Apocrief


Apocriefe geschriften
Het woord apocrief komt uit het Grieks en betekent verborgen. Met apocriefe geschriften worden religieuze teksten bedoeld die niet tot de officiële Bijbelteksten (canon) gerekend worden. De meeste zijn ontstaan tussen de tweede eeuw voor en na Christus. De term werd geïntroduceerd door Hieronymus (ca. 342-420), die er de boeken mee bedoelde die wel opgenomen waren in de Griekse Septuaginta maar niet in de Hebreeuwse Bijbel.

Tussen rooms-katholieken en protestanten bestaat verschil van mening over welke oudtestamentische boeken nu apocrief zijn en welke niet. De katholieken rekenen Tobias, Judith, Wijsheid, Jezus Sirach, Baruch, 1 en 2 Makkabeeën en enkele hoofdstukken en aanhangsels van Daniël en Esther wél tot het Oude Testament, en noemen die geschriften deuterocanoniek. Onder de apocriefe boeken van het Oude Testament verstaan zij 3 Makkabeeën, 3 en 4 Ezra en het Gebed van Manasse. De protestanten zien al deze geschriften als apocrief. Andere, meestal later opgedoken geschriften noemen zij pseudepigrafen.

Over de volgorde in het Nieuwe Testament zijn katholieken en protestanten het wel eens. Katholieken beschouwen Hebreeën, 2 Petrus, 2 en 3 Johannes, Jakobus, Judas en Openbaring als deuterocanoniek. Er bestaan ook apocriefe geschriften bij het Nieuwe Testament, maar die zijn niet bij de Statenvertaling opgenomen. Het gaat hierbij om werken als het Evangelie van Thomas en de Oden van Salomo.

Tijdens de Synode van Dordrecht werd uitgebreid gediscussieerd over de opname van de apocriefen in de Statenvertaling. In de eerste druk werden de boeken voorafgegaan door een ‘Waerschouwinge aen de lesers, waarin de onwaerachtige, fabeleuse, ende met de Canonijke boecken strijdende saken in de apocriefen worden opgesomd’.

De apocriefen zijn voornamelijk in het Grieks overgeleverd. Een aantal ervan zijn hoogst waarschijnlijk oorspronkelijk in het Hebreeuws opgetekend, maar doordat ze door joodse Schriftgeleerden niet tot de Tenach, de joodse bijbel, werden gerekend zijn veel van die oerversies verloren gegaan. Van Jezus Sirach is wel een Hebreeuwse versie bewaard gebleven.

De apocriefen in de Statenvertaling:

Over 2 Ezra: in de joodse Tenach waren de boeken die we nu kennen als Ezra en Nehemia één boek. Christelijke edities maakten er twee van, in de Vulgaat (382-405 n.C.) 1 Ezra en 2 Ezra genaamd. Vandaar dat de apocriefe Ezra’s tellen vanaf 3.


Vertalingen

Engels: apocryphal

Duits: apokryph


Deel dit artikel op: