Dikwijls benaming van offerhoogte, al of niet kunstmatig aangelegd (Num. 22:41; Jes. 15:2; Jer. 48:35). Men diende er niet alleen afgoden, ook Adonai werd gedurende lange tijd op zulke hoogten vereerd, bv. in Dan en Betel (2 Kon. 23:15; vgl. 1 Kon. 15:14; 22:44; 2 Kon. 12:2-4). Na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap horen we niet meer over deze plaatsen van joodse godsdienst.
Deel dit artikel op: