in de verte van de toren van de Russisch-Orthodoxe hemelvaartskerk. Niet de tempelberg, maar de Olijfberg domineert de dorre woestijn! Niet Jeruzalem, maar “de berg die vóór Jeruzalem ligt, tegen het oosten”. Zach.14:4 Olijven en hun olie zijn een symbool van vreugde en eeuwig leven, maar hoe komt het dat de toenmalige “opgang der olijven” 2Sam.15:30 gekenmerkt wordt door naar schatting 150.000 graven? Geen berg olijven, maar een reusachtige grafheuvel…. Hier koos onze Heiland zijn laatste domicilie. Luk.21:37; 22:39 Hier onderwees Hij Maria en Martha en hier verrees Lazarus uit de dood. Hier hield Jezus zijn “rede over de laatste dingen”. Mat.24:3 Van hier voer Hij demonstratief ten hemel. Hand.1:12 En hier zal Hij spoedig Zijn voeten weer zetten. Als Jeruzalem voor de laatste maal zal worden verwoest. Zach.14:4
C325 3 lezingen

Gods plan in de geschiedenis (W’tal 2019)
Onder het devies “God wil dat alle mensen zalig worden” (1Tim.2:4) wordt het werk Gods beschouwd als soteriologisch van aard. Opzettelijk of niet: hiermee wordt de (redding van de) mens centraal gezet in Gods handelen. In werkelijkheid is Gods werk theocentisch: het gaat niet om de mens, maar om God Zelf. Immers staat ter discussie of God wel rechtvaardig is in zijn handelen met mens en wereld. Of hij niet schromelijk te kort schiet in zijn veronderstelde betrokkenheid bij de schepping. Waarom grijpt Hij niet in? Kortom, God heeft eén en ander te bewijzen in de loop van de historie. Zoals Zijn toorn en macht Rom.9:22 en de rijkdom Zijner heerlijkheid Rom.9:23. Of de uitnemende rijkdom Zijner genade Ef.2:7 en Zijn trouw (geloof) Rom.3:3 en rechtvaardigheid. Rom.1:17; 3:4, 21, 25, 26 Anderzijds wordt in de geschiedenis het volstrekte onvermogen van de mens gedemonstreerd. De zondige natuur van de mens komt immers tot uitdrukking in het falen van alle menselijke filosofie en ideologie. Zelfs een 1000-jarige Christusregering zal niet leiden tot het uitbannen van zonde en dood. En daarom verwachten wij naar Zijn belofte een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. 2Petr.3:13
C326 13 lezingen

Verborgenheden
Natuurlijk, velen doen het. Men kan het woord “verborgenheid” eenvoudig negeren. Dan resteert bijvoorbeeld: het Koninkrijk der hemelen, Christus, Zijn Wil, de ongerechtigheid. In plaats van de verborgenheid van het koninkrijk, de verborgenheid van Christus, de verborgenheid van Zijn wil en de verborgenheid der ongerechtigheid. En wanneer de uitdrukking niet wordt genegeerd, bestaat de neiging die zodanig te veralgemeniseren, dat die niets meer betekent. Immers, al wat God in Zijn Woord bekend maakt, was daarvóór immers verborgen! Mede voor dat doel heeft men het begrip “voortschreidende Godsopenbaring” uitgevonden. Eerst is het verborgen bij God, Die het vervolgens op Zijn tijd openbaart. En waar dat geldt voor al wat God openbaart, was alles wat God openbaart eerst een verborgenheid. En waarom de vertalers van het N.B.G. het woord vervingen door “geheimenis” is zal ook altijd wel een geheimenis blijven. Niettemin suggereert de veronderstelde overtolligheid van de uitdrukking, dat die juist zou moeten worden beklemtoond. En inderdaad, zij blijkt een zeer specifieke Bijbelse betekenis en toepassing te hebben in betrekking tot het tegenwoordige werk van Christus.
C327 3 lezingen

Onveranderlijk Woord
“Ons werk bestaat uit het aanpassen van het godsbeeld aan de veranderende tijd”, sprak de zich voor theoloog uitgevende geïnterviewde voor de radio. Wat zou het godsbeeld moeten beginnen zonder het theologisch management, dat hem meesleurt in de vaart der volken, die als vooruitgang wordt bestempeld. Aan godsbeelden moet blijkbaar worden geschaafd om de beschaving bij te houden. Totdat van het hele beeld niets meer resteert. En voor zover de Bijbel hierin een functie heeft wordt ook die geminimaliseerd door grote delen als niet of niet meer van toepassing te verklaren. Weg met verouderde godsbeelden en bijbeluitleg. Maar wat valt er uit te leggen aan “Wat van den beginne was … dat verkondigen wij u.” Of “Het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid.” Of “Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid.” Een veranderend godsbeeld is een schepping van de mens. Maar de Bijbel leert het tegenovergestelde: Een onveranderlijke God is de Schepper van de mens, die als schepsel door Hem wordt opgeroepen om zijn oor naar Hem te neigen en zich te laten onderwijzen door zijn onveranderlijk Woord.
C328 3 lezingen

Jericho
Wie kent het niet, het lied over Jozua en de slag om Jericho. And the walls came tumbling down. Het bezingt de intocht van de Israelieten in het beloofde land en de val van de eerste stad die moest worden veroverd. Niet door zwaarden maar door bazuinen. Joz.6 “Wetenschappers” hebben weliswaar de gevallen muren gevonden. Maar die zijn volgens hen van veel vroegere datum dan Jozua, die zij steevast zo’n 350 jaren te laat plaatsen. Dat komt ervan als je je van de bijbelse jaartelling niets aantrekt. Maar ’t was ca. 1570 v.C. volgens de bijbelse chronologie. (Martin Anstey) Men zou zich beter kunnen verdiepen in het hoe en waarom van deze gebeurtenis. Men leest dat Jozua verbiedt om Jericho te herbouwen. Ik lees dat niet! Ik lees dat Jozua voorschriften geeft voor een herbouw, die ook daadwerkelijk plaats vond in de dagen van Achab en Elia, 1Kon.16:34 ca. 920 v.C. En ondanks de vloek over Jericho verblijft Elisa daar en heft de vloek over de plaatselijke waterbron op, 2Kon.2, ca 900 v.C. De bijbelse geschiedenis van Jericho begint met de hoer Rachab en eindigt met de tollenaar Zacheus. De eerste gaf onderdak aan de twee verspieders en werd stammoeder van Jezus. De tweede verleende onderdak aan Jezus en werd “zoon van Abraham”. Wat steekt achter deze oude stad in de vlakke velden?
C329 3 lezingen

Paulus & Profeten in Romeinen 9-11
Hoewel de apostel Paulus uit gewoonte beschuldigd wordt van het brengen van een nieuwe leer, moet toch heus worden vastgesteld, dat hij zich in al zijn brieven beroept op oudtestamentische schriftplaatsen. Geen enkele stelling in b.v. de brief aan Efeze ontbeert een verwijzing naar het Oude Testament. Wat de apostel feitelijk doet, is de wellicht wat duistere uitspraken van de profeten plaatsen in het licht van het Nieuwe Testament. En daarmee demonstreert hij, dat het tegenwoordige gemeentelijke werk Gods niets anders is dan de vervulling van Gods beloften. Weliswaar onbekend, maar niet werkelijk iets nieuws! Juist wanneer Paulus wordt geïsoleerd van de oudtestamentische profeten, kan zijn bediening en leer niet worden begrepen. Dit geldt, meer nog dan in de brief aan Efeze, voor de 3 parenthetische hoofdstukken in de brief aan de Romeinen. Hierin vinden wij minstens 40 verwijzingen naar of citaten uit het Oude Testament. De eeuwige polemiek over Romeinen 9 t/m 11 is slechts te wijten aan de aarzeling om eerst deze oude profetieën werkelijk serieus te nemen.
C330 18 lezingen; nog niet voltooide serie!

Rondom Pasen
C331 8 lezingen

Buiten de legerplaats
Sprekend voor de tv-camera over “westerse normen en waarden” werd hij gecorrigeerd: westerse normen en waarden werden geacht universeel te zijn. En ze hadden tesamen met de democratie moeten worden ingevoerd in b.v. Afghanistan. Helaas niet gelukt. Maar voor zover een westerse cultuur met dito beginselen bestaat, moet toch worden vastgesteld, dat die niet universeel is, maar christelijk. Men heeft via het humanisme weliswaar Christus buiten de deur gezet, maar een eenvoudige inleiding in de geschiedenis der westerse cultuur leert, dat die in zeer hoge mate is bepaald geworden door de Bijbel en het christendom. Dat diezelfde cultuur haar langste tijd gehad heeft sinds men Christus officieel heeft geëxcommuniceerd, verandert daar niets aan. Niettemin was het nooit Gods bedoeling om in onze dagen een christelijke beschaving te prediken. Het Evangelie zou gepredikt moeten worden. Met als doel niet de verspreiding ín de wereld van een christelijke samenleving, maar de verzameling úit de wereld van de Gemeente, als “volk voor Zijn Naam”. Daarom worden gelovigen bezongen als ‘pelgrims’ en worden zij beschouwd als “vreemdelingen en bijwoners” in deze wereld. Maar anderzijds als “huisgenoten Gods”. “Uitgaan buiten de legerplaats” lijkt negatief, maar wat is positiever dan uitgaan “tot Hem”? Zie Heb.13:13.
C332 3 lezingen

De Tijd van het einde (Beekbergen 2020)
Eindtijd en apocalyps zijn – ook in Hollywood – schrikaanjagende termen. Het vergaan van de menselijke beschaving, de planeet of zelfs het zonnestelsel zijn populaire onderwerpen in de moderne amusementsindustrie. En natuurlijk in de “social media”. Maar apocalyps is niets anders dan de naam voor het bijbelboek Openbaring, dat eigenlijk voluit heet: “De openbaring van Jezus Christus” (Op.1:1). De apocalyps is daarom niets anders dan de openbaring, de verschijning, de komst van Jezus Christus in heerlijkheid, om dat sinds Adam beloofde koninkrijk hier op aarde te vestigen en daarmee de troon van David in Jeruzalem te herstellen. Dat is niet het vergaan van de wereld. Maar terwijl de Bijbel deze dingen vanaf de eerste bladzijden aankondigt, wordt de komst van koning Jezus op de troon van David binnen het christendom officieel als dwaling aangeduid. En wie deze dingen gelooft wordt geacht te behoren tot een sekte. Christus’ oordeel over de volkeren bij Zijn wederkomst wordt daardoor verward met het oordeel van de zogenoemde jongste dag en het vergaan van de wereld. Kortom, binnen het christendom is officieel geen plaats voor begrippen als opname (verzameling) van de Gemeente, verzameling van Israël (zowel de 2 als de 10 stammen), of herstel in een herbouwd Jeruzalem van de troon van David. Men kent alleen nog De Jongste Dag, d.w.z. het vergaan van de wereld. En daarmee wordt dan toch wel een bijster groot deel van de Bijbelse Boodschap genegeerd. Want “God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven.”
C333 13 lezingen

Die is en Die was en Die komen zal (Beekb. 2021)
C334 13 lezingen

Het beest en zijn teken
En dan is daar pardoes een predikant die komt praten over een komende tijd, waarin christenen niet zullen kunnen kopen of verkopen. Natuurlijk waaide hij mee met de waan van de dag, en kreeg inderdaad ruime publiciteit… Volgens de Bijbel is christenvervolging sinds de prediking van het Evangelie de regel. Niets bijzonders dus eigenlijk.
Wel bijzonder is, dat Openbaring 13, waarop de dominee zich baseerde, in werkelijkheid handelt over de nederwerping van de satan uit de hemel, en de daarmee gepaard gaande openbaring op aarde van de antichrist c.s., voorafgaande aan de definitieve vestiging van het Koninkrijk van Christus op aarde, zoals dat minstens 1000 jaren zal bestaan. Maar een PKN-predikant wordt toch niet geacht dat te geloven? ’t Is geen bijbelstudie, maar enige kennis van de geschiedenis der westerse beschaving (al was het maar van de laatste 250 jaren) doet ons beseffen, dat naarmate het ‘westen’ God en Zijn Woord op revolutionaire wijze heeft losgelaten, theorieën en idealen over een nieuwe tijd, new age, great reset, aan de orde van de dag zijn. Absoluut niets nieuws onder de zon. En onder de noemers van progressiviteit en vooruitgang gaat dat almaar door. En wordt de verwarring almaar groter. Helaas, kennis van-, en geloof in al hetgeen de profeten gesproken hebben (Luk.24:25) is niet erg gewild of verspreid.
C335 3 lezingen