Voor de HEER, vreze des HEREN, ‘godsvrucht’. Het ontzag voor, het volstrekt ernstig nemen van God en Zijn Woord, is het begin, het wezen van de wijsheid, d.i. van onze verstandige levenswandel (Ps. 111:10; Spr. 1:7; 9:10). ‘Wandelt dan in vreze de tijd uwer vreemdelingschap’ (1 Petr. 1:17; vgl. Hand. 9:31; 2Kor. 7:1). Zij, die door deze manier van leven en geloven bekoord waren, niet-Joden die de synagoge bezochten en ook andere joodse gewoonten overnamen, werden godvrezenden genoemd (of vereerders van God, Hand. 10:2; vgl. LXX 2 Kron. 5:6).
Deel dit artikel op: